eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    Bijlage no. 14
    Bij no. 1617
    Postscriptum van N. van Reigersberch aan Maria van Reigersberch1 dd. 13 april 1631.

    Me Joffrou,

    Ick verstaen met blijschap, dat uE. reeckenynge maeckt vandaer te trecken, maer wenste uE. noch eene brieven naer desen daer noch vont, alsoo dan nader soude connen adviseren, wat mij noodych is. Ondertusschen hoope ick, dat uE. niet sal vergeten pluche tot een mantel mede te brengen. U broeder den reeckenmeester2 is hier met sijn vrouken ende moeder3. Ick verlange seer te hooren, wat uE. geresolveert is te doen. Schrijve met seer grooten haest.

    Notes



    1 - Niet bij Rogge, Br. Maria v. Reigersb.
    2 - Johan van Reigersberch; zie III, p. 134, n. 2.
    3 - Resp. Jacoba de Weert en Maria Nicolaï.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]