Search
Add panel
[tiler debug info]
Gisteren heb ick geschreven2 met een extraordinaris; desen comt met den ordinaris bode.
Wij hebben hier een van Cimons3 volck, die om Simonides4 comt; relateert de mareschaux5 den reveue hebben gedaen ende bevonden effective tusschen de sesthien [ende] seventhien mille te voet, vier ende vijff duysent paerden. Het viants leger leyt niet verde van het onse, hebben vijff duysent man met ammunitie ende vivres in Stevenswaert gebracht. Ten laet hem niet aensien, ten ware met eenych notabel effect van daer occasie gegeven werde, dat desen somer veel bij ons off den viant can werden voorgenomen. In ons leger blijven de vivres noch al wat duyr, doch meest in het Franse quartier, alsoo de soetelaers ende lantluyden, die den toevoer souden doen, bij eenyge op den wech ende elders insolentelijck sijnde getracteert, geen lust hebben om hare waren daer te brengen; doch men stelt daerin al de ordre, die men kan.
Ses Oostindische scepen sijn gelijckelijck met ladynge, waerdych ses millioenen, binnen gecomen. Wt Westindiën hebben wij geen tijdyngen.
In Spaengen wert sterk geëquipeert, men hoort het is naer Brasil, ende sal de vlote tegens halff Ocht., naer men gist, claer wesen.
Manlius6 ende sijn vrienden doen grote devoiren om bij Aristoteles7 te
104
geraecken, hopen het in absentie van Gracchus8, soo het schijnt, best te wege te brengen, doch, naer Iovinianus9 oordeelt, sal het wel werden verschoven. Serranus10 schrijft seer grote clachtbrieven. Mij sal lusten de wtcomste van dien heelen handel te sien, waerin ick noch blijve van mijn voorgaende opinie, hoewel ick wel mercke, dat sijn difficulteyt hebben sal.In dorso schreef Grotius: N. Reig., p.d. 21 July 1635.
