Laus Deo. Den 15 Feb. 1628. In Amsterdam.
Mon cousyn,
Ick hebbe uwer E. schrijvens van 29 Jan. ontfangen, waerop int corte voor antwoort dient, dat ick mijn soon2 veel lyever hadde bij een coopman als de Wever, Moninx, Ferijn3, off diergelijcke, dye in wisselen ende coopmanschappen veel doen, als bij een winckelhouder off grossier, een winckelhouder soude mijn alderminst aenstaen. Mijn wenschen soude wesen hem te hebben bij een van de gequalificeerste, daer hij voor dyen corten tijt wat mocht hooren, leeren ende syen ende nochtans nyet soo servyl zijn, dat hij thuys coomende nyet mendalle van Vranckrijck soude weetten te seggen, ende dit alles ondert opsicht, voor desen geseyt4, sonder dat ick curieux zij, van wat natie off religie den coopman soude wesen. Mijn soon es nu oudt 18 jaeren, groodt van gewas ende van cleyne expirientie, waerom ick te meer inclinere hem eens onder vreemde natiën te senden, opdat hij wat mach geslepen werden. Off het wat min off meer cost, daer wil ick nyet op syen, maer mijne meeninge soude zijn hem altijts wederom te moogen ontbieden, insonderheyt soo den pays tussen Poolen ende Sweden quame te gevallen. Want in plaets dat hij mijn in Vranckrijck gelt soude costen, weet ick hem daer buyten mijne costen ende tot sijn proffijt te imployeren; uwe E. biddende 'tbeste te doen ende mijn dese moeyte ten goede te houden.
Den brieff aen uwer E. broeder es wel bestelt. Nyeuws hebben wij gants niet. Daer zijn enige france schepen ingekoomen, daervan datter de Dunckerkers 10 genoomen hebben, 7 van Bordeaux, 2 van Bajone ende 1 van Nantes, tsamen geschadt waerdich te zijn over 6 mael 100-duysent gl.
De heeren Staten van Hollandt sullen dese weecke vergaderen, men spreeckt van noch aen te nemen 10 duysent man te voet ende 1000 paerden. D'ingeleyde
241
heb hyer ontfangen. Hyermede met nichte naer vrundelicke groetenis Godt bevoolen.Uwer E. dienstw. cousyn
Joost Brasser.
Hyer is door den druck int licht gekoomen een discours - door den heer borgemeester Pauw5, zoo daer wort geseyt, enige heeren medegedeelt -, waerin verhandelt wort, hoe dat alle de medeplichtighe der contra-remonstranten haer in desen tijt te dragen hebben ende hoe zij insonderheyt op alle politique persoonen, hooge ende lage, acht moeten nemen, om den jegenwoordigen staet ende haere kercke staende te houden, mitsgaders een bryeff opt voors. discours gestelt, in welck discours vele patriotten geschandaliseert zijn, als daerwt claerlick blijckende, dat men inquisitie souckt in te voeren ende dat alle degenen, die bij maniere van spreecken maer een predicant een onvrindelick gesicht souden hebben gegeven, incapabel verclaert souden worden te compareren in de vergadering van de Staten6. Ick wensste, datter noch al veel sulcke stucken wtquamen, soo souden de blinden eens syende werden. Ick soudet uE. gesonden hebben, waer het nyet te groot geweest.
Aen Mijn heere Mijn heere Hugo Grotius In Parijs.
Port.