eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    277

    1246. 1628 april 5. Van J. Wtenbogaert1.

    Mijn heer,

    D'uwen van den 18 Feb. ende XVII Martii sijn mij wel geworden. Ware uE. boeck de veritate Religionis Christianae2 van yemandt der bij uE. genoemden overgeset, het soude veel goeds doen. De Ligue is bij yemandt van den onsen3 uytgegeven met een brieff daerbij, die de hierarchie nijpt ende soo begerich gelesen is, dat men opt leste een gulden off meer heeft willen geven voor 't gheen eerst maer 4 stuivers vercocht wierdt.

    Hoe ketelick de Romeynen sijn, jae ongeneselick, is te vernemen uyt de censuren van uE. boek de Jure belli4, daervan uE. schrijft.

    Opt propoost, dat uE. seydt dat d'ambassadeurs van Denemarcken5 uE. ter gast genoodt ende wel bejegent hebben, kan ick uE. niet verbergen, dat Narssius6 onlancx t'Amsterdam aen eenen van den onsen - diet mij rapporteerde - heeft geseydt, dat de coninck van Sweden door seecker vrijheer7 ende hem, Narssium, aen uE. hadde doen schrijven ende dat uE. noyt had geantwoordt, twelck niet wel genomen wierdt.

    Is Charles le Grand8 bij den coninck van Polen off Sweden off Deenmarcken? Ick kan dat niet duydelick uyt uE. schrijven verstaen.

    Van de reconciliatie tot Nimmegen is niet anders, dan dat de pensionaris Glimmer9 met de electie des magistraets te huys gecomen sijnde heeft gerapporteert, dat S. Exe., hoewel ongaerne, d'electie hadde gedaen op sijne inductie ten naestenbij soo ment had begeert, daer hij anders sijne authoriteyt anders hadde konnen gebruycken vermits de clachten over de regering aldaer gevallen, doch dat hij naemaels anders daerin soude voorsien, indien zij haer tegen haere borgerije niet soo en droegen, dat deselve claechloos bleve, wilde haer derhalven ernstelick vermaent hebben alle moderatie tegen haer ingesetenen te gebruycken. Hierop is gevolcht, dat door entremise van een derden, mede van den raedt, Biesman10 ende ten Heuvel11 aen d'een, Calffken12 ende Rensing13 aen d'ander sijde, bijeengecomen zijn, all het voorgaende affgedroncken hebben, met verclaring van de geseyde hooffden, met meer soo tegen de remonstranten te sullen procederen. De vrucht daervan is, dat de remonstranten aldaer sedert genoch opentlick ende bij dage leeren sonder molestatie.

    278

    De reyse op Utrecht, Amsterdam ende den Haege is niet onvruchtbaer geweest, soo ick hoope. Over 't aenhaelen onser schepen ende 't sincken derselver voor Rochelle wordt dapper geroepen. UE. schrijft, dat d'extraordinaire ambassadeurs14 audientie hebben gehadt nae haere begeerte: is dat te seggen, dat sij all vercregen hebben, wat sij begeeren? Ick sal verlanghen te hooren, wat de visite van Vosbergen uytbrengen sal. Waeruyt blijct, dat men daer berou heeft over de besluyten van Alez ende Charenton? De bejegening opt noden totte communie is recht, ende mij lust te weten, off de conferentie tusschen Maistresot15 ende Tilenum16 voortganck heeft.

    De kerckelicke t'Amsterdam hebben doen omloopen door de stadt met een schrift off request, geteeckent - soo men seydt - bij vele duysenden, in mening dat over te geven tot verdemping der Arminianen, met ick weet niet wat dreygingen; borgemeesters ende schepenen daertegen hebben bij publicatie verboden, dat niemant eenige t'samenlopinge maecken sal op straet onder 't pretext van eenige vergaderingen in de huysen te storen, dat oock niemandt, wie hij zij, daeromtrent en sal blijven staen kijcken, opt verbeurte van 't opperste cleet ende dat de ouders voor hare kinderen, de meesters voor haer knechten sullen responderen, dat all sackdragers, slepers enz., die haer daermede bemoyen, sullen gecasseert worden ende haer gilde verliesen ende dan noch arbitrale correctie met protestatie, dat de heeren willen onschuldich gehouden worden, indien voortaen eenige onheylen souden volgen, wanneer sij haere authoriteyt gebruycken, sodanige toelopen, anders als tot noch toe, beletten. Verclaren voorts te sijn perturbateurs van de gemeyne ruste alle dieghene, die met sulcke requesten omloopen ende sodanige teeckening procureren, deselve belastende sodanige request met teeckening met all den heeren over te leveren binnen 3, andere seggen, 4 daegen. Dese publicatie geschiede den 1sten April, dan hebbe de copie van dien in forma noch niet gesien. Men is met de requeste te stellen besich ende hoopt men, dat se sall gepraesenteert worden d'aenstaende weeck door gedeputeerde uyt verscheyden steden. De predicanten daerentusschen sijn oock niet stil, hebben voorleden weecke eene seer lompe ende slordige doch seer hevige requeste aen de heeren Staten tegen de remonstranten gepraesenteert, daervan wij heden copie becomen hebben ende hoope ons profijt daermede te doen int overgeven van d'onse17.

