eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7311. 1645 februari 11. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Multum gaudeo ob ea quae continent literae Claritudinis vestrae, datae XXX Ianuarii, quae quo magis distinctam atque particularem continent rerum historiam, eo sunt mihi gratiores.

    Solemnia translati in reginam regiminis bene peracta2 laetus intelligo Deumque precor, ut felix fortunatumque sit inchoatum tam auspicato imperium.3 Laudo etiam ordinum Suediae promtum animum ad ferendas belli iam duplicis necessitates. Utrunque bellum magna cum Suediae gloria terminabitur, si ita pergant regina paternis insistere vestigiis, duces provide bellum regere terra marique, milites et nautae pugnare fortiter, ordines conferre quae sunt necessaria.

    Plane autem Claritudini vestrae consentio videndum esse, quid iam post adventum

    453

    domini Bickeri et domini Stavenissii facturi sint Batavi in Suedico hoc negotio,4 priusquam certi aliquid constituatur de pace cum Dano.5

    In senatorum numerum cooptatum illustrem dominum comitem de La Gardie6 non ipsius tantum, sed et Suediae causa gaudeo. Cognovi enim eximium eius ingenium magnificasque virtutes. Andream Blat7 amavi vellemque diu suis utilis esse potuisset. Nunc cum aliter Deo sit visum, ferendum hoc ut alia humana.

    Multum rebus nostris prodesse poterit, si Norwagos taedere incepit Danici imperii.8 Ubi Coningsmarckius9 se ad Wrangelium10 adiunxerit, puto tantum in illis partibus negotii Danis oriturum, ut de intranda Suedia cogitaturi non sint. Si verum est quod de electore Brandenburgico et Claritudinis vestrae et aliorum literae indicant,11 puto sperari posse id matrimonium, quod Suediae regno infesti aut aemuli adeo perhorrescunt, nec sine causa. Et quod in Suedia futurus est aliquis pro electore residens,12 ad coagulandam amicitiam initium erit.

    Comes Harcurtius brevi hinc abiturus est.13 Dux Anguianus pabuli tempora exspectabit.14 Interim ab Urselae oppugnatione repulsi sunt Galli cum suo damno. In Italia rex Galliae urbem Taurinorum et Carmaniolam reddidit duci Sabaudiae, ab eo vicissim acci-

    454

    piens loca quaedam Pado adsita. Magni videntur hoc anno futuri impetus et Gallorum et Batavorum in Flandriam.15

    Deus cuncta ad aequam pacem regat et, clarissime domine, Claritudini vestrae det prospera omnia,

    Claritudini vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, XI Februarii 1645.

    Adres: A monsieur /monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 75. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 743 no. 1730. Antw. op no. 7285, beantw. d. no. 7337.
    2 - De festiviteiten ter gelegenheid van de meerderjarigheid van koningin Christina (7/17 en 8/18 december 1644).
    3 - De Gazette 1645, no. 19, maakte in een ‘extraordinaire du XIV Fevrier 1645’ haar lezers opmerkzaam op de gebeurtenissen in Stockholm: ‘Les cérémonies de l'acceptation faite par la Reine de Suéde du gouvernement de son Estat’.
    4 - De Staatse ambassadeurs dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse hadden op 26 januari in de vergadering van de Staten-Generaal verslag uitgebracht van hun onderhandelingen in Stockholm.
    5 - Kanselier Axel Oxenstierna en de rijksraden Johan Skytte, Matthias Soop en Ture Bielke ontvingen in januari 1645 hun instructie voor het Zweeds-Deense vredesoverleg te Brömsebro. Zij dienden op 8/18 februari hun eisen in, maar dit was slechts voor de schijn. De onderhandelingen kwamen in een stroomversnelling toen een koerier in de tweede week van mei de Zweedse rijkskanselier het nieuws bracht van een nadere resolutie van de Staten-Generaal in het conflict met de koning van Denemarken (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 165-169).
    6 - Graaf Magnus Gabriel De la Gardie (1622-1686) moest nog twee jaar wachten op zijn toetreding tot de Zweedse rijksraad (17/27 maart 1647); vgl. nos. 5773 en 5866 (dl. XIII), en SBL X, p. 657.
    7 - De dood van Andreas Petri Bladt; vgl. SBL IV, p. 734.
    8 - Hannibal Sehested, Deens gouverneur van Noorwegen, gaf de boeren geen kans om een opstand uit te lokken in Christiania (Oslo).
    9 - Het Zweedse expeditieleger van generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, was reeds op weg naar het aartsbisdom Bremen en het hertogdom Holstein (Lorenz, Das Erzstift Bremen und der Administrator Friedrich während des Westfälischen Friedenskongresses, p. 48-51).
    10 - De Zweedse kolonel Helmut Wrangel had een aanval van de Deense bevelhebbers Frederik, administrator van het aartsbisdom Bremen, maarschalk Anders Bille (Bilde), generaal-majoor Frederick von Bauer en kolonel Claus Ahlefeldt ap zijn steunpunten in Jutland afgeslagen (Gazette 1645, nos. 21 en 222, dd. 18 en 25 februari 1645).
    11 - Friedrich Wilhelm, keurvorst van Brandenburg, was plotseling naar Pruisen vertrokken; volgens Hamburgse nieuwsagenten maakte hij deze reis ‘zu Vollnziehung einiger Heirath mit dem Königl. Fräulein in Schweden’ (Urk. u. Act. I, p. 866).
    12 - De benoeming van Adolf Friedrich Schlezer tot ordinaris Brandenburgs resident te Stockholm (Urk. u. Akt. VI, p. 647, en XXIII-1, p. 67).
    13 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 11 februari 1645.
    14 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, maakte in maart 1645 een inspectieronde langs de kwartieren van zijn leger in Champagne. Omdat de instructies voor zijn nieuwe campagne nog niet in orde waren gemaakt, keerde hij terug naar Parijs. Eind mei vertrok hij naar het front (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 410-419, en Lettres Mazarin II, p. 164-177).
    15 - De voorbereiding van de campagnes van de Franse en Staatse legers in Vlaanderen.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]