eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    150

    1858. 1633 juli 5. Van W. van Oldenbarnevelt1.

    Mijn Heer,

    Ick hebbe tsedert den elfden Junij niet van uEd. gehad, soodat ick presumeere, dat uEd. niet weeckelijck en scrijft ofte wel dat die absent is ofte - dat ick niet en hoope - sieckelijck. Ick hebbe tenminsten weeckelijck gescreven.

    Hier is weynich veranderinge tsedert mijne leste2 dan dat een deel des skonincks3 leger is in Brabant gekommen, twelck men meynt weder naer de Mase sal trecken, dewijle den prins4 daer schijnt het hooft te wenden, die sijne troupen hadde doen sacken tot Schenkeschans ende Nimmegen ende in persoon was gekommen tot Aernhem, alwaer de gedeputeerde van den trefves van de Hollantsche sijde5 ende mede last hebbende van de oorlochdispositie sijn geweest.

    Den gouverneur van Rijnberck6 wert op het kasteel van Antwerpen bewaert. De Fransche accorden haperen ende seyt men, dat Lorraine wapent.

    In Silesien is stilstant van wapenen voor 14 daegen; de oordelen sijn divers op dat stuck: of dat Frietlant7 voor seecker het accord meent met Saxen ofte dat hij de casack soude keeren, ick gelove het eerste hebbende preuve gesien van het contrarie.

    Wt Spangnien sijn tijdingen, dat de vloote in salvo soude wesen. De Nederlanden hebben bij provisie daer wat van genoten ende is nu alles in beter ordre. Graef Heyndrick van den Berch8 heeft eet gedaen aen de Staeten van Hollant met sijne troupen, die weynich sijn; groote sotticheyt in sijn ouderdom.

    Ick hebbe het boeckxken van Puteano9 gelesen, seer onnut om in desen tijt gedruckt te werden. De Wouwer10 bedriecht mij niet, want ick hem van geen meerder hersenen geoordeelt hebbe. Waerdenburch11 wt Farnabucq gekommen sijnde sal de waerheyt van de importantie van de Westindiën wel weten te decifreren; of die sal sijn tot wensch van de Compagnie sullen wij haest hooren. De gedeputeerde van hier12 sijn noch tot Brussel behalven de 4 pensionarissen. Ick dencke sij sullen hooren, wat de gedeputeerde tot Aernhem sullen rapporteren om

    151

    geen meerder capada te doen. De Staeten van Hollant sullen desen dach bijeen sijn.

    Ick sal blijde sijn Hyades13 te konnen dienen, als hij sal resolveren gelijck ick door verscheyde mijne voorgaende hebbe geadviseert.

    Desen gaet over Deltoton14, ende ick blijve,

    Mijn Heer,

    UEds. ootmoedichste dienaer,
    W.d.B.

    Den 5en Julij 1633.

    Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot etc. tot Hambourcht. Port.

    In dorso schreef Grotius: 5 Iulii 1633. Stoutenburg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, U.B., coll. RK., A 5 d. Eigenh. oorspr. Gedrukt Kroniek Hist. Genootsch. Utrecht 1873, p. 501.
    2 - No. 1852.
    3 - Philips IV van Spanje.
    4 - Frederik Hendrik.
    5 - Van Staatse zijde waren met de onderhandelingen belast Floris van Pallandt, graaf van Culemborch; Hendrick van Essen; Nicolaes van den Bouckhorst; Cornelis van Teresteyn; Jacob van Broeckhoven; Adriaen Reyniersz. Pauw; Johan de Knuyt; Simon van Beaumont; Adriaen Ploos van Amstel; Johan van Zuylen van der Haer; Rienck van Burmania; Peter van Walta; Zweder van Haersolte; Hendrick ter Cuylen; Goosen Schaffer; Lucas Clant; zie Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh II, p. 28. Voor bijzonderheden betreffende de meesten hunner zie men dl. III.
    6 - Diestorff; zie no. 1849, p. 137 en n. 7 aldaar.
    7 - Albrecht von Wallenstein, hertog van Friedland en Mecklenburg, veldheer in de Dertigjarige oorlog.
    8 - Graaf Hendrik van den Berg was in 1633 naar de Staatsen overgegaan.
    9 - Erycius Puteanus, Belli Et Pacis Statera; zie no. 1851, p. 141 en n. 1 aldaar.
    10 - Jan van de Wouwer (1578-1635), lid van de Raad van Financiën te Brussel; hij was voorstander van een vergelijk met de Geünieerde Provinciën.
    11 - Jhr. Diederigh van Waerdenburgh, bevelhebber over de landmacht van de Westindische Compagnie tijdens de operaties in Brazilië; hij keerde in 1632 naar het vaderland terug.
    12 - Zie no. 1800, p. 78 en n. 7 aldaar; zie ook no. 1851 p. 140.
    13 - Grotius.
    14 - Holland.