eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    671A. 1621 augustus 2. Van J. de Groot.1

    Ξὺν Θεῳ̂ τῳ̂ παντοκράτορι.

    Salve, fili, cum omnibus bonis ab nobis omnibus.

    Quanquam 28 praeteriti mensis die ad utrumque vestrum scripsi,2 hanc tamen occasionem nactus omittere nolui, quin significem me chartas omnes quas postridie deten-

    185

    tionis vestrae3 ex musaeo Roterodamensi ad me receperam, hesterno die uxori tuae tradidisse exceptis nobilis Hornani,4 quas bene locatas non movi. In causa est quod, ut meministi, statim post sententiam tibi indicavi actorem eius me convenisse, ut illas tuto ad eum perferri curarem aut comburerem. Quod a te mihi concessum est. Itaque simulavi combustas. Postea uxor tua mihi dixit te sententiam mutasse et retineri voluisse. Non mihi expediebat cum illa rixari. Sed si eas iam illi tradidissem atque illa vel fratri vel cuiquam alteri eliminasset eas superesse idque palam fieret, ego a nob[ilissimo] viro mendacii possem accusari. Itaque uxori dixi me ipsi omnes chartas tradidisse quas Lisveldio5 acceperam, nam illic adservatae erant exceptis hisce. Si quid alibi esset, forte fratrem Guilielmum id scire, meque ubi rediisset ea de re cum eo acturum. Tu interim certus sis eas chartas recte et tuto servari.

    Uxor tua ex iis quas ipsi tradideram multas combussit, quas inutiles iudicabat. Ego maluissem omnes retentas, nam quod nunc nullius usus esse videtur, id magni quandoque fieri posset. Tradidi et nuper uxori tuae libellos supplices aliaque acta in rebus Oldenbarneveldicis, sed intelligo eam ista necdum misisse. Nunc et per matrem ad illam misi Hogerbetiana numero decem. Tum vero et quae a domino Vossio acceperam numero 17.6 Tu literas hasce Vulcano7 trade, ne quandoque reperiantur.

    Deus Optimus Maximus tibi nobisque omnibus largiatur quae novit esse in salutem,

    tuus ut mereris pater,
    Jan de Groot.

    Raptim. Delphis, 2 Augusti 1621, st[ylo] nov[o].

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, à Paris.

    Bovenaan de brief schreef Jan de Groot: No. 16.

    In dorso schreef Grotius: J. de Groot, 2 Augusti 1621.

    Bijlage:

    Jan de Groot aan Willem de Groot, 2 augustus 1621

     

    Salve, fili mi Guilielme Groti, ab nobis omnibus.

    Societas Indiae Occidentalis vigere incipit; uno die Amstelodami novendecim centena millia eam in rem collata sunt. Comitem Bucquoium in Bohemis caesum rumor huc certus adfertur.8 Sed et comitem Mansveldium9 pro rege reliquias colligere iamque exercitum habere quindecim millium militum, tum vero et Bethlehemum Gaborem10 admo-

    186

    dum acrem se contra imperiales praestare. Frater principis nostri natu maximus11 extorris latitat. Rex Magnae Britanniae vult a nostris qui e Societate Indiae Orientalis sunt, damna incolis suis illata persolvi, alioquin represalia contra nos concessurus. Velim si quid apud vos memorabile accidat, id ad comitem Culenborgicum12 perscribi. Ego literas perferri curabo.

    Index chartarum, quas a domino Vossio acceptas sorori tradidi, hic est:13

    Decretum Ordinum mense Maio, decretum Ordinum geminum anno 1611 20 Maii/15 Novembris,14 decretum Ordinum 1614 mense Januario,15 decretum Ordinum 1615 22 Decembris cum canonibus eccles[iasticis] qui incipiunt Ordo equester, etc.,16 decretum Ordinum 1616 28 Aprilis,17 Transisulaniae edictum,18 articuli remonstrantium, articuli contraremonstrantium,19 Ultraiectinus canon,20 confessa ita ut posita sunt a remonstrantibus,21 Sandomiriensis synodus,22 electoris Palatini epistola,23 epistola

    187

    regis Jacobi,24 epistola Casauboni,25 epistola ad regem Angliae,26 propositum ultimum.27

    Deus Optimus Maximus aliquando te nobis sospitem sistat,

    tuus tibi benevolentissimus pater,
    Jan de Groot.

    Raptim. Delphis, 2 Augusti 1621 st[ylo] nov[o].

