eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1059. 1626 februari 27. Aan N. van Reigersberch1.

    (Mon frère,)

    ... raet weer onseecker. Evenwel en can ick niet naelaeten te beantwoorden ... (waer)voor ick uE. ten hoochste bedanck.

    Ick had laestmael wat cort geschreven bij .... ende omdat de voorgaende brieven alles inhyelden, dat ick meende de vrunden .... (De paix met) dye van Rochelle is meest gemaeckt omdat men seecker wist, dat in Engelant .... was. Ick heb brieven gesyen uyt Engelant, waeruyt blijckt, .... alles geresolveert was tot secours, maer oock dat men daer de ...., omdat de coning meester zijnde van de twee eylanden ende van .... meester te sullen werden van de stadt ende daerdoor van de heele parthije .... in 't particulier veel daeraen gelegen te zijn, dat dye .... ende intelligentie tusschen Vranckrijck ende Engelant en is .... niet weynich en helpt de precysheyt van de coninginne2, dye niet ..... den Engelschen eertsbisschop3, waerdoor zij niet alleen veel .... comen te missen, maer oock onaengenaem werdt. Veele ..... schuylt 't gunt de substantie van het huwelijck .... de contrerolle, dye men meende dat aen den president (Loison)4 ... om een creatuyr daerin te stellen. De clergé van .... ende bij pluraliteyt deur intrigues van den nuntius ....... (bisschop) van Chartres5 op haer naem ingestelt ende uytgegeven .... van het parlement was geapprobeert. Mons. de Villau(clercq)6 .... met den Engelschen ambassadeurs over het different van de catholycken van Engelant, soodat deselve ambassadeurs hem niet en willen besoucken ende aen den coning versocht hebben met hem niet te

    27

    besoigneren. Over Auquerre7, wyens departement Duytschlant ende Nederlant is, werdt geclaecht, dat hij niet expedityff en is. Hyeruyt is occasie genomen om mons.r d'Arbaut8 alleen te beswaeren met alle de uytheemsche affairen, dye alrede te voren claegde van te veel beswaert te zijn. 't Schijnt, dat men daer oock een nieuw persoon metter tijdt wil inbrengen, dye als Villeroy9 en Puyssieux10 alleen alle de vremde affairen sal verhandelen.

    Terwijl hyer de paix gesloten werdt, zijn bij dye van de religie noch eenige plaetsen in Dauphiné ingenomen. Ick denck, dat men dye oock recompense sal geven gelijck Rohan11, Soubise12 ende dye Pousyn hadde ingenomen. Men spreeckt hyer van de marquys de La Viefville13 wederom te roupen ende te employeren. Eenige van de religie laeten haer verluyden, dat zij van de ambassadeurs van Engelant ende de onsen secretelijck een acte hebben becomen medebrengende dat de coninginne14 de demolitie van het fort mondeling belooft heeft. De prins van Piedmont15 meent men dat de saecken prepareert tot de paix met Spangnie. Dat gedaen zijnde wil ons oorlogh hart aengaen sonder hoope van vrede in lange.

    't Sal dye van Zeelant hart vallen in 't onderhoudt van de compaigniën te continueren. Men reformeert de compaignie oock tot Bruyssel ende men retrancheert de pensioenen. De tijdingen uyt Persiën zijn goedt. Van Portorico sullen wij naeder onderrechting verwachten.

    In 't spreecken met Hartochsvelt16 ende anderen bidde ick, dat daerop gelet worde, dat het niet en schijne, dat ick sollicitere om employ: voorwaer ick leefde veel liever als particulier.

    Ick com tot het principael. Ick heb nopende de combinatie voor desen mijn advys geseyt, houde noch dat het zeer wel doenlick is ende dat daerdoor de prins alles in twee maenden tijds soude gebracht in volle rust, polityck ende kerckelick. Sonder dat sullen soo de blijvende regierders als de predicanten te hart zijn ende de remonstranten verachten. Ick zie evenwel, dat sonder dat de amnestie zeer slap sal val(len) ....... dat bij ons gedaen is, niet dat ons aengedaen .... bedunckelijk sal zijn, off men daerop in 't landt .... de particuliere vergaderingh der remonstranten ... sal de saeck tot eenicheyt niet comen. Maer ... van de uytlandige predicanten weder te doen comen .... Hoe? Meent men, dat sij soo lache sullen zijn .... connen blijven, hadden sij dat willen doen. A .... (ge)vanckenisse connen bevrijden. Sullen sij haer .... dye particuliere vergaderingh, dye men

