eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2077. 1635 mei 6. Van G. van Hogendorp1.

    Mijn Heere Ambassadeur,

    Mijn Heere ambassadeur laet ick hiermede weten, dat Sijn Excellencie den Heere rixcantslar2 aen mij geschreven, dat ick Sijne Excell. altoost berichten salle, wat deeser ortten passeert, ende sulcke brieven aen mijn heere ambassadeur t'addresseren. Hebbe also hiermede aen Sijne Excell. den verloop, wat hier in 't

    448

    Rhijngow met ten vijant vorgegaen, ende hoe het sonsten deser ortten staet. Mijn heere ambassadeur wille gelieven, sulcks schrijven aen haere Excellencie bestellen te laeten. Waer mijn heere ambassadeur ick wederom gratificeren ende dienen cann, heeft mijn heere mij te commanderen.

    Darmede mijn heere ambassadeur Godt den Almachtig in genaden bevohleu.

    Maynz 26 Aprilis/6 Maij in't Jaer 1635.

    U Eies. dienstwillige dienaer
    G. van Hogendorff.

    Ten vijant heeft het Rijngow ingenommen gehat, ick hadt hem weder daruyt gejagt. Tegenwoordig is ten vijant weder darin ende wij hebben oock noch het schlot Ehrenfels, den toll ende den muystorn bij Bingen besett.

    Notes



    1 - Hs. Rotterdam, Gem. Arch. cod. no. 131. Eigenh. oorspr. Gedrukt Dr. F.K.H. Kossmann, De Spelen van Gijsbrecht van Hogendorp Met twee facsimiles 's-Gravenhage Martinus Nijhoff 1932, p. XIII. De schrijver, Gijsbrecht of Gijsbert van Hogendorp (1589-1639), was officier van de lijfwacht van prins Maurits geweest; bovendien was hij literator. In 1635 was hij commandant van Mainz in de dienst van Zweden.
    2 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]