eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1405. 1629 juni 9. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    De uwe van den XXVII2 ende dye van den XX zijn mij teffens ergisteren behandight, waeruyt ick bemercke, dat de brieven, dye door Caracalla3 comen, werden opgehouden acht daegen, omdat ick geen verscher tijdinge soude hebben dan hij, 'twelck voor desen meermael is gebeurt, waerom wij dye wegh dyenen te mijden. Evenwel soo wanneer zijnen man sal gecomen zijn, soo sullen wij het best doen om hem te gebruycken.

    Ick danck uE. van de advysen ende insonderheyt van de particulariteyten van 's Hertogenbosch, 'twelck hyer de meeste materie is van discoursen.

    De coninginne-moeder4 toont grootelijcx te verlangen nae 't vredessucces, te meer, alsoo de vrede in Italië niet vast en houdt, jae veele apparentiën zijn van oorlogh. Men seyt XVm man van de keyser5 derrewaers marcheren, dye de Switsers ende Grisons lang in achterdencken hebben gehouden. Hyerom is 't, dat veele meenen ende oock door advysen oordeelen, dat Rohan6 ende dye van de religie haer wat buygende de coning haer mede tegemoedt sal gaen ende de paix aenvaerden, 't welck Godt geve; om deselve reden, soo Engelant daertoe genegentheyt thoont, sal hyer ter harte genomen werden den stant van de oude geallieerde ende mocht in sulcken gevalle monsr de Chasteauneuf7 wel in ambassade extraordinaris uyt Engelant gaen nae Hollant, waerop men sal dyenen te letten in 't bejegenen van Hauterive8. Den coning is nyet heel wel te passe ende alsoo de lucht van dye quartieren in de somer dangereuser is, raden de medicijnen zijn vertreck, 'twelck wel mocht herrewaert uytvallen, alsoo dese groote stadt zijne presentie wel van doen heeft.

    67

    Aen mijn broeder de Groot schrijf ick nu niet, omdat ick hoope, dat hij 't paspoort, waerom ick ten derdenmael heb geschreven, sal hebben ontfangen ende nu op wegh sal zijn. Ick ben verstoort op den drucker9, dye Grol soo lang ophoudt ende noch soo onbeschaemt is, dat hij seyt, dat men het soude mogen ophouden om daerbij [te] vougen 't succes van 's Hertogenbosch10. Hij en tracteert mij niet om veel voor hem te doen. Men had hem behooren beter te doen (spreequen) off de copye weder te eyschen. Men moet met dat volck niet handelen dan met wel beschreven conditiën. Ick en meen mij oock niet te verobligeren om voortaen te continueren om de historie te schrijven van deghenen, dye de macht hebbende mijn geleden ongelijck te redresseren, daerop niet en dencken off vresen wat ondancx te begaen. Ingratis servire nefas.

    Anthemius'11 discoursen toonen wel, dat men mij liever hyer heeft als daer. Ondertusschen is het niet dan al te waer, 'tgunt ick uE. geadviseert heb van de betaelinge, hoewel wij om reden goede myne maecken. 't Is goedt, dat hij van Orangie hem soo verre verclaert; 't gepasseerde is gepasseert. Het toecomende moet verhoedt werden, waertoe de victorie van 's Hertogenbosch ende de reputatie van Sijn Excellentie veel sal helpen. Men estimeert hyer niemand dan dye hem doet ontzyen.

    Hostile credideris folium discisse Sibyllam12.

    Ick en vinde niet goedt, dat uE. eenige propoosten houd met Anthemius om mijne betaelinge hyer te vorderen. Hij en heeft gheen authoriteyt om de saeck te vorderen, soo men hyer vanselffs de intentie niet en heeft. Dat anderen als uE. van mij bij hem wel spreecken ende thoonen, dat wij vrunden hebben, sal in alle occasiën goed doen, midts dat het soo geschiede, dat het niet en schijne geprocureert.

    't Ophouden van 't restablissement van Diocletianus13 doet hyer quaed. Van onse salpeters crijgh ick noch geen advys uyt het leger, sal door vrunden doen aenhouden. Salcheme14 is een clouck persoon, dye credyt heeft bij den president Cromhout15 zijnde zijn verwant. Vrijheyt van publyck executie van de religie in 's Hertogenbosch meen ick niet, dat ons volck sal accorderen zyende op voorgaende exemplen. 't Waer een ander, soo eenige stadt haer onbedwongen bij d'Unie wilde vougen. De propoosten van graaf Ernst16, bij uE. voorgaende verhaelt, zijn van groote consideratie ende behooren Gallus17 wacker te maecken. Men seyt hyer, dat Pyeter Heyn desseing gehadt heeft op Oostende ende een canonier was omgecocht om 't vyer in des stadts buscruyt op 't aencomen van de vloot te stecken, maer dat dit is ontdeckt. Men spreeckt oock van een entreprinse, dye geweest is op Bergen op Zoom.

    68

    Meer voor dese tijdt niet hebbende, sal uE. recommanderen de continuatie van de sorge voor al dat mijn is ende Godt bidden uE. met de vrunden te bewaeren.

    Den IX Junij XVIcXXIX tot Parijs.

    Uwer E. dyenstwillige
    H. de Groot.

    Mijn huysvrouw sal van het behangsel uE. eerstdaegs adviseren, maer wenschte wel uE. haer sondt de grootte van het ledicant, daertoe het gebruyckt sal worden.

    Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant.

    In 's Gravenhage.

    port.

    In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den 9 Junij 1629 tot Paris.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 13 k. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 1403.
    2 - No. 1403.
    3 - Gideon van den Boetzelaer, heer van Langerak.
    4 - Maria de Medici.
    5 - Ferdinand II.
    6 - Henri de Rohan, aanvoerder der hugenoten.
    7 - Charles de l'Aubespine, markies van Châteauneuf.
    8 - François de l'Aubespine, markies d'Hauterive; zie III, p. 54 n. 7.
    9 - Willem Jansz. Blaeu (1571-1638), uitgever en cartograaf te Amsterdam. Bij hem verscheen nog in 1692 Grollae Obsidio; zie Ter Meulen-Diermanse, no. 712.
    10 - Op 17 september 1629 ging 's Hertogenbosch over.
    11 - Nic. de Baugy, Frans gezant in Den Haag.
    12 - Vgl. Juvenalis, Sat. VIII, 126: Credite me vobis folium recitare Sibyllae. Voor de bladerorakels der Sibylle vgl. Vergilius, Aen. VI, 74; III, 444.
    13 - Cornelis van der Myle; zie over hem II, p. 461 n. 1.
    14 - Dr. Joannes Saackma; zie no. 1403, p. 65 n. 1.
    15 - Nicolaes Cromhout; zie III, p. 48 n. 4.
    16 - Ernst Casimir (1573-1632), graaf van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland, Groningen en Drente.
    17 - Frederik Hendrik.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]