eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6611. 1643 december 22. Aan [Ernst Bogislaw, hertog van Croy?].1

    Monsieur,

    J'ay receu la vostre du 17 Novembre2 et celle de la reine de Suede,3 recommendant vos affaires. J'ay renouvellé mes instances que j'avois faictes cy-devant envers les ministres du roy et aussy baillé memoire par escrit, afin que selon les promesses qui m'ont esté faictes cy-devant, les plenipotentiaires du roy envoyés pour la paix puissent estre chargez

    794

    de procurer la restitution de tout ce qui vous appartient.4 Je croy que cela est faict et ne manquerai pas de temps en temps en faire des instances, tenant en grand honeur, monsieur, de tesmoigner par des effects que je suis

    de vostre Excellence le tres humble serviteur.

    22 Decembre 1643.

    Notes



    1 - Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 321. De geadresseerde is vermoedelijk Ernst Bogislaw (1620-1684), hertog van Croy. De enige zoon van Ernst, hertog van Croy en Aerschot, en Anna van Pommeren, moest op jeugdige leeftijd zijn Lotharingse geboortegrond verlaten. Hij groeide op aan het hof van zijn oom Bogislaw XIV van Pommeren. In 1634 viel hem een eervolle ontvangst aan de universiteit van Greifswald ten deel (Aeltere Universitäts-Matrikeln II, Universität Greifswald I, p. 545). De hertog trad later in dienst van keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg (ADB IV, p. 614-617).
    2 - De brief ontbreekt.
    3 - Zie het schrijven van koningin Christina van 31 augustus/10 september 1643 (no. 6414).
    4 - Vgl. no. 6352, en in het bijzonder ‘section quinziesme’ van de instructie voor de Franse gevolmachtigden ter vredesconferentie (Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 108-109).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]