Letter

7207. 1644 december 24. Aan Christina van Zweden.1

Serenissima ac potentissima regina, domina clementissima,

Comes Harcurtius adhuc differt iter in Catalaniam multum ipsius egentem, ideo quod prius velit omnia bene parata;2 dux autem Anguianus, magnam in Germania adeptus gloriam, vere novo illuc reditum meditatur.3 In Italia leve futurum est bellum,4 grave

262

in Flandria, duce Aurelianensi pro ea quam in hoc regno habet dignitate et auctoritate copias maximas illuc tracturo.5 Nec cessabunt ab alia parte in eandem terram iniectare se Batavi, dum et Angli et Dani negotium habent, qui si quieti essent oram istam maritimam neque in Gallorum neque in Batavorum sinerent cadere potestatem.6

Deus, serenissima ac potentissima regina, domina clementissima, augustae Maiestatis tuae vitam, valetudinem gloriamque tueatur,

augustae Maiestatis tuae obedientissimus subditus,
H. Grotius.

Lutetiae, XIV/XXIV Decembris 1644.

Bovenaan de brief in de eerste copie te Leipzig: Argumentum. Harcurtii mora unde? De Anguiano. Leve bellum in Italia, grave in Flandria.

Navigation

Notes

1 - Copieboek Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 229. Gedrukt Epist. ad domum Sueciae, p. 13 no. 20. Afschriften ook in copieboek Leipzig, UB, ms. 2633, f. 399 en f. 463.

2 - De nieuwe Franse onderkoning Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, verlangde een triomfantelijke intocht in Catalonië.

3 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, had zijn zinnen gezet op de belegering van Trier (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 410-413).

4 - De Franse regering kon de strijd van het Frans-Savoyaardse leger tegen het Spaans bewind in Milaan niet langer bekostigen.

5 - Het meeste geld werd gestoken in de krijgstocht van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans naar de Vlaamse kust.

6 - De teruggang van de handelsactiviteiten van de Engelse en Deense koopvaarders. Desondanks achtten Frederik Hendrik en de Staten-Generaal het raadzaam om admiraal Maarten Harpertsz. Tromp opdracht te geven tot een volledige blokkade van de havens van Duinkerken en Oostende (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 166-169).

7207. 1644 december 24. Aan Christina van Zweden.1

Searchform

Fulltext search

Metadata search

Search domain