eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5614. 1642 februari 22. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    's Conincx reis gaet nae Narbonne, waerheene zijne Majesteit, naedat dezelve te Lions was gecomen, gezonden heeft zijn crijgsvolck ende 'tgunt tot het hoff noodigh is, hebbende bij zich tot dienst van het oorlogh tien millioenen. De zaecken van Roussillon ende Catelagne hebben hulp van doen, alzoo de Spaignaerden aldaer Elne ende andere plaetzen becomen

    103

    hebbende meesters zijn van 't velt ende van de zee. Doch van veele galeien van Doria2 die aengecomen zijn in de haven van Roses, zijn twee door den tempeesten gecomen in handen van de Fransoisen, ende den marquys de Breszé3 is te Rochelle bezigh om een vloote derrewaert gereedt te maecken.

    Tweeduizent paerden van hertogh Carel ende Gil de Haes met het volck dat voor Hohentwiel is geweest, gaen om Haetzvelt te stercken.4 Ondertuschen maect den gouverneur van Hohentwiel5 de plaetze stercker als voor dezen ende voorziet zich van water off het belegh weder aenging. De keizerschen doen des keizers onderzaeten die daerontrent woonen, vertrecken om met haere contributie dat garnisoen niet te helpen onderhouden. Don Savedra6 is van Milaen weder in Switzerlant gecomen ende zeit last te hebben om in de zaecken van de Franche Comté te concluderen. Maer dewijle die van dat landt geen garnisoen en willen innemen van die Switzers die met Vrancrijck zijn geallieert, ende oock eenige intelligenties, die den coninck van Vrancrijck in die landen hadde, zijn ontdeckt, schijnt niet dat die handeling haest zal afloopen. De vergadering van de Grisons op het stuck van het Feldkirchsche verdragh7 is gescheiden zonder iet te besluiten.

    Den paus is zieck geweest, men zegt niet vast met verzwacking van verstant. Hoe 't nu met hem is, weeten wij niet wel. Maer de lichtinge gaen voort ende den hertogh van Parme is geëxcommuniceert.8 Den vice-roi van Naples heeft aen denzelven hertogh een munnick gezonden van de ordre van de minimes met zeer secrete instructie,9 waerop discoursen vallen in Italië. De legers van Piedmont ende daerontrent zullen in 't velt niet comen voor Mey. Daerentuschen passeert den tijdt met entreprisen ende fortificatiën. Die van Casal hebben een entreprise gehadt op Mortara,10 dewelcke is gefaillieert. Den cardinael van Savoie fortificeert zeer Nizze hebbende van nieuws vijfhondert man met amunitie uit Naples ontfangen. Den coning van Vrancrijck doet fortificeren Menton niet verre van Nizze, een plaetze dependerende van Monaco, ende den Spaignaerd daerentegen Final ende Villefranca.

    104

    Die van Venetië doen groote lichtinge oock in Duitschlant, ten deele omdat zulcx haere gewoonte is wanneer andere princen in Italië gewapent zijn, ten deele omdat zij niet wel verzeeckert en zijn van haere vrede met den Turck, dewelcke Valona in Dalmatië11 versterckt ende den garnisoenen zoo daer als daerontrent vergroot.

    22 Februari 1642.

     

    Wij verstaen hier dat de Turcken t'eenemael verlaeten hebben het belegh van Asac;12 dat haere vloote van die quartieren wedercomt nae Constantinople ende dat eenige differenten die zij hadden met de Persianen, zijn geaccommodeert.

    D'executie van twee priester[s] in Engelant,13 de verachting van de coninginne, oock met wechneming van haer exercitie, maect de zaecken van het parlement hier zeer odieux.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 22 Feb. 1642.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 25j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5613. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, Extranea 25 en E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 4 maart 1642).
    2 - De bevelhebber van deze ongelukkige vloot, Giannettino Doria, zoon van Carlo Doria Carretto, hertog van Tursi, geraakte in Franse gevangenschap. In de tweede week van februari werd hij overgebracht naar Narbonne (Gazette 1642 , no. 25, dd. 22 februari 1642, met nieuws uit Narbonne van 12 februari, en Archivo de Simancas, Catálogo XXV, Papeles de estado. Génova, p. 265).
    3 - Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, was in november 1641 met de Franse hulpvloot voor Portugal teruggekeerd in La Rochelle.
    4 - De toegezegde hulp aan het keizerlijke leger van veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen in het Keulse Sticht. Volgens de Gazette 1642, no. 24, dd. 22 februari 1642, was hertog Kartel IV met 1500 man al aan een mars langs de Moezel begonnen. Geen zekerheid bestond over de beschikbaarheid van de ruiters die Gilles de Haes nog in de omgeving van Hohentwiel had achtergehouden.
    5 - Konrad Widerholdt, commandant van de onlangs ontzette vesting Hohentwiel nabij Singen.
    6 - Diego de Saavedra y Fajardo, buitengewoon Spaans ambassadeur in Zwitserland, had in een schrijven van 10 januari 1642 de kantons vanuit Milaan laten weten dat hij in het bezit was gekomen van koninklijke volmachten (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 450-452).
    7 - Het betreft hier de overeenkomst die Graubünden op 9 augustus 1641 met aartshertogin Claudia had gesloten. De door Carl Marin op 2 januari 1642 aangekondigde ‘beitag’ in Chur (vgl. no. 5533) werd begin februari gehouden en had geen ander resultaat dan dat vage afspraken werden gemaakt over het zoeken naar geschikte vestigingsplaatsen voor de capucijnen in het Engadin (vgl. Gazette 1642 , no. 31, dd. 8 maart 1642, en Jecklin, Materialien I, p. 383-386).
    8 - Als gevolg van zijn eigenmachtig optreden in het pauselijke leen Castro, werd Odoardo Farnese, hertog van Parma, op 13 januari door paus Urbanus VIII geëxcommuniceerd.
    9 - Ramiro Nuñez de Guzmán, hertog van Medina de Las Torres, onderkoning van Napels, steunde voor het uitvoeren van diplomatieke missies bij voorkeur op zijn favoriete geestelijke Giovanni (Mazzara) da Napoli (1587-1648), generaal van de orde der Franciscanen in Napels (Archivo de Simancas, Catálogo XVI, Papeles de estado. Nápoles, p. 166 en p. 266-267 (Juan de Nápoles); F. d'Andrea, Repertorio bibliografico dei frati minori napoletani, p. 72-73).
    10 - Mortara, plaats tussen Casale Monferrato en Milaan.
    11 - Tegenwoordig Vlorë (Aulona, Valona) in Albanië.
    12 - De Zuidrussische stad Asow bleef echter bedreigd.
    13 - Op 31 januari 1642 waren in Londen de priesters Thomas Reynolds alias Green en Alban Roe O.S.B. terechtgesteld (CSP Ven. 1640-1642, p. 285).