eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5717. 1642 mei 12. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Eyndelynge heeft Hollant mede met meerderheyt van stemmen in een ambassade naer Engelant geconsenteert2 onder restrictiën van geen ander materiën te handelen als van de accommodatie tusschen den conynck ende het parlament nochte den staet nergens in te verbinden ofte obligeren; hetwelcke bij de ander provintiën oock goetgevonden sijnde, is als ambassadeur genomineert den pensionaris Boreel, die beneffens den heer Joachimi, die mede tot dese actie extraordinaris wort gemaeckt,3 dese commissie is opgeleyt sonder adveu van Leyden ende de steden van het Noorderquartier, die de besendynge niet goet hebben connen vinden. De opinie is dat, indien den conynck voor de aencomste van de ambassadeurs niet alreede tot Lonnen is gecommen, sij sijne Majesteyt sonder moyte bij het parlament sullen brengen, alsoo den conynck niet alleen hem vint sonder aenhanck ende gevolch maer oock verlaten van veele die sijne Majesteyt duslange hebben gevolcht, namentlijck den grave van Zuythampton, die hem heeft geretireert, naerdat den conynck hem hadde aengeboden de charge van den grave van Hollant, die hij om de interdictie van het parlament heeft gerefuseert.4 Den grave van Briston heeft het parlament sooveel contentement gegeven, dat [hij] uyt den Tour is ontslagen,5 soodat nu apparentie is dat alles sonder wapenen in Engelant sal worden beslist, maer tot weynych voordeel van de autoriteyt van den conynck. Warom het parlament te minder soude mogen verstaen eenyge tusschenspraecke te admitteren, dat licht geloven sal desen staet den conynck soude willen favoriseren, daer nochtans de meeste menychte niet toe en is genegen. De Engelsche kercke meent men dat het parlament sal laten sulckx die ten tijde van de coninginne Elisabeth is geweest, ende dat tot dien eynde een convocatie van kerckelijcke is gedaen, soodat de biscoppen souden blijven, dan het temporel gesach haer soude worden benomen ende haer incommen, oorsaecke van te veel prachts, vermindert. Dat sijn hier de gemeene advisen.

    224

    Andere seggen de gemeente binnen Jorck ende Hul in faveur van den conynck op de been is geweest ende den conynck tegens wille van de gouverneur in Hul hebben willen laten, doch dat sijne Majesteyt niet heeft gewilt.6

    De patenten sijn nu geteyckent om tegens den 25 deser te sijn bij de schans van de Voorn.7 Seven scepen met 2000 kisten suycker sijn onder lant; de tijdynge die sij brengen sijn noch onbekent, maer men mompelt Sint Thomé om de ongesontheyt is verlaten ende eenyge willen dat de Poortugesen, siende de swacheyt van de onse die meest sieck waren, die in scepen hebben doen gaen ende wechgesonden. Gisteren is hier oock gearriveert den ambassadeur van Portugael,8 die lange in Engelant is geweest; wij sullen horen wat hij [wenst]. Dat de Portugesen Tersera hebben ... .9

    Spierynck meent te verreysen met het eynde van de lopende weecke.10 Riveth seyt hier dat een raetsheer van de Chambre mi-partie hem heeft geadviseert dat uEd. sijn schrift tegens hem gestelt met père Pitaut heeft gecommuniceert,11 'twelck is om hier gelove te doen vinden dat uEd. onder schijn van middelaer de hulpe aen de roomse kercke biet. Ick sal verwachten wat daervan is.

    Desen 12 Mey 1642.

    Adres: Mijnheer/mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 22 Mey 1642.

    En in dorso: 12 May 1642 Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 78f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 716 no. 282. Antw. op nos. 5697 en 5702, beantw. d. no. 5727.
    2 - De beslissing tot het zenden van een buitengewone ambassade naar Engeland was op 10 mei 1642 gevallen.
    3 - Het vermoeden bestond dat de ordinaris ambassadeur Albert Joachimi te veel luisterde naar de wensen van het Parlement. Daarentegen werd van de Amsterdamse pensionaris Willem Boreel een royalistischer houding verwacht (Geyl, Oranje en Stuart, p. 31-40).
    4 - Thomas Wriothesley (1607-1667), graaf van Southampton, een van 's konings laatste getrouwen, weigerde de waardigheden over te nemen van de in ongenade gevallen Henry Rich, graaf van Holland (DNB LXIII, p. 154-157).
    5 - John Digby (1580-1654), graaf van Bristol, was op 28 maart/7 april 1642 gearresteerd op beschuldiging van het achterhouden van een copie van de ‘Kentish Petition’ (The Parliamentary History of England II (1625-1642), kol. 1148). Eind april werd de graaf op last van het Hogerhuis uit de Tower ontslagen (CSP Ven. 1642-1643, p. 35 en p. 48).
    6 - Op 23 april/3 mei verscheen koning Karel I voor de poorten van Hull, maar gouverneur Sir John Hotham weigerde de koning de toegang tot de stad (Gardiner, History of England X, p. 192-193).
    7 - Op 5 juni hield het leger van Frederik Hendrik een grote wapenschouw bij genoemde schans in de omgeving van Lithoyen (Het Staatsche leger IV, p. 127-128).
    8 - Francisco de Andrade Leitão († 1655) vertegenwoordigde in 1641 het onafhankelijke Portugal in Engeland. Gedurende zijn verblijf in de Republiek ijverde hij voor de teruggave van de verloren bezittingen in Angola en Brazilië (Schutte, Repertorium II, p. 617-618).
    9 - De brief is beschadigd. Er zijn enkele woorden weggevallen.
    10 - De Zweedse resident Petter Spiring Silvercrona ging naar Stockholm voor nader beraad over de Staats-Zweedse betrekkingen (Res. SH, 9 en 10 mei 1642).
    11 - De protestant Claude Sarrau (ca. 1600-1651), raadsheer in de Parlementen van Parijs en Rouaan, onderhield een regelmatige correspondentie met André Rivet. In een brief van 25 april 1642 had Sarrau zijn correspondentievriend ingelicht over de bemoeienis van Denis Petau S.J. met de tekst van Grotius' Animadversiones in animadversiones Andreae Riveti (BG no. 1175); zie over deze kwestie, no. 5716.