eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    690. 1621 Sept. 12. Van Adriana Losecaat-de Groot1.

    Seer lieve ende werde broeders. naer mijn hartelicke gebiedenisse t'uwaers soo dient dese als dat ick ue heertelicke bedanck van de groetenisse aen mijn, ende van de goede affectie die uw mijn man toedraecht; ick bedancke oock broeder Wilhelmus van sijn veersen2 die hy op mijn geboorte gemaeckt heeft daer ick groote vermaeck in schep als ick alleen ben. ick en can weder tot danckbaerheyt niet doen dan voor ue bidden. wy dancken oock godt van uwe gesondtheyt; wat ons aengaet is redelick. hier mede seer lieve ende werde broeders soo wil ick ue in de genade der alderhoeste bevelen die mijn lieve suster met lief by ue wil laten comen. met haest tot delft den 12 September 1621

    UE dienstwillige suster
    Adriana de Groot.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Leiden, cod. Pap. 3. Zie p. 132 n. 2. Ook deze brief is, evenals no. 689 aan Hugo en Willem gericht. Over de schrijfster zie p. 132 n. 3.
    2 - In de Oovergebleeve Rijmstukken van ... Jan, Huyg, Willem en Pieter de Groot (1722) (Rogge 370) vond ik dit gedicht niet.