Mijnheere,
De tijdinge die wij soo sterck verleden weecke hier hebben gehad, datter tussen de Sweedsche en keyserschen in Bohemen iets soude voorgeloopen sijn, schijnt niet te willen continueren.2 De brieven van Prage brengen alleenlijck mede dat de keyserlijcke armee aldaer in presentie van keyserlijcke Mayesteyt gemonstert wirde ende het commandement daerover aertshertogh Leopold was opgedragen geworden.3 Dat deselve armee, de Gotsische, Beyersche, Hatsveldsche, Saxische en Gallasche4 tsamen gereeckent, 9000 te paerd‹en› wtmaackten ende 4200 te voet. Dat den heere generael Torstenson5 het stedeken Brix, 5 mijlen van Praag,6 hadde ingenomen ende in de asche gelegt ende desselfs casteel was beschietende. Axel Lillie is van Leipsigh7 met 600 ruiters en 300 dragonners d'armee
481
gevolgt. Peer Anderson8 heeft het Saxische regiment van Calenberg geruïneert,9 ligt voor Guben in der Lausnits ende gaet nae desselfs veroveringe nae Bohemen of Moraviën. Den Hessischen generael-major tast Heldrungen noch sterck aen.10Naedat de Deenschen wt Judlant terugge sijn geweecken nae hunne quartiren, soude den overste Helm Wrangel11 mede gemoveert ende het slot Ripen wederom gerecupereert hebben. Seecker is het dat hij met sijn volck, 4000 te voet en te paerde, te Kiel is aengecomen,12 in meeninge Pinnenberg te ontsetten.13 Maer also den graeve Pents de belegeringe alrede verlaeten hadde, mochte het wel Rensburg, Itzehoe of eene andere plaetse gelden. Den voornoemden graeve is van het slot Pinnenberg met sijn volck in groote confusie opgebroocken, eendeels door vrese van des generael-majors Coningsmarck compste,14 anderdeels door een accident dat sich heeft toegedragen. Een soldaet, bij een bosch verlooren schildwacht15 houdende, hoorde het gebrul van drie stieren, die bij geval in het bosch tsamen gecoomen waaren. De schildwacht niet weetende wat het was ende sich imaginerende het gedrom van veele trommelen, liep tot den naesten schildwacht, ende sij twee tot de hooftwacht, roepende alarm, alarm, waerop soo een terror panicus volgde dat de soldaten niet te houden en waaren ende confuselijck verliepen. Selfs graeve Pents, gebeden werdende te willen wachten totdat men imant van den vijant sagh, wilde geen gehoor geven ende heeft sich nae Gluckstad in sijn gouvernement begeven, soodat drie stieren hem van dese belegeringe hebben gejaegt, die hij in wederwille van den aertsbisschop van Bremen hadde aengevangen. Staet oock te noteren dat Coningsmarck doens noch wel 30 mijlen vandaer was, op de andere zijde noch van d'Elve. Tsedert is den voorssegde heere generael-major Coningsmerck met 6000 man te voet en paerd bij Boitsenburg aengecomen; gaet apparentelijck in Holstijn of Bremen. Den aertsbisschop heeft getracht eenigh volck
482
in Stade te brengen, waertoe sich die van de stad niet en hebben willen verstaen.16 Den heere generael-major Wrangel is van d'armee wederom te Wismar17 aengecomen ende laet aldaer de conincklijcke Sweedsche scheepsvloote sterck te water wtrusten en prepareren.Van Osnabruge en Munster heeft men dat monsieur d'Avaux te Osnabruge geweest is,18 Dat de keyserschen het Portug[es]ysche lijck gerne wederom wilden quijt wesen,19 indien sulcx met voeg conde geschieden, also den bisschop ‹van› Frans Willem den ritmeester Wolff desen roof te doen bevoolen en ordre gegeven heeft, dieswegen sij dan oock het faict sooveel mogelijck soecken te ontschuldigen. Dat de keyserschen eindelijck den pas voor de stad Straesburg hebben bewilligt en wtgevaerdigt.20 Dat te Munster de nieuwe Spaensche volmachten waaren aengecomen21 ende den coning van Spaegne den duc de Medina de Las Torres beneffens den bisschop tot Cambray als gesanten nae Munster verordonneert hadde.22
Ick blijve, mijnheere,
u. Excellentie dienstwilligste.
Hage, 20 Februarii 1645.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 27 Febr.