eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    419. 1615 Sept. 7. Van F. van Bree1.

    Mijn heere.

    D'heer Dimmer2 heeft eene consultatie ingestelt, die by verscheydene andere advocaten gesien sijnde nae rype deliberatie is geapprobeert. Ick hebbe deselve consultatie doen copieren, om U E. te seynden, dan - wegens onsen

    409

    affscheyt - sal U E. op heden verwachten, ende deselve copie in persoone overleveren, alsoo Syne Excie. U E. compste alhier noodich vindt. De geconcipieerde consultatie en sal by de advocaten nyet geteeckent worden, tensy deselve consulatie eerst ende alvoorens by U E. sal zijn gesien ende goetgevonden.

    Hiermede, Mijn heere, blijft Gode bevolen. In 's Gravenhage den VIIen Septembris 1615.

    U.E. dienstwillige
    Fr. van Bree.

    Adres: Den Eerentfesten hoockgeleerden wysen discreten Hugo de Groot Raedt ende Pensionaris der Stadt Rotterdam.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, cod. III C 2. Op p. 87 n. 5 sprak ik het vermoeden uit, dat F. van Bree dezelfde zou zijn als de daar genoemde F. Bredius. Sedert vond ik in het Museum Meermanno-Westreenianum een exemplaar van Scriverius' Batavia illustrata (1609) met deze opdracht: ‘Ornatissimo cultissimoque viro D.D. Francisco Bredio ICto. Illustrissimi Principis Mauricii a Nassau etc. Graphiario meritissimo Petrus Scriverius lib. mer. d.d.’. Uit bovenstaanden brief en uit no. 426 blijkt dat Van Bree tot de Secretarissen van Prins Maurits behoort, en volgt derhalve ook zijn identiteit met Bredius.
    2 - Mr. Erik (of Dirk) Dimmer, raad van Maria van Hohenlohe, de weduwe van Philips van Hohenlohe. Hij was later advocaat-fiscaal van Friesland. Zie Navorscher IV Bijblad p. XCIII en Kroniek Hist. Gen. X (1854) register.