eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1132. [1627 februari 14.] Van J. Wtenbogaert1.

    . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

    Ick was eergisteren in breede communicatie met de Sr. Beaumont2 biddende, dat hij mij rondelick wilde seggen, wat hij docht van 't humeur van C.3. Daer quam niet anders uyt dan dat hij wonderlick scrupuleus was. Dit blijckt aen alle sijne actiƫn. Ick heb uE. geadviseert, dat hij gaern had een voorslach tot accommodatie, om parthije in 't ongelijck te stellen: dan soude hij voortgaen. Dit staet noch soo; ick weet die accommodatie niet te vinden. Middelertijdt geschiet overall grote conniventie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

    Notes



    1 - Het hs. heeft deel uitgemaakt van het bezit der Remonstrantse Kerk te Rotterdam, zie Rogge, Brieven Wtenb. III 4, p. 324 n. 1. Toen dit bezit werd toevertrouwd aan de Gemeente-Bibliotheek te Rotterdam, bleek bij de controle in 1949, dat het zich niet meer onder de stukken bevond. Het is gedeeltelijk gedrukt bij Rogge, op. cit., p. 323. Op grond van Rogge's regest op. cit., p. 321 schrijf ik het fragment toe aan de brief van 14 februari 1627.
    2 - Simon van Beaumont.
    3 - Cousijn, d.w.z. Frederik Hendrik.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]