eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1652. 1631 juli 3. Aan Maria van Reigersberch1.

    Alderliefste,

    UE. brief geschreven, soo haest uE. uit Amsterdam is gecomen in den Hage, is mij wel geworden ende vinde goedt, dat uE. de brieven van importantie sendt op die manier. Nopende t'advys van den man van het lacke coffer2 ende anderen, ick die verre van de handt ben, can soo claer niet sien als die bij de hant sijn ende sal daerom uE. ende der vrunden raedt volgen ende verwachten, off uE. meent, dat ick daer behoor te comen, dewijle uE. daer is off nae uE. wedercomste. Soo uE. deze uitstelt tot s'princen comste in den Hage mocht wel lang aenloopen alsoo den vijant hem schijnt werck te sullen geven.

    Het nieuwe tractaet in Italië is nu soo - dit heb ick van Priandi3 ende anderen -, dat Mantua den eersten September sal werden gerestitueert, dat is op

    412

    t'allerlaetste. Den hertogh4 is in de stadt geweest, maer niet daer meester van sijnde; het landt heeft hij nu. T'Fransche volck is uit Savoye. Veillano, Briqueras, Suse, Salusse sullen gerestitueert werden nevens de Valtoline ende de Grisons, Pignerol tsamen met Mantua. Acht off meer duisent voetvolck, twaelfhondert paerden comen uit Italië nae Nederlant om exercitie te geven aen deghenen die de trefves met .......... Gisteren is een edelman5 van Monsieur6 gecomen in de volle Audientie van het parlement presenterende een pacquet van sijn meester aen t'parlement clagende, dat een voorgaende was verduistert. Men heeft hem doen uitstaen ende geresolveert hem met den brief te senden nae St. Germain bij den coning. Hij is vast geset. Nu terstont gebracht van daer in de Bastille. Veele boecxkens loopen tegen Aelius7. Den coning gaet nae Champaigne om de frontiere te beschermen met 22 regimenten, die men schat op 26 duisent man, ende de Fransoisen seggen, dat Lorraine de gang van Savoye sal gaen. Den abt de l'Escaille8 geweest sijnde in Spaignie wierdt bij den coning van Spaignie9 gesonden nae Nederlant om de trefves. Maer den coning van Vrancrijck heeft aen den hertogh van Savoye10 geschreven, dat hij sulcx niet toe en laete off dat hij 't voor vijandschap sal houden dan hij was al wegh op Engelant. Hij heeft in Spaignie een abdie van twee duysent ducaten s'jaers.

    In Engelant verstae ick, dat seer gearmeert werdt tegens de visscherie. De pistolen loopen al vast soo ick die ontfangen heb ende sie noch geen apparentie van verandering, soodat wij de betaeling connen uitstellen. Ick heb noch vandaeg geweest bij monsieur de Chantrenville11, die belooft heeft best te doen bij Guinegaut12. Dan daerom moet geen resolutie achterblijven, daer sullen luiden gevonden werden, die dat innen sullen. In de saecke van la Faille13 sal ick al doen dat mij mogelick is.

    De brieven uit Spaigne van den 18 Junii seggen, dat den cardinael van Spaignie14 nae Nederlant comt, oock datter een armade gaet nae Fernambuc off nae de Baie, van 30 schepen waarvan 15 sijn oorlogschepen.

    Over eenige dagen had den cardinael15 geproponeert in den raedt, dat de coninginne-moeder16 moest werden vervoert. Den guarde des seaux17 ende D'Efiat18 hadden haer advys geseit, ook Chambery19, maer den coning seide: ‘als sij niet en wil, wat sal men met haer doen?’

    413

    Een medicijn Snel20 genoemt comende van Monsieur hadde brieven gebracht van verscheide aen verscheiden; oock van madame de Fargy21 - qui s'accoucha à Montargi - aen de coninginne van Vranckrijck22, haer raedende alle vrundschap te toonen aen de schoonmoeder. Daer waeren oock amoureuse brieven aen de comte de Cramail23, die nu absent is. s'Cardinaels volck gaven uit, dat de brieven aen de coninginne regnante medebrachten, dat sij, madame de Fargys, hoopten het huwelijck in Lorraine te beletten24, opdat de coninginne nae des conings doot - die de waerseggers voor seecker hielen - met Monsieur mochte trouwen op de voet ter tijdt van Chalais25 genomen. De wijsten houden dit voor uitgevinge van den cardinael tot justificatie van sijne actiën, die anders veel opspraecx hebben; men seit oock, dat hij den voors. Snel - op hoop van de t'leven, t'welck hem gehouden zal werden als aen H. Slatius26 - veel doet zeggen tegen de coninginnemoeder onder anderen, dat sij belet heeft eenige medicamenten aen den coning te geven tot Lions als hem houdende buiten hoop.

