Mijn heer,
De saecke van uE. Neef2 bij uE. laeste brieven aen mij in t' breede verhaelt heb ick wel ingenomen ende hebbe alrede de occasie waergenomen om iet daerin te arbeiden met te meerder lust, omdat nevens de affectie, die ick altijd heb gehadt om alle personen tot redelijck accoord te raiden, oock bijcomt uE. recommendatie, die bij mij altijd sal sijn van hooge gewichte. Ick bidde Godt, mijn heer, dat hij uE. noch een tijdt in gesontheit wil spaeren tot sijnen dienst ende mij de gelegentheit geven om metterdaet te mogen toonen, hoeseer ick mij houde te sijn
UE. geobligeerde dienaer
H. de Groot.
Tot Hamburg, den 24 Sept. 1633.
Adres: Mijn heer Mijn heer Utenbogard.
In dorso schreef Wtenbogaert: Grotius 1633 Recepta 5. Octobris. Resp. 8 Octobris; van Augustijn neeff.