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB, Pap. 3, eigenh. oorspr., met bijlage op de verso-zijde, eveneens eigenh. oorspr. (J. de Groot aan W. de Groot, 2 augustus 1621).
    2 - Ontbreekt.
    3 - Grotius was op 29 augustus 1618 gearresteerd. Zijn vonnis was op 18 met 1619 gedateerd.
    4 - Niet geïdentificeerd. Of het moest gaan om Willem Adriaen, graaf van Hornes (1577-1625), heer van Kessel (NNBW II, kol. 604).
    5 - De baronie Liesveld in de Alblasserwaard; de graven van Hohenlohe, voor wie Jan de Groot als raad en administrateur optrad, maakten aanspraak op dit goed. Zie ook no. 67 (dl. I).
    6 - Gerardus Joannes Vossius had van Jan de Groot een op 19 juli 1621 gedateerde brief ontvangen, met het verzoek de volgende dag naar 's-Gravenhage te komen voor de ordening en teruggave van de door Grotius te Loevestein gebruikte boeken (C.S.M. Rademaker, ‘Books and Grotius at Loevestein’, in: Quaerendo 2 (1972), p. 16 en 24-25). Vossius zal Jan de Groot bij die gelegenheid een aantal paperassen uit Grotius' bezit overhandigd hebben.
    7 - Vulcanus, overdrachtelijk voor ‘vuur’.
    8 - De keizerlijke veldheer Charles Bonaventura de Longueval, graaf van Bucquoy, sneuvelde op 3 juli 1621 (BNB XII, kol. 359-368).
    9 - Ernst, graaf van Mansfeld-Heldrungen, markies van Castelnuovo en Buttigliera, was als ‘Generalfeldmarschall’ in dienst van ‘Winterkoning’ Frederik V van de Palts.
    10 - Bethlem Gabor, vorst van Transsylvanië, bondgenoot van Frederik V van de Palts.
    11 - Maurits' oudere (bastaard-)broer Justinus van Nassau diende op het moment van schrijven als gouverneur van Breda (Res. SG (1610-1670), V (1621-1622), p. 228-229). Daarom moet hier vermoedelijk in plaats van ‘frater’ ‘filius’ gelezen worden: Willem van Nassau, heer van de Leck, oudste bastaardzoon van Maurits, was in 1620 met 600 man naar de Palts vertrokken, ter ondersteuning van de strijd van Frederik V tegen de Habsburgers (R.E. van Ditzhuyzen, Oranje-Nassau. Een biografisch woordenboek, Haarlem 1992, p. 246-247). Op 8 november 1620 leed het leger onder Winterkoning Frederik Veen verpletterende nederlaag in de Slag op de Witte Berg.
    12 - Floris II van Pallandt (1577-1639), graaf van Culemborg (NNBW V, kol. 427-430).
    13 - Veel van de hier vermelde documenten zijn nog in Grotius' papieren terug te vinden. In de aanduiding van de eerste resolutie van de Hollandse Staten ‘uit de maand mei’ is het jaar niet vermeld.
    14 - L.J. Noordhoff, Beschrijving van het zich in Nederland bevindende en nog onbeschreven gedeelte der papieren afkomstig van Huig de Groot, Groningen etc. 1953, p. 45; J. den Tex, Oldenbarnevelt III, p. 154-156.
    15 - Decretum ... pro pace ecclesiarum (BG no. 826). Hs. autograaf Amsterdam, UB, RK, III C 5, f. 139.
    16 - Vgl. J. den Tex, Oldenbarnevelt III, p. 415, met een uittreksel uit de kerkorde van 1591.
    17 - J. den Tex, Oldenbarnevelt III, p. 428.
    18 - L.J. Noordhoff, Beschrijving, p. 44 (‘Resolutie van Overijssel’).
    19 - De vijf remonstrantse artikelen en de contraremonstrantse reactie daarop.
    20 - ‘Ultraiectinus canon’, vermoedelijk de Utrechtse kerkorde van 1612 (J. den Tex, Oldenbarnevelt III, p. 264).
    21 - Niet nader geïdentificeerd.
    22 - Consensus van de synode te Sendomir, 14 april 1570 (‘Synodus Sendomiriana’): L.J. Noordhoff, Beschrijving, p. 44 en 53.
    23 - Met de ‘electoris Palatini epistola’ zal vermoedelijk gedoeld zijn op de brief van Frederik IV, keurvorst van de Palts, aan de Staten-Generaal, dd. 10 juli 1607, met de aanbeveling een algemene synode te houden (L.J. Noordhoff, Beschrijving, p. 53; H. Grotius, Ordinum pietas (ed. E. Rabbie), p. 257-258).
    24 - Van de volgende stukken is de beschrijving zo globaal, dat een zekere identificatie niet mogelijk is. Met de ‘epistola regis Jacobi’ zal gedoeld zijn op de beruchte brief van de Engelse koning Jacobus I aan de Staten-Generaal/Staten van Holland, dd. 6/16 maart 1613 (H. Grotius, Ordinum pietas (ed. E. Rabbie), p. 276-278), of de brief van Jacobus I aan de Staten-Generaal, dd. 20/30 maart 1617 (L.J. Noordhoff, Beschrijving, p. 50).
    25 - Vermoedelijk Casaubons brief aan Grotius, dd. 30 mei 1614 (no. 342 (dl. I)), waaruit Grotius onder meer in zijn concept van de brief van de Hollandse Staten aan Jacobus I (infra, n. 26) citeerde.
    26 - Een door Grotius opgestelde brief van de Hollandse Staten aan Jacobus I, uit 1618 (Epist. eccl., no. 305, p. 497-504).
    27 - Wellicht Grotius' voorstel voor een ‘generale synode’ (J. den Tex, Oldenbarnevelt III, p. 583-584).