eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    3359. 1637 november 23. Van N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Met de gesontheyt van mijnheer den prins2 gaet het niet wel ende werd geoordeelt op een quarteine sal lopen, hetwelck mij becommert. Het acces valt alreede seer difficyl ende swaerwichtige affairen, die veele vallen ende alle bij sijne Hoocheyt werden gedelibereert, ende particuliere berichtyngen staen daerdoor interest te lijden.

    Veel van3 Nordianus'4 volck sijn met Vosbergen5 vertreck6 qualijck te

    747

    Eurypylus7, hebben oock eenyge in mandatis8 instructie te doen tot wede[r]comste9 ende Corillus10 sonder uytsetl te doen casseren11. Over Vilhmerus12 vallen meer ende meer clachten, dat mogelyck oorsaecke van remedie sal wesen. Men maeckt staet, dat den heer Vosberge, die gisteren oft vandage met den oostenwint eerst is gereyst, voor Kerssemisse wederom thuys sal wesen. Den ord(i)naris13 verstaet hem te cort is geschiet ende claecht bij sijn confidente seer daerover. Asmundus14 ende de sijne leven met Vosberge15 gelijck als confidente; van Gelher16 heeft hij maer redelijck contentement, van Knuit17 geen.

    Waerop het gerucht, dat de Staten-Generael de vergaderynge van Hollant wilden beletten, de coetsen van den heere Camerius18 ende Spierynck19 moyte hebben gehadt, is gefundeert, weet ick niet.

    Tot weerynge van den Poolschen tol20 sal alles, wat mogelijck is, werden gecontribueert sijnde tot dien eynde deputatie gedaen van eenyge wt de vergaderynge van Hollant ende de heeren, die voor desen in Pruissen sijn geweest om de bequaemste middelen te overslaen.

    Den afgesonden van de Republiek van Genua21, die als een agent is ontfangen, als een agent vereert, is met een gouden kettynck van negen oft thien hondert guldens van de staet ende defroiement van de stat van Amsterdam wederom vertrocken; dat yet als aenbiedenynge van generalevriendschap ende intelligentie heeft gebracht, verneme ick niet, hoewel in particuliere discoursen tot Amsterdam getoont heeft, alsof de Signoria haer meende te emanciperen van Spaengië.

    Vanwege de gemelte Signorie is hier gebleven een agent22, die oock pasport

    748

    ende sauvegarde heeft om te plattelande ende elders, daer het hem gelieft, te mogen gaen23.

    Wat nu aenbrengt den Ambassadeur van Polen24, binnen twee dagen ingehaelt ende wt Engelant gecommen, alwaer drie maenden is geweest sonder audiëntie te crijgen, sullen wij hooren. Den heer Joachimi25 vertreckt nu met den admirael van Hollant26, die naer zee gaet met 12 scepen; de reste volcht.

    Van de beroerten in Portugael hebben de coopluyden tot Amsterdam diverse advysen. Van Angola sal niet wesen.

    Dat hartoch Barents27 forten over Rhijn bij Jan de Waert28 sijn verovert, adviseert Bilderbeeck29.

    Hetgene in de saecke van Galilaei30 met de doot van de heer Reael31 is verloren, sal door den heer Boreel32, die deselve nu handhaeft, werden gesuppleert. Den heer van Zuylecum33 seyde mij dese dagen, dat sonder mondelynge conferentie met Galilaeo dat secreet terdegen soo het behoort niet sal werden gepenetreert ende offereert hem een Hortensius34, die nevens den heer generael35 daertoe was gecommitteert om de reyse te doen; daerop moet nu voort aengehouden werden.