    Den marescal de Marillac27 wil voor commissarissen niet antwoorden. Kettenaer28 is in poste vertrocken, men meent hij weder comt. Ick en heb hem niet gesien. Den ambassadeur Waeck29 is een soon van een groote puritein ende geen groot vrund van den bisschop van Londen30.

    Vaert wel. Mijne gebiedenisse aen de ouders ende vrunden. Van mijn broeder de Groot heb ick dese mael niet gehadt.

    Den 3 July 1631.

    UE. altijd getrouwe
    H. de Groot.

    Aelius heeft schrickelijcke apprehensie voor de trefves. Veele meenen dat Monsieur nae den oegst sal soecken in te breecken in Provence ofte Dauphiné, daer de malcontentementen van de gemeente groot sijn.

    Adres: Me Juffrouw Me Juffrouw de Groot.

    In dorso schreef N. v. Reigersberch: broeder de Groot den 3 Iuly 1631.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. A 50a. Eigenh. oorspr. Gedrukt Rogge, Br. van en aan Maria v. Reigersb., p. 280.
    2 - Niet geïdentificeerd.
    3 - Giustiniano Priandi; zie III, p. 363 en n. 16 aldaar.
    4 - Carlo Gonzaga, hertog van Mantua.
    5 - In margine heeft Grotius bijgeschreven: ‘Sané genaemt, uit Provence’. Deze Sané heb ik niet nader kunnen identificeren.
    6 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans en broer van Lodewijk XIII.
    7 - Schuilnaam voor De Richelieu.
    8 - Alexander, abbé de Scaglia; zie III, p. 155 n. 2.
    9 - Philips IV.
    10 - Vittorio Amadeo, hertog van Savoye.
    11 - Niet geïdentificeerd.
    12 - Ook genoemd in no. 1649; niet geïdentificeerd.
    13 - Zie hierover no. 1647.
    14 - Don Fernando (1609-1641), infant van Spanje, kardinaal, in 1632 gouverneur, in 1634 gouverneur-generaal der Zuidelijke Nederlanden.
    15 - De Richelieu.
    16 - Maria de Medici.
    17 - Charles de l'Aubespine, markies van Châteauneuf, abbé van Préaux.
    18 - Antoine Coiffier de Ruzé, markies d'Effiat.
    19 - Niet geïdentificeerd.
    20 - Vgl. no. 1650 in fine.
    21 - Madeleine, dame du Fargis († 1639); zij was de dochter van Antoine de Silly, graaf van La Rochepot, en gehuwd met Charles d'Angennes de Rochepot, graaf du Fargis († 1640).
    22 - Anna van Oostenrijk.
    23 - Adrien de Monluc, prins van Chabanais, graaf van Cramail (1588-1646). Hij was veldmaarschalk en gouverneur van Foix; betrokken bij de intrigues tegen De Richelieu werd hij na de ‘journée des dupes’ (29 april 1630) gevangen gezet in de Bastille, waar hij twaalf jaar verbleef. Hij was een der amants van Madeleine du Fargis.
    24 - Het voorgenomen huwelijk van Gaston, broer van Lodewijk XIII, met Margareta van Lotharingen; vgl. III, p. 206 n. 6.
    25 - Henri de Talleyrand, graaf van Chalais; zie III, p. 66 n. 11.
    26 - Henricus Slatius; vgl. III, p. 51 n. 6.
    27 - Louis de Marillac, sedert 1629 maarschalk van Frankrijk; hij was na de ‘journée des dupes’ gevangen genomen en werd thans vervolgd wegens zijn slecht beheer in Champagne. In mei 1632 werd hij onthoofd.
    28 - Georg Johann K(h)ütner; zie III, p. 100 n. 6.
    29 - Sir Isaac Wake; zie no. 1648, p. 405 n. 12.
    30 - William Laud; zie III, p. 372 n. 3.