De gemelde Ambassadeur2 is een man van verstant en kloekmoedigheit, wel tot U Ed. genegen, en gewag zynde gemaakt van U Ed. in tegenwoordigheit van den heer Rivet3, zeide hy, dat de Kroon Polen het oog op U Ed. hadde geworpen om U Ed. te gebruiken in gelyke qualiteit als de Zweden hadden gedaan: en alzoo de Ambassadeur van Polen is van de Religie, en vraagde hoe U Ed. het met zyne exercitie maakte, en of U Ed. de Charentonsche Predikatien bywoonde, zeide ik dat het zelve aan de Ministers manqueerde: waar op ik verder verhaalde 't geen tusschen U Ed. en dezelve was voorgevallen, en dat zy in gebreken waren gebleven van te wyzen een plaats overeenkomende met uwe waardigheit; waar in hy zeide dat zy ongelyk hadden. De heer Rivet trachtte dit te ontschuldigen. Het gesprek in 't vervolg gevallen zynde op de Remonstranten en Socinianen, zoo zeide de heer Rivet, dat eenigen meenden de Groot te hellen naar de Socinianen; om dat hij doorgaans, zoo hy zeide, de overzetting gebruikte van Castellio4 in 't
761
boek wegens 't Recht van Oorlog en Vrede5, het V. en XIX. cap van Matth. met Socinus6 verstont, en Socinus uitvluchten niet hadt beantwoordt.