    Dit geschreven hebbende ben geweest de visite doen aen den heer ambassadeur van Vranckerijck36, die mij met seer veel beleeftheyt heeft ontfangen getuygende meermalen in wat estime sijn Ex.tie uEd. hadde, met verclarynge, dat hij bij gelegentheyt met brieven hetselve oock soude getuygen. Sijn conclusie tendeerde om seer estroicte kennisse met mij te maecken ende veel van de forme van desen staet - want daerop waren propoosten gevallen - van mij te willen leeren, waerop ick toonde mijnselven daertoe onbequaem ende sijne Ex.tie van niemant beter conde van alles werden geïnformeert als van de heer Brasset37, verseeckerende voorts sijne Ex.tie, dat ick altijt was geweest ende uEd. altijt hadde gekent vol genegentheyt om desen staet te sien in een goede intelligentie met de croone van Vranckerijck.

    Van daer commende versocht mij den heer van Noortwijck38 bij den ambassadeur van Polen, die seer als mijn out confident vrient naer mij hadde gevraecht, te willen eeten, alwaer ick hebbe gehoort de confirmatie, dat sonder audiëntie naer

    749

    drie maenden vertouven wt Engelant is getrocken. Aleer den conynck39 audiëntie wilde geven, begeerde, hij soude verclaren, dat de brieven bij den conynck van Polen40 tot recherche van de princesse Palatine41, met sijn eygen hant geschreven, waren gesupposeert ende bij den conynck niet geschreven. Aen de coninginne van Bohemen42 ende princesse heeft de gemelte ambassadeur brieven, bij denselven conynck geschreven, excuserende sijne sincere interesten niet tewege hebben connen brengen, met presentatie alles tot restitutie van den Pals ende hartoch van Simmeren43 wat hem mogelijck is bij te willen brengen.

    Wat voorts den tol aengaet, sie wel het den conynck van Polen ernst is, maer hier sal men het niet lijden ende is de opinie licht is te beletten. Om dat middel te versachten seggen sij alleene willen ontfangen 3½ ten hondert, dewelcke aen Dansyck nu werden betaelt ende des conynckx meenynge sijnde de commerciën van daer op Elbingen te diverteren, alwaer de 3½ niet souden werden gegeven. Die van Dansyck dit voorsiende weygeren eenyge coopmanschap te ontfangen, waervan tol aen den conynck is gegeven. Aen de tafel van den Poolschen ambassadeur vond ick Artisoski44, die mij seer naar uEd., aen dewelcke hij seyde te willen schrijven, vraechde; sal mij oock commen besoucken.

    Met Caesar45 vordere ick niet soo; het blijft haperen; sal de insinuatie doen doen.

    Tot Wenen is den heer Aysma46 overleden, oock den heer van Stralendorf47, beyde van een heete coortse.

    Uwen outsten48 sal ick soo haest van hier helpen als mogelick is.

    Desen 23 Nov. 1637.

    Adres: Mijnheer de Groot, Raet ende Ambassadeur vande Coninginne ende Croone van Sweden bij den alderchristelijcksten Conynck.

     

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 2 dec.

     

    In dorso: 23 Nov. 1637 N. Reigersberg.

     

