Mon frère,
Over vier dagen hebbe ick wt den uwen van den tweeden deser de goede verlossynge van mijn zuster verstaen, daerover seer ben geweest verblijt, hoopende dat hare indispositie met dat pack sal sijn affgeleyt.
Doctor Pijnacker2 heeft mij oock geseyt tot Montreal onse suster3 te hebben ontmoet, twijfele niet ofte is nu bij U, dat ick met blijschap hooren sal.
88
Wat belangt de presentatiën, die daer geschieden, souden wel bedenckelijck sijn bijaldien daer staet op conde werden gemaeckt; maer het sal met het begonnen dessein van commerciën gaen gelijck alle Fransche entreprises. Ick late evenwel niet naer soo veel mij mogelijck is te doen verstaen, dat daer nadeel wt is te vresen.
Vier gedeputeerde, die op de vergaderynge4 commen van Amsterdam, sijn geresolveert sijne Ex.tie van uE. rappel te spreecken; so veele hebbe ick in de stat te wege gebracht, et .. fuerunt ibi .... illis crebr(iores). Den drossaert Hooft doet oock goede devoiren ende corresponderen in dat beleyt, gelijck oock de heer Bicker5, een van de vier; de drie andere sijn den burgemeester Geelvy(n)ck6 Geurt Dircksz7 ende burgemeester Bas8. Wij moeten sien, wat vallen sal. Bicker is noch hier niet mits een coortse, moeten hem verwachten, sullen dan sien, wat vallen wil. Sijn Ex.tie wert geseyt datelijck in den Hage gecommen te sijn. Binnen twee dagen sal ick mijn schuldyge plicht doen ende daer naer op de saecke passen, met ernst aenhouden; moeten sien wat den tijt lijden kan. Daer dienen noch eenyge dagen door te laten loopen, uE. mach wel vertrouwen, dat van den oorboir niet sal werden versuymt; hoope Godt ons voornemen segenen sal.
Schrijve dit met haest in een vremt huys. Blijve naer mijn gebiedenisse aen beyde mijn susters
UE. dienstwilligen broeder
N.v. Reigerberch.
Adres: A monsieur monsieur Grotius à Paris.
In dorso schreef Grotius: Martini (?) 1627 Reigersberg9.