eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1560. 1630 november 22. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheere,

    De paix in Italië is wel geteyckent geweest, maer werdt geseyt weder los te zijn, alsoo de Franchoysen pretext genomen hebbende, 't zij nae de waerheyt ofte anders, dat de Montferrains correspondentie hadden met de Spaignaerden door

    291

    eenige, dye daer binnen waeren zijnde mede Franchoysen, doch onder de gedaente van Montferrains zijn ingelaeten tot IIII regimenten, waeronder is het regiment van de broeder van den hertogh van Bouillon2. Men seyt de Spaignaerden weder daervoor zijn gecomen, maer sonder apparentie van yet uyt te rechten, zijnde de plaetse nu van vivres ende volck verzyen, dewelcke zij te voren, doe dye groot gebreck had, niet en hebben connen becomen. De guarde des seaux3, dye afgestelt is, is nu zyeck te Caen. Sterft hij, daer sal van gesproocken werden, alsoo hij bij zijne vijanden bewaert werdt. De cardinael4 seyt, datter brieven zijn van hem - men doet daerbij oock van de reine-mère5 - aen den hertogh van Savoye6 hem animerende om goed te houden, 't welck als verraedt werdt geduyt. 't Is seecker, dat de reine-mère gewenscht heeft haer dochter te salveren zijnde zeer genegen tot de grootheyt van haere kinderen.

    De tijding, dat Rijnberck bij de onsen is met surprinse genomen7, is hyer al over eenige dagen verstaen door een courier - soo men seyt - aen den coning gecomen. Is het waer, 't is goed voor 't landt ende eerlijck voor den prins van Orangie, maer nieuwe costen.

    De cardinael blijft in credyt. De reine-mère was eergisteren te St. Germain om den coning te sprecken, dan vond eerst bij hem de capitaine des guardes8, swager van den cardinael, ende alsoo den coning merckte, dat zij dyen niet garen en sagh ende haer in een cabinet leyde, volg(d)e père Souffrain9, conings byechtvader, dependent van den cardinael, soodat zij den coning niet alleen heeft connen sprecken. Sij en heeft den cardinael niet gezyen, is oock sonder te eeten vandair vertrocken. Den coning heeft hair zeer bedrogen, want alsoo zij te Lion al wilde uytbrecken, seyde den coning, dat men best [con] wachten, totdat men te Parijs soude zijn. Hyer zijnde ende de moeder seggende de insolentie van den cardinael niet langer te connen verdragen, seyde hij: doet dat ghij wilt.

    De prins van Condé10 is gecontremandeert ende sal te hove niet comen, maer misschyen te Parijs voor eenige dagen. Julien11, dye consul van Orangie is geweest, is bij ons geweest ende seyt, dat hij altijdt quaelijck is geweest met zijn broeder den advocat12, wyens raed den heer van Valckenburgh13 in alles heeft gevolght. Meent zijne saecken bij mijnheer den prins14 wel te verdedigen.

    Lesende de historie van Borre nopende 's Hertogenbosch15, vond ick, dat de

    292

    Staten [van] Utrecht zeer favorabel voor de burgemeesters van Amersford16 hebben geschreven. Dit moet ons courageren om te dencken, off daer yet te doen is [in] een saecke, dye immers beter is als dye. Soo niet, moet ick eens resolveren.

    Hyer en is niet te doen sonder t'eenemael Fransch te werden ende mij daer hebbende soude men de betaelinge ophouden om mij te mis te doen gaen.

    Vaert wel met de vrunden.

    Den XXII Novembris XVIcXXX

    UE. dyenaer

    Dit advysse (?) soo datelijck becomende heb ick goed gevonden daerbij te vougen17.

    In dorso met andere hand geschreven, de woorden raedtsheer Reigersberch met derde hand, van Maria?: Aen mijnheer Mijnheer den raedtsheer Reigersberch in den Hage.

    port.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 14 d. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - Henri de la Tour (1611-1675), vicomte de Turenne, maréchal de France, broer van Frédéric Maurice de la Tour (1605-1652), duc de Bouillon.
    3 - Michel de Marillac; zie III, p. 53 n. 11.
    4 - De Richelieu.
    5 - Maria de Medici.
    6 - Vittorio Amadeo († 1637), met wie Christina, dochter van Hendrik IV van Frankrijk en Maria de Medici, gehuwd was.
    7 - Rijnberk was twee maal door de Staatsen en drie maal door de Spanjaarden ingenomen, tot het in 1632 voorgoed in Staatse handen kwam.
    8 - Urbain de Maillé; zie no. 1559, p. 290 n. 7.
    9 - De jezuiet pater Jean Suffren; zie no. 1559, p. 290 n. 8.
    10 - Henri de Bourbon (1588-1646), prins van Condé.
    11 - Jean de Julien, broer van de hierna te noemen Paul; vgl. III, pp. 131, 134, 324, 405.
    12 - Paul de Julien, avocat général au parlement d'Orange; vgl. III, pp. 246, 270, 299, 324.
    13 - Jan de Hertoge van O(r)smael, heer van Valkenburg; zie over hem no. 1527, p. 242 n. 4.
    14 - Frederik Hendrik.
    15 - Zie no. 1545, p. 271 n. 10.
    16 - Mr. Willem van Dam en Pieter de Goyer; zie no. 1489, p. 177 en n. 2 aldaar.
    17 - Met de hand van Grotius; het bericht zelf is met andere hand geschreven. Zie bijlage no. 7.