    En nogmaals: 23 Nov. 1637 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., cod. 30 Ao 5. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 412. Ged. gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 130.
    2 - Frederik Hendrik.
    3 - Het woord ‘van’ staat in de tekst in code met de betekenis door Grotius erboven geschreven.
    4 - Codenaam voor Holland. Grotius heeft er ‘Hollant’ boven geschreven.
    5 - Caspar van Vosbergen. De naam ‘Vosbergen’ staat in de tekst in cijfer: 1.20.2.800.890.22.50.17.11.50.49., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    6 - Het woord ‘vertreck’ staat in de tekst in cijfer: 35.24.71.3.45.50.12.8., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    7 - Codewoord voor ‘vrede’. Grotius heeft er de betekenis boven geschreven.
    8 - De woorden ‘in mandatis’ staan in de tekst in cijfer: 31.21.700.812. 16.23.73.10.48.32.56.86., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    9 - Het woord ‘wede[r]comste’ staat in de tekst in cijfer: 69.75.58.82.98.46.67.63.70.75., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    10 - Codewoord voor krijgsvolk. Grotius heeft er ‘crij[g]svolck’ boven geschreven.
    11 - De woorden ‘te doen casseren’ staan in de tekst in cijfer: 70.24.850. 105.46.700.75.49.98.83.63.700.[..].86.24.88., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    12 - Codenaam voor Staten-Generaal. Grotius heeft de betekenis erboven geschreven.
    13 - Willem van Liere, heer van Oosterwijk. Het woord ‘Den’ staat in de tekst in code met de betekenis door Grotius erboven geschreven; het woord ‘ord[i]naris’ staat in cijfer: 20.17.10.[ .. ].49.76.17.31.2., eveneens met de ontcijfering erboven geschreven.
    14 - Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch. Grotius heeft erboven geschreven: N. v. Reig.
    15 - De naam ‘Vosberge’ staat in de tekst in cijfer: 35.46.33.89.82.94.700.912.36.24., met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.
    16 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik. Grotius heeft er ‘Prins’ boven geschreven.
    17 - Johan de Knuyt. Het woord ‘van’ staat in de tekst in code met de betekenis door Grotius erboven geschreven; de naam ‘Knuit’ staat in cijfer: 8.49.35.31.700.32., met de ontcijfering erboven geschreven.
    18 - Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    19 - Petter Spiring Silvercrona, raad van financiën van Zweden.
    20 - Zie p. 675.
    Op deze hoogte heeft Grotius in margine geschreven: ........ (onleesbaar).
    21 - Giacomo di Negrono.
    22 - Francisco Patnuccio.
    In margine schreef Grotius: ........ (onleesbaar).
    23 - Op deze hoogte heeft Grotius in margine geschreven: trefves.
    24 - Andreas Rey de Naglowice; hij was op 19 november door de Staten-Generaal verwelkomd.
    25 - Albert Joachimi, heer van Hoedekenskerke, ordinarius Staats gezant in Engeland.
    26 - Maerten Harpertsz. Tromp.
    27 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    28 - Johan van Werth, ruiter-generaal in dienst van keizer Ferdinand III.
    29 - Henrick van Bilderbeek, agent van de Staten in Keulen.
    30 - Galileo Galilei.
    31 - Dr. Laurens Reael.
    32 - Willem Boreel.
    33 - Constantijn Huygens, heer van Zuylichem.
    34 - Martinus Hortensius.
    35 - Dr. Laurens Reael.
    36 - Jean d'Estampes, markies van Valençay.
    37 - Jean Brasset, Frans gezantschapssecretaris in Den Haag. In margine heeft Grotius op deze hoogte geschreven: Pour sçavoir les intentions.
    38 - Nicolaes van den Bouckhorst, heer van Noordwijk.
    39 - Karel I van Engeland.
    40 - Wladislas VII (IV) van Polen.
    41 - Elisabeth (1618-1680), oudste dochter van Frederik V van de Palts. In 1636 had de Poolse gezant Johan Zawadski de mogelijkheden onderzocht van een huwelijk tussen haar en Wladislas. Toen dit huwelijk geen doorgang vond, werd Andreas Rey naar Engeland gestuurd om daar het gevoel van ontstemming weg te nemen.
    42 - Elisabeth Stuart, weduwe van paltsgraaf Frederik V, de Winterkoning.
    43 - Ludwig Philipp, paltsgraaf van Simmern (1602-1655).
    44 - Kolonel Christoffel von Artischau Arciszewsky. In de lente van 1637 was hij uit Brazilië naar de Republiek teruggekeerd.
    45 - Codenaam voor Rotterdam. Het betreft de pogingen door Grotius en voor hem ondernomen om zijn achterstallig salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    46 - Foppe van Aitzema.
    47 - Peter Heinrich von Stralendorf, vice-kanselier, gestorven op 18 oktober 1637.
    48 - Cornelis, die op terugreis uit Zweden zich in het vaderland ophield.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]