    Ick sal aen Mr. Tresel18 schrijven om dat discours van Pelletier19, opdat hijt mij van Rouen sende te water, can hij. Een goedt heer in den Hage las mij dese daghe voor een brieff uyt Duytslandt van een geleert man - soo 't scheen - geschreven aengaende de Laurea Austriaca20, in welcken seer verachtelick van den autheur ende van sijn werck gesproken wierdt als beyde niets waerdt sijnde.

    Hoe verstae ick, dat uE. meynt, dat Buyon21 uE. Apologie22 int secreet

    279

    soude willen herdrucken ende dat men die tot Franckfort off elwaerts soude doen drucken?

    UE. vermaent seer wel van Wachter23 voor conferentie op den voet van Delff. 't En is oock geenssins de mening ende daerop sal wel gelet worden. De prins is sieckelick geweest ende nu weder wel te pas, dede van Mheden24 eenige dagen geleden veel goeds seggen ende dat hij noch wat patientie nemen mocht. Ick meyne uE. geschreven te hebben25, dat 2 maenden geleden seecker predicant26 tot Schoonhoven gevangen ende op Louvesteyn geconfineert is. De predicanten der remonstranten gaen evenwel sedert aldaer immer soo wacker voort als te voren ende dat bij vollen lichte dage sijnde de predicanten den bailliou wel bekent met hare logysen, maer hij laet het loopen seggende niet meer te willen daernae uytsien, alsoo alles doch te vergeeffs is. Somma, men meynt alles te wesen in sodanige pointen, dat ..es(?) de placaten ende executiën weder dapper sullen wackeren, off dat eenige tolerantie tot vrijheyt voorhanden is. De waerheyt is, dat de remonstranten winnen ende d'ander verliesen, dan de meeste difficultyten staen in nervo ende bequame instrumenten.

    Meer niet voor ditmael, dan dat God Alm. uE., Mijn heer, lang gesont spare ende segene tot saligheyt. Mijne dienstl. gebiedenisse aen jofvr. uE. huysvrouwe. Episcopius, Victor27 ende d'andere vrienden alhyer doen uE. dienstelick groeten.

    5. April. 1628.

    UE. d., H.v.M.

    D. Til.28 ende Dorus29 moeten met gelegenheyt seer gegroet sijn. Ick sal bij gelegenheyt schrijven, mijne occupatiën lijdent nu niet.

    Adres: Aen mijn heer mijn heer Hugo de Groot tot Paris.

    In dorso schreef Grotius: 5 April 1628.

    Notes



    1 - Hs. Bibl. Gem. Rotterdam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 2020. Eigenh. oorspr. Gedrukt Rogge Wtenb. Br. III: 2, p. 27. Beantw. door no. 1277.
    2 - Zie no. 1237, p. 262 n. 4.
    3 - Wtenbogaert zelf; zie Rogge, Johannes Wtenbogaert en zijn tijd III, p. 192. Vgl. no. 1223, p. 241 en n. 2. aldaar.
    4 - In 1625 bij Buon in Parijs verschenen; zie Ter Meulen-Diermanse, no. 565.
    5 - Zie no. 1215, p. 227 n. 7. Zie ook no. 1227.
    6 - Zie no. 1063, p. 34 n. 1.
    7 - Karl Gustafsson Banér; zie no. 1063.
    8 - De in no. 1177 genoemde Carolus Grandis; zie aldaar.
    9 - Johan Glimmer of Glummer werd dit jaar benoemd tot raadsheer van het Hof van Gelderland.
    10 - Chr. Biesman, die in 1616 door prins Maurits te Nijmegen uit de regering was gezet.
    11 - Niet geïdentificeerd.
    12 - Arndt Kelffken, meermalen schepen en burgemeester van Nijmegen.
    13 - Niet geïdentificeerd.
    14 - Zie no. 1213, p. 222 n. 6
    15 - Jean Mestrezat (1592-1657), Frans theoloog en sedert 1615 predikant van Charenton.
    16 - Daniel Tilenus.
    17 - Zie Knuttel, Pamfl. 2225. Zie ook Rogge, Johannes Wtenbogaert en zijn tijd III, p. 168-177.
    18 - Daniel Tresel, die zich te Rouaan had gevestigd. Zie over hem II, p. 129 n. 6.
    19 - Wellicht Isaac Pelletier, predikant te Vendôme.
    20 - Zie no. 1233, p. 254 n. 10.
    21 - Nic. Buon, uitgever te Parijs.
    22 - Zie no. 1225, p. 242 n. 7.
    23 - Simon Episcopius.
    24 - Wtenbogaert.
    25 - No. 1233.
    26 - Dirk Boom; zie nos. 1230 en 1233.
    27 - Nicolaas Grevinchoven.
    28 - Daniel Tilenus.
    29 - François d'Or.