eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    152A. 1608 december 13. Van J. Boreel.1

    Plures a te, vir clarissime, literas accepi, gratissimas omnes.2 Sed nulli earum ego ita respondi, ut mihi satisfacerem; propterea quaedam non missae, quaedam etiam remissae reverso ante traditionem patre meo.3 Ista quam inclusam mitto antehac displicuit, sed indignus mihi visus sum dignissimis tuis si nihil omnino rescriberem. Atque hoc quidem facio ea spe, quinimo fiducia, uti meas ubi legeris Vulcano tradas.4

    Quod inter ϕιλοπατρίδας et ϕιλοπτολέμους ita te medium gerere non potes uti utrisque tuum studium probes, haud sane miror.5 Idem nobis hic accidit; vix ulla actio, vix ullum colloquium a reprehensione tutum est. Laceravi epistolam unam qua te certiorem feceram quo in statu res nostrae essent, et cum tremerem ἀποτολμῆσας scripseram esse nunc עֵת גָלוּת הַסְּלַנְדִיהָ,6 quod ipsum adhuc iudico. In Martiali7 nihil ita metuo atque vehementiam et ἀταξίαν. Tuta sunt quae volentibus imponuntur iuga. Decipientis in deceptos,

    43

    praesertim libertatis memores, nunquam satis tutum imperium. Decipiar vero an extorqueatur mihi perinde habeo. Liberis imperiis Deus adsistit, pactorum idem custos, rebellium iudex. Exhorrui ubi intellexi Janum natare,8 πτολίπορθον9 vero plus solito sperare.

    Quaeris quid agam? Studeo et mores meos ad seculum compono priusquam in scenam prodeo.10 Non tamen sine phylacteriis.11

    Indica tua12 imprimis aveo videre. Meterano ego nondum carueram.13 Pater meus salutem ad te referet. Joannis tui14 memor ero.

    Vale, raptim.

    Tuus ἀκεραίως,
    J. Boreel.

    Idib[us] Decemb[ribus] 1608, Middelb[urgi].

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, arch. Boreel no. 57, eigenh. oorspr. Een adressering ontbreekt.
    2 - Het merendeel van de brieven die Grotius in deze periode aan Boreel adresseerde, is verloren gegaan.
    3 - Jacob Boreel (1552-1636), burgemeester van Middelburg, verbleef in deze periode samen met andere gedeputeerden van de Staten van Zeeland in Den Haag om in de Staten-Generaal te vergaderen over de sluiting van een bestand (Res. SG 1576-1609, XIV (1607-1609), p. 324, 468 en 615). Gedurende zijn aanwezigheid in de Hofstad zal zijn zoon Johan hem als intermediair in het briefverkeer met Grotius hebben benut.
    4 - Vulcanus, god van het vuur.
    5 - Boreel stelt hier ‘vaderlandslievenden’ tegenover ‘oorlogszuchtigen’ en maakt aldus onderscheid tussen voor- en tegenstanders van een bestand. Kennelijk rekende hij zichzelf (evenals Grotius) tot de eerste categorie.
    6 - ‘Het uur der ballingschap van Zeeland’. Vreesde Boreel Zeelands isolement als de provincie aan voortzetting van de oorlog vasthield?
    7 - Lees: ‘in Martiali re’, ‘in oorlogszaken’.
    8 - De deuren van de aan Janus Bifrons gewijde tempel in het oude Rome bleven open zolang als er oorlog werd gevoerd. Kennelijk was Boreel bevreesd dat er geen bestand zou worden gesloten.
    9 - ‘stedenverwoester’, een epitheton van de oorlogsgod Ares of Mars.
    10 - Boreel bereidde zich voor op een openbare functie; in 1613 zou hij tot raadpensionaris van Middelburg benoemd worden.
    11 - Een phylacterion was een amulet - of ander voorwerp - dat bescherming moest bieden.
    12 - ‘Indica tua’, Grotius' De iure praedae of het twaalfde hoofdstuk van dit traktaat, dat in 1609 als Mare liberum in het licht werd gegeven ter ondersteuning van de belangen van de Verenigde Oostindische Compagnie. Vgl. BG no. 541 en no. 147A, Boreel aan Grotius, dd. 6 november 1608.
    13 - Wellicht doelt Boreel hier op een editie van de Belgische ofte Nederlantsche historie van onsen tijden door de historicus Emanuel van Meteren (1535-1612) (E.O.G. Haitsma Mulier en G.A.C. van der Lem, Repertorium van geschiedschrijvers, p. 284-287).
    14 - Deze Johannes was vermoedelijk een klerk van Grotius; vgl. no. 131 (dl. I), p. 117 n. 9.