Men leest in eenen der brieven van de Groot [H.G.: 28 Iulii]:
De koning vaart zeer uit tegens de gevangenen,2 hebbende onlangs