Mon frère,
Men gelooft hier, dat Cimon2 met Vindex3 soo verde is versproocken, dat hij Pindarus4 haest sal brengen bij Mustafa Bassa5. Iovinianus6 heeft kennisse, dat Gracchus7 heeft geseyt, men Aelius8 eer drie maenden sal sien9 met Theodoretus10 ende Clemens11 in het lant van12 Virginius13. Men apprehendeert,
317
dat Alexander14 hem heeft ingelaten met de Loraine willen herstellen15. Tusschen Cajus16 ende Claudius17 meent Irenaeus18, dat Turnus19 met Bicker20 sal werde gebruyckt.In Engelant gaet de equipage voort ende is daer groote jalousie over de lange handelynge, die tusschen desen staet ende Vranckerijck valt. De ambassadeurs hebben oock in Zeelant gevraecht, hoe sij haer sullen hebben te reguleren. Philotas21 doet groot devoir om een preiudiciable resolutie tewege te brengen, maer men verseeckert mij, dat daer niet voor is te vresen; de intentie schijnt noch te wesen niet te schrijven ende te supponeren, dat sij behoren te weten, wat haer plicht is, ingevalle daerin versuymen als dan last te geven. Daertoe sijn de humeuren iegenwoordyg gedisponeert; wat den tijt geven sal, moet men wachten. Die haer werck maecken om eenyge hier te inciteren toonen brieven geschreven, waerbij de ministers van Vranckerijck voor desen is verboden Aerssens22 geen visite te doen, alsoo hij viant was van de croon. Wat23 Jovinianus dienstych oordeelt, sal uEd. wt mijn lesten24 connen sien.
Den consul Pauw25 arriveerde gisteren; de brieven, die hij van sijn broeder medebrengt, daerin eenyge voorname wert (g)erecommandeert, dat geduyrende sijn absentie hemselffs off sijn broeder geen praeiuditie en geschiede, toonen wel, dat hij noch hope heeft wederom naer Duytslant te keeren; doch daertoe is geen apparentie.
Men verwacht dagelyckx advisen wt Brasilien ende hopen de participanten, dat de groote macht van 52 schepen ende ses duysent mannen, die sij in die quartieren hebben, wat notabels sullen hebben voornemen.
Wt Brabant hoort men, dat men daer nieuwe lichtyngen doet, gelijck mede wt Spaengen wert geschreven, dat den conynck26 selffs in Vranckerijck sal trecken.
318
Den hartoch van Aersschot27 wert naeuwer bewaert ende scherper geëxamineert als te voren. Van de Lely28 sijn quade tijdyngen, die secreet werden gehouden29; d'opinie is, dat Seneca30 aen den cardinael twintich schepen leent, veertien31 laet huiren32.De tijdyngen van Duytslant seggen, dat ...sburg33, Norimberg, Francfort met den keyser34 handelen, de Sweetse haer naer de zeekant retireren.
UEd. sal mij obligeren voortaen mij mildelijck mede te deelen. Ick wensche uEd. ruste ende voorspoet, mij gelegentheyt om uEd. te doen gevoelen, hoeseer ick ben
UEd. dienstwillyge broeder,
N. v. Reigersberch.
Desen 19 Febr. 1635.
Adres: Mijnheer (Mijnhee)r de Groot, Ambassadeur van de Croon van Sweden bij Sijne M.teyt van Vranckerijck.
In dorso schreef Grotius: Den 19 febr. 1635 N. Reig.