eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7413. 1645 april 10. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Tot noch toe en hebben wij geene tijdinge wt het conincklijcke Sweedsche leger wegen de victorie.2 Tsedert melden de brieven van Regensburg, Nurenberg en Munchen dat den generael Torstenson eene nieuwe bevochten heeft,3 hebbende tweeduisent van de nieuw recolligeerde keysersche ruiters overvallen bij Crembs, 900 daervan nedergemaackt ende de rest gevangengenomen.4 Stein en Crembs souden per force verovert sijn5 ende nu also de passage over de Donau vrij sijn.

    636

    Wt Sweden en Dennemarcken en hebbe geene brieven.6 Van Hamburg niet anders als dat Rodenburg over is ende het Breemsche stift also in Sweedsche handen.7 Den generael-lieutenant Coningsmarck soude sijne armee op 14 dagen in de quartiren betrocken hebben om sich te refrescheren ende hadde den heere overste Wrangel sijne armee mede in Ditmarschen, wordende door het natte weder verhindert eenige plaetse van importantie wijder aen te tasten.8 Van Wismar sijn alrede 11 oorlogschepen in zee geloopen9 ende soude men onder het eilant Meun10 sterck hebben hooren schieten.

    Ick blijve, mijnheere,

    u. Excellentie dienstwillige.

    Den 10 April 1645.

     

    Voor acht dagen hebbe u. Excellentie largo gesignifieert mijn advis op hetgeen u. Excellentie van mij heeft versocht gehad.11 Ick sal het dan volgens u. Excellentie begeeren met een paspoort te versoecken berusten laeten. De heeren die ick tsedert gesproocken hebbe wegen u. Excellentie doortocht door dese landen, vinden geene swaerichijt daerinne.12 Ick sal noch wijder andere sonderen ende wat ick verneme u. Excellentie te weete doen.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 18 April 1645.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 171. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - De resident vermoedde dat de legerkoerier die het officiële verslag van de Zweedse overwinning bij Jankov (24 februari/6 maart) naar Osnabrück moest overbrengen, in een hinderlaag was gelokt; vgl. no. 7404, postscriptum.
    3 - De hoofdmacht van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson was over Jihlava en Znojmo (Znaim) naar Krems an der Donau getrokken.
    4 - De brieven over een nieuw Zweeds succes bereikten op 7 april het kantoor van Hendrik van Bilderbeeck, Staats-Zweeds agent te Keulen (‘Brieven van Bilderbeek’, in Kronijk HG 24(1868), p. 537-538). Op 22 april berichtte de Gazette 1645, no. 45, over ‘la défaite de deux mille Chevaux Imperiaux pres de Crembs, par les Suédois, qui en ont tué neuf cents sur la place, et fait prisonniers la pluspart des autres’.
    5 - De garnizoenen van Dürnstein (Stein) en Krems gaven in de laatste week van maart de strijd op (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 450-454).
    6 - De Gazette 1645, no. 38, ‘extraordinaire du V Avril 1645’, bracht verslag uit van de eerste begroeting van de Zweedse en Deense vredesdelegaties op een eilandje in de rivier de Brömse (8/18 februari 1645): ‘L'entreveuë des Deputez de Suéde et de Dannemarc, pour la paix entre ces deux Couronnes, moyennée par l'Ambassadeur de France’.
    7 - Met de inname van Ottersberg (eind maart) had de Zweedse luitenant-generaal Hans Christoph, graaf van Königsmarck, alle strategisch belangrijke posten in het aartsbisdom Bremen veroverd (Gazette 1645, nos. 42 en 43, dd. 15 april 1645, en Lorenz, Das Erzstift Bremen und der Administrator Friedrich während des Westfälischen Friedenskongresses, p. 51). Inmiddels was hij begonnen een leger te formeren voor een expeditie naar Frankenland (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 447, p. 452 en p. 638).
    8 - De Zweedse kolonel Helmut Wrangel had de Denen uit hun bevoorradingskampen in de ‘Marschlanden’ (de omgeving van Elmshorn, Uetersen, Glückstadt en Krempe) verdreven. In verband met de hoge waterstand moest hij de aanval op Rendsburg en Itzehoe nog enige weken uitstellen (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 636).
    9 - In de haven van Wismar had de Zweedse generaal-majoor Karl Gustav Wrangel vijf schepen zeilklaar gemaakt voor een tocht door de Grote Belt naar de haven van Göteborg (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 633).
    10 - De kapitein van de ‘Swanen’ had voor de kust van Møn de achtervolging ingezet op een Deens oorlogsschip (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 635-636).
    11 - Zie het advies van de Zweedse resident, dd. 3 april 1645 (no. 7404).
    12 - De raadpensionaris Jacob Cats maakte geen bezwaar tegen Grotius' doortocht naar Munster en Osnabrück (nos. 7412 en 7430).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]