    28

    seyt .... met dat de saeck nae behooren werdt .... gaen. De advysen van Rouaen gaven .... boven de consideratiën voor desen ge(geven) .... Wat is metter haest gemaeckt .... tijdt is bij last van den coning mij ... dye over de ses weecken .... stellen. Staet oock te bedencken .... te favorabel voor de roomsche ...... schade. Maer dat in 't rijck, als ick ..... t'eenemael te seer uytgerust is ... daerin behaegen om hem wat te meer aen ons te verbinden, houdende den autheur secreet anders als onder de vrunden. Ick wil God bidden het landt te brengen tot rust ende jegens des vijands gewelt te bewaeren.

    Mijn huysvrouw ende ick doen onse gebiedenisse aen uE. ende aen alle de vrunden.

    Den XXVII Feb. XVIcXXVI.

    UE. dienstwillige broeder
    H. de Groot.

    Mij dunckt, dat het redelijck is, soo men de remonstranten met de andere niet en can vereenigen, dat men se tractere als de luterschen. UE. sal gelieven 't gunt ick [aengaende] de Epistola17 schrijff met mijn broeder de Groot oock te communiceren, alsoo ick voor desen aen hem mede hadde geschreven.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. H 61; zeer beschadigd. Eigenh. oorspr. Vgl. no. 1060.
    2 - Voor zover uit de beschadigde tekst valt op te maken zal hier bedoeld zijn de koningin van Engeland, Henriette Marie (1609-1669), dochter van Hendrik IV van Frankrijk en in 1624 gehuwd met de prins van Wales, de latere koning Karel I.
    3 - George Abbot (1562-1633).
    4 - Zie no. 1058, p. 25 n. 9.
    5 - De nuntius is Bernardino Spada, aartsbisschop van Damiette, kardinaal gecreëerd 19 januari van dit jaar en sedert 30 december 1623 nuntius in Parijs. Achter het woord nuntius ontbreken vier à vijf woorden. De bisschop van Chartres is Léonor d'Estampes de Valency, geboren tegen het jaar 1585, in 1620 bisschop van Chartres en later, in 1647, aartsbisschop van Reims. Hij stierf vier jaar nadien. Over zijn aandeel in de verklaring der Franse geestelijkheid ten aanzien van de Admonitio zie Mercure François XI Suppl., p. 98-110.
    6 - Henri Auguste de Lomenie; zie no. 879 (II, p. 337).
    7 - Nicolas Potier d'Ocquerre; zie no. 880 (II, p. 338 v.). Hij stierf bij het beleg van La Rochelle in 1628.
    8 - Raymond Phelipeaux, seigneur d'Herbault, de La Vrillière et du Verger (geb. 1560). Hij werd trésorier d'Épargne in 1599 en in 1621 secrétaire d'État; in 1624 werd hij secrétaire d'État des Affaires Étrangères en stierf in functie in 1629; zie ook no. 880 (II, p. 338) en II, p. 337 n. 7.
    9 - Zie no. 879 (II, p. 337 en n. 6 aldaar); vgl. II, p. 433 n. 3.
    10 - Zie no. 879 (II, p. 337 en n. 5 aldaar); vgl. II, p. 326 n. 3.
    11 - Henri, hertog van Rohan (1579-1638), aanvoerder der hugenoten.
    12 - Benjamin de Rohan, seigneur de Soubise (1583-1642), broer van de hertog van Rohan.
    13 - Charles de la Vieuville; zie II, p. 408 n. 5.
    14 - Anna van Oostenrijk (1601-1666), oudste dochter van Philips III van Spanje en als gemalin van Lodewijk XIII koningin van Frankrijk.
    15 - Vittorio Amedeo, de oudste zoon van Carl' Emanuele, hertog van Savoye.
    16 - Cornelis Jansz. Hartingsveld, lid van de vroedschap te Rotterdam.
    17 - Zie no. 1051, p. 12 en n. 6 aldaar; zie ook no. 1057.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]