eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1203. 1627 december 15. Van N. van Reigersberch1.

    Mijn Heere,

    Ick schrijve nu door den wech, die uE. mij gewesen heeft, meer om te sien, off die corter is als omdat mij tsedert mijn lesten, die was van den 12 deser, yet bijsonders voorgecommen is. UE. heeft wt mij voorgaende connen mercken, dat het werck, dat uE. door mr. de Hayes2 heeft begost, dien persoon3, die ick

    211

    daervan sprack, niet onaengenaem en was. Ick hoope sijne ed. reconvalesceert ende van tijde tot tijde te verstaen, wat inclinatie hij bij de vrouwe4 vint. Op gelijcke conditiën is niet veel te hoopen, ongelijcke, gelijck uE. wel oordeelt ende den persoon oock verstont, sijn ruineux, immers soo het waer met eenyge recognitie. Wie mr. de Hayes is ende waerin wert geëmployeert, was den man curieux te weten. Uw advis beviel hem int generael seer wel. Ick verstae, dat Caracalla5 voor drie jaer is gecontinueert, dat waer goet om te commen tot mijn wit, dient uE. darom voor een weynych tijt extraordinaire devoiren te doen om te toonen, dat uE. beter ondersouckt ende adviseert als des werck het is.

    Den adel heeft alle haere gedeputeerde in de respectieve collegiën gecontinueert. Men seyt den heer van Somersdijck6 garen in de Staten-Gen. waer geweest; is gefailleert. Hollant heeft in de Gener. noch niet gecommitteert, noch meest de steden niet in de Gecommitteerde Raden, daer groote veranderynge vallen sal. Schagen7 van Alcmaer staet naer het schoutampt, soodat sijn plaetse mede wel mocht commen te vaceren; dan ick sie, dat Tiberii8 vrienden veele devoiren doen om de hare te avanceren; weynych dagen sullen ons onderrechten. Ick blijve niet iegenstaende het weynych vigeur, dat wij mercken, van opinie, dat uE. moet continueren alle goede officiën te doen, om redenen voor desen geschreven, ende andere meer int ongelijck te stellen. Nochtans soude ick raden uE. particulier darom niet te verderven oft versuymen, maer soo tijt cont winnen is best. Soo uE. bij wijlen diversiteyt vint in mijn advisen, schrijft het toe dat ick de humeuren ende tijden seer divers rencontreere, daernaer moet ick mij accommoderen, soo ick getrouwelijck soude adviseren. Wij sijn nu hier in een crisis, die somwijlen goede, somwijlen quade (con)ditiën geeft, ende ons nu doet hoopen dan wederom wanhoopen, soo voor de generale conservatie als voor de redressen noodych.

    Het continueert, dat de rijckxraden van Denemarcke op haer defentie letten. Dan soo haer de hant bij andere niet wert geboden, sullen soucken een goet accoort waer te nemen, waerdoor sij beter hetgene verloren is sullen recouvreren als met wapenen, soo haeren conynck in de Ligue wil commen ende volgen de interessen van den keyser.

    Het wert geconfirmeert, dat se in Schotlant negen dusent doen lichten; ook souden sij in het eylant Zuytholm, in de Sont gelegen, 600 Deenen gesonden hebben. Joachimi9 adviseert, dat men daer oock mine maeckt van 10 dusent man te lichten, off het is tegen Vranckerijck off voor Denemarcken schrijft hij niet. Tilly heeft een schantse, bij Morgam10 op de haven van Staden geleyt, met gewelt genomen; die stat wert meer ende meer benaut. Bilderbeek11 adviseert, dan van sijn tijdingen wert niet veel staets gemaeckt, dat in de compositionsdach, te Molhusen gehouden, geresolveert is: alleen volgens den ouden loffelijck

    212

    rijckx bruick twee religiën toe te laten, dat is de cathol. ende luters.; soo den Pals12 hem wilde verclaren van de eene off d'andere, dat hem de helft van sijne landen soude werden gerestitueert. Andere hebben advisen, dat Rijckxdorpius13, raet van den conynck, gesocht hebbende paspoort om daer te mogen commen, het bij de vorsten is geweygert ende geseyt hij hem aen de keyser most addresseren. Den brieven van den 12 November van onse ambassadeurs wt Polen14 schrijven, dat den rijckxdach noch duurde ende dat sij noch niet conden oordeelen van de wtcomste van haer besoigne. De Heer Beaumont stont in twijffell, off alleen soude commen om ten versoucke van een treffelijck personnage rapport te connen doen van een saecke, daer onsen staet seer veel aen is gelegen; dan sijn confratres maeckten swaricheyt hem te laten gaen.

    Dit schrijve ick metter haest, sal garen verstaen, off uE. dit tijdelijck wert behandycht ende van alles bij alle gelegenheyt advisen verwachten. De ambassadeurs15 sijn claer, dan wint west noort, soo hij naer het oosten loopt, sullen vertrecken. Laet ick horen, wat uE. daervan bejegent ende hoe uE. haer bejegent.

    Desen 15 December 1627.

    In dorso schreef Grotius: 15 dec. 1627 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. M2a. Eigenh. oorspr. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 101.
    2 - Zie over hem no. 1200, p. 203 n. 4
    3 - Frederik Hendrik?
    4 - De koningin-moeder Maria de Medici; zie no. 1200.
    5 - Gideon van den Boetzelaer, heer van Langerak.
    6 - Fr. van Aerssen.
    7 - Pieter Jansz. Schagen.
    8 - De Staten van Holland.
    9 - Albert Joachimi; zie no. 1165, p. 156 n. 5.
    10 - Ch. Morgan; zie no. 1196, p. 199.
    11 - Henrick van Bilderbeke werd 9 maart 1606 benoemd tot agent van de Staten-Generaal te Keulen, ofschoon hij reeds in 1592 als correspondent in vaste dienst was genomen en ook voordien als zodanig werkzaam was geweest.
    12 - Frederik V van de Palts, de Winterkoning.
    13 - Volgens Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 103 n. 2. zal de raadsheer Joh. Joach. Russdorff bedoeld zijn.
    14 - Rochus van den Honart, Andries Bicker, Simon van Beaumont; zie no. 1151. p. 133 n. 5.
    15 - Fr. van Aerssen en Caspar van Vosbergen.