Mijnheere,
Verleden Vrijdagh heeft ons den boode van Hamburg brieven medegebracht, meldende eene overgroote victorie voor haere conincklijcke Mayesteyts van Sweden scheepsvloote,2 gaende hierneffens in druck.3 Morgen verwachten wij hiervan met verlangen de confirmatie en me[er]dere particularitijten.
De hooftarmeën liggen bij de Saal noch tegens malcanderen,4 ende ontbreeckt het den keyserschen seer aen proviant en voerage.5
Waermede niet hebbende om te allongeren,6 verblijve, mijnheere,
u. Excellentie dienstwilligste.
Den 7 Novembris 1644.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Nov. 1644.