eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    881. [1624] februari 13. Van J. van Reigersberch.1

    Seeckere advisen van gequalificeerde wt Ingelant aen de eerste van ons lant brengen mede dat de humeuren daer nu soodanige sijn dat men nu met vrucht aldaer vernieuwinge van de alliantie soude connen versoucken; dat de prins soo gedepiteert is dat sijne H[oocheyt] van het huwelijck geen vermaen mach hooren;2 raeden dat men nu soude seynden met auctorisatie om te mogen aenbieden 'tgene de provintiën, om den coninck van Bohemen in den Pals te herstellen, souden willen contribueren. Sijne Excellentie heeft eenige wt de Vergaderinge bij hem ontboden, heeft hun dit voorengedragen ende vermaent sij wilden seynden, ende dat voor den aenvanc van het parlement. Heeft capitatim

    225

    hunne advisen affgevraecht; alle hebben het goetgevonden. Joachimi3 meynde men soude de provintiën hyervan onderrichten, ende soude sijne Excellentie ondertussen yemant in sijnen naeme seynden, om van de gelegentheyt aldaer hem te informeren. De saecke vereyst haest; sullen daerom daer deputeren. De laeste drye Somerdijck, Bas ende Stavenisse werden voor Ingelant gedestineert.4 Ende opdat Vranckrijck van dese beseyndinge geene jalousie en neme, soo is goetgevonden pari passu derwaerts oock te deputeren. Men meynt Bouchorst ende Pau sustineren sullen voordesen gedeputeert te sijn.5 De vorst ende ijs is hyer soo groot dat Manmaker hem daer niet sal connen laeten vinden om hemselven te recommanderen.6 Off dese in hun gesustineerde obtineren sullen weet ic niet. Wt Hollant sal dit uwe E. werden particulierder geadviseert.

    Ic schrijve, omdat mijne lange stilte bij uwe E. niet quaelijck soude werden geduyt, ende dat uwe E. seeckerlijck soude weten dat daer sal werden gesonden ende wat de oorsaeck is van dese seyndinge. Ic sal hyer geene glosen bij doen; wij sullen sien wat de effecten sullen sijn.

    Desen 13 February.

     

    Wij (do)en alle onse dienstige gebiedenis.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, au fauxbourg Saint-Germain viz à viz l'hostel de Condé, à Paris.7 Port.

    In dorso schreef Grotius: 13 Febr. 1624 J. Reigersb.

    Notes



    1 - Hs. Rotterdam, GB, RK, hs. no. 1678: 1, eigenh. oorspr. Gedrukt in Rogge, Br. van N. v. Reigersb., p. 756-757 (no. 881 (dl. II)). Johan van Reigersberch († 1632), oudste broer van Nicolaes en Maria, bekleedde verscheidene bestuurlijke ambten te Veere en was sinds 1609 rentmeester van Zeeland Bewesterschelde (Encyclopedie van Zeeland II, p. 556-557).
    2 - Het voorgenomen huwelijk tussen Karel, prins van Wales, en de infanta Maria, dochter van de Spaanse koning.
    3 - Evenals François van Aerssen aarzelde Albert Joachimi, heer van Oostende en Hoedekenskerke, de ambassade naar Engeland te aanvaarden (Res. SG (1610-1670), VI (1623-1624), p 432).
    4 - François van Aerssen, heer van Sommelsdijk, Dirck Bas en Hendrick van Tuyl van Serooskerke, heer van Stavenisse, waren van december 1621 tot februari 1623 in Engeland geweest ter regeling van de geschillen over de handel op Oost-Indië. In maart 1624 zouden Van Aerssen en Joachimi naar Engeland reizen.
    5 - Nicolaes van den Bouchorst, Adriaen Pauw en Hendrik van Essen werd de ambassade naar Frankrijk opgedragen (februari - juli 1624).
    6 - Adriaen de Manmaker, vertegenwoordiger van de Eerste Edele van Zeeland.
    7 - Vgl. de adressering van no. 804, in dit supplementdeel.