eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1647. 1631 juni 22. Van J. Wtenbogaert1.

    Mijn heer,

    Mijn leste aen uE. was van den 28en April, sedert noyt letter van uE. gehadt, buyten gewoonte. Joffr. uE. huysfrou was voor XIIII dagen bij mij, maer had voor mij niet van uwe E., reisde voort nae Amsterdam. Van haer wedercomste heb noch niet vernomen.

    Middelertijdt is wat voorgevallen, dat eenige mijner bloedtvrienden raackt, daerin ick seer instantelick worde versocht uwer E. hulp ende ernstige voorbidden te versoecken. Dit sal nu wesen teenich subiect van dit mijn schrijven, de reste op een ander tijdt, mitsdien dese haest heeft, daernae oock gewacht wordt ende mogelick gesonden sal worden door handen, door dewelcke ick ongaerne van andere saacken soude schrijven.

    404

    Een jongman, Ferdinandus delle Faille2 genaemt, tot Harlem geboren ende aldaer in de publycke kercke gedoopt, doende tot Bordeaux sijn eygen ende anderer affaires in coopmanschap, is aldaer onlancx overleden. De fiscus tast alles aen, wil de boecken hebben, soeckt overall de handt in te slaen, gebruyckende daertoe oock tkerckelick middel van openbare dreyginge van den predickstoel, off es profves, met excommunicatie tegen dieghene, die yet den overleden toecomende achter houden off niet aen en brenghen. Ick achte, dat dit alleen geschiet uyt craght van het droit d'Aubeigne des conincx3. UE. weet het tractaet deser landen met S. Mat., bij dewelcke onse inwoonderen daervan worden geëximeert.

    De voors. La Faille, overleden, was van mijne vrienden, van zijner ende mijn moeders wegen, hebben alle tijdt goede vrientschap oock met zijn zal. vader4 - die van Antwerpen was, broeder van Marten della Faille5, aldaer wel bekent, waervan oock de welbekende geleerde Daniel van der Meulen zal.6 de suster7 hadde getrout - ende moeder8 gehouden. De suster9 des overleden woont noch te Haerlem, is nu hier bij mij, clagende haer noodt. De heeren Cromom10, die mede van t'maachschap is, bij denwelcken oock de voors. joffr. logeert, neemt de saecke mede seer ter herte, de heer Reygersberch, uE. schoonbroeder11 schrijft oock deser saeck halven aen uE., soo ick verstaa.

    Ick bid, mijn Heer, laet mijne interessen oock wat bij uE. gelden. Daer moet, soo uE. weet, gearbeydt zijn om van Thoff aldaer off van de Raden van S. Mat. off andere diet aengaet, te vercrijgen brieven aen t'parlement off den fiscum van Bordeaux, om inhibitie, dat S.E. niet voort en gae, maer d'executie staeckt. De bewijsen, dat d'overleden een Hollander is ende t'beneficie tot dat tractaet mede behoort te genieten, zijn ten deel all derwaerts ende sullen noch meer derwaerts gesonden werden. Oock mogelick brieven van haere H.M. geïmpetreert aen den Heer ambassadeur Langerack12 ten fine als voren.

    Dit voorschrijven wordt in de haest versocht aen uE. oock door raedt van den Heer Cromon, om terstont voorder gesonden te worden met bode als voren. Ick behoeve uE. niet vorder daertoe te seggen; uE. weet, wat daerin te doen is. Ick recommandeer uE. de saeck ten hoochsten ende ben alle tijdt wederom tot uwer E. dienst.

    405

    Hiermede, mijn heer, blijf den Heer bevolen ende hertelick gegroet van

    22 Junii 1631

    uwer E. ootmoedich dienaer
    J.W.

    Met grote haest, alsoo het middach is ende men dese gaerne metten ordinaire soude senden op Amsterdam. UE. houde de haesticheyt ten beste.

    Adres: Aen mijn Heer Mijn Heer de Groot Tot Paris.

    In margine schreef Grotius: 22 Junii 1631 v. Meden.

    En nogmaals: 22 Junii 1631 Van Meden.

    Notes



    1 - Hs. Bibl. Gem. Rotterdam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 2076: 4. Eigenh. oorspr. Regest Rogge, Br. Wtenb. III: 4, p. 105.
    2 - Ferdinand della Faille, hervormd gedoopt op 17 april 1586.
    3 - Het ius albinagii (droit d'aubaine) was het recht van de landsheer op de in zijn gebied opengevallen nalatenschappen van vreemdelingen. Grotius spreekt erover in zijn Inleiding tot de Hollandsche rechts-geleertheyd, 's-Gravenhage 1631, I, 13.2.
    4 - Jacques della Faille († 1615), koopman te Antwerpen. In de strijd met de Spaanse koning Philips II stond hij aan Staatse zijde, hetgeen oorzaak werd van zijn uitwijken, toen Alexander Farnese de stad in 1585 tot overgave dwong.
    5 - Marten della Faille († 1620), broer van Jacques; hij bleef katholiek en te Antwerpen.
    6 - Daniel van der Meulen († 1600), eveneens koopman te Antwerpen; met zijn broer Andries speelde hij een rol in het verzet van zijn vaderstad tegen Alexander Farnese en week na de capitulatie in 1585 uit.
    7 - Hester de la Faelye of della Faille was op 24 december 1584 hervormd getrouwd met Daniel van der Moelen (Meulen) uit Antwerpen.
    8 - Josyne Hamelt of Hamels.
    9 - Eveneens Hester genaamd en op 10 december 1596 gedoopt.
    10 - Mr. Gerard Cromon, over wie Maria schrijft in haar brief aan Hugo dd. 27 augustus [1627]; zie III, p. 163 en n. 6 aldaar.
    11 - Nicolaes van Reigersberch.
    12 - Gideon van den Boetzelaer, heer van Langerak, ordinaris ambassadeur van de Republiek te Parijs.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]