eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2731. 1636 augustus 27. Aan de Hertogin van Pommeren en Croy1.

    Hoochgeboren, Doorluchtige Vrouwe ende Fürstin,

    Ick heb bij mijn Heer den cancelier van Vrancrijck2 soolang aengehouden

    350

    ende den advocaat Labbé3, mijnen goeden vryent, heeft sooveel naersticheyt ghebruyckt in de saecke van U.E. Fürst: Genade, dat een arrest is becomen inhoudende verscheyde provisionele clausulen, seer zijnde tot voordeel van uwe Fürst: Genade, waervan ick de copie overseynde4.

    Ende soude blijde sijn nyet alleen in dese, maer oock in andere occurrentie te konnen tonen, hoe aengenaem mij is alle t'gunt tot contentement streckt van Uwe Fürst: Genade, Godt biddende, Hooch ende Welgheboren doorluchtige Vrouwe, deselve te willen behouden in goede voorspoet.

    Uwer Fürstelijcke Gen: onderdanigste dienaer
    H. de Groot.

    Tot Paris, den 17/27 Augusti MDCXXXVI.

    Notes



    1 - Copie Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 2, p. 61. Voor geadresseerde, Anna, hertogin van Pommeren en Croy, zie no. 2595, p. 154 n. 2.
    2 - Pierre Séguier.
    3 - Charles of Pierre Labbé? Zie no. 2595, p. 154 en n. 3 aldaar.
    4 - Deze copie ontbreekt.