Groot Mogende Heeren,
De zucht, die ik altijt gehadt heb tot het landt van mijne geboorte, heeft mij uit verscheide eerlijke conditiƫn, die mij waren voorgekomen, doen kiezen den dienst van het Koninkrijk van Zweden, welkers intresten in deze gelegentheit van tijden zeer vast zijn geknogt aan de intresten van de landen geregeert bij uwe Groot Mogentheit en hare bondtgenooten, zoodat ik dienst doende gelijk ik verhope aan de Kroon van Zweden het genoegen zal hebben om tevens niet onnut te zijn voor Hollandt en zijne bondgenooten, voor welkers behoudenis en uwer Grootmogentheits gelukkige regering ik noit zal laten, Grootmogende Heeren, God Almachtig te bidden.
Uwer Grootmogentheits ootmoedige
Dienaer
H. de Groot.
Te Frankfort den 3/13 July.
1634.