Mijnheere,
Wt der Moscou word bericht dat denselven vorst eene groote victorie tegens de Tartaren2 heeft bevochten ende deselve wt het velt geslagen. Dat men aen hetselve hof mede wel tevreden was over het getracteerde met het rijck Polen wegen de grensen.3 Oock word bericht dat als graef Woldemar4 sich op de jacht was vermaackende geweest, een onbekenden schoot wt eenige struycken desselfs graefs hofjuncker, Gundorff genaemt, neffens sijne zijde ter doot hadde geschooten. Men vermeent dat des grootvorstinnen broeder5 sulcx aengestelt heeft gehad, ende dat de schoot op den grave selfs gemeent is geweest.
Tsedert mijnen lesten brengen de brieven van Hamburg mede dat den generael-major Alefelt sich met een deel Deensche volckeren wt Fuinen bij Hadersleven hadde geconjungeert ende wijder op Coldingen tegens den overste Helm Wrangel waaren gegaen.6 Doch is daerbij oock tijdinge gecomen dat denselven heere Wrangel de Deensche in campagne hadde gelockt, aengegrepen ende geslaegen, in der voegen dat de infanterie meerendeels gebleven ende 600 van de cavallerie nedergemaackt. Dit Deensche corpus soude in alles 6 à 7000 mannen sterck geweest sijn. De particularia, gelieft 't God, met den naesten. De Deensche stroeyen wt dat se niet geslagen, maer in goeder ordre geretireert souden sijn.
Wt Coppenhagen word geschreven dat aldaer groote confusie en oneenichyt was,
335
manquement van gelt, courage, volck en ordre. Den rijckshofmeester Corvix Ulefelt7 moeste sich van 't hof absenteren, sijnde bij den coning van Dennemarcken quaelijck getracteert geworden, als wordende hem de schult gegeven van de leste Deensche nederlage te water, omdat hij niet genoeg bootsvolck op de schepen soude geset hebben. Het hooge waeter heeft aen de fortificatiën van Gluckstad over de 30000 rijcksdaelders schade gedaen.8 Ses Deensche capers of zeerovers sijn in zee, daertegens den heere generael-major Wrangel met eenige coninglijcke oorlogschepen mede van Wismar t'zee is gegaen om hun te besoecken.9Magdenburg blijckt van Coningsmarck en de Hessissche noch starck geblocqueert.10 Gallas heeft gesocht te eschapperen, maer tevergeefs, ende lijd met sijn volck grooten nood,11 moetende in plaetse van brood sich met groene kaese ende weinig pekelharinge behelpen, 'twelck de soldaten seer doet verloopen. Pegau en Zeits hebben sich aen den generael Torstenson overgegeven,12 die de meeste loop- en schuylplaetskens in Saxen laet demanteleren; versiet sich van peerden tot monteringe van sijne ruiters, also de voorige seer afgemat sijn, heeft oock sijne officiren bevoolen sich van alles te voorsien om een grooten tocht te doen.13 De tractaten tussen Sweden en Dennemarcken sullen niet eerder hun beginne nemen als den 15/25 deses maents.14
Ick blijve, mijnheere,
u. Excellentie dienstwilligste.
Den 9 Jannuari 1645.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 18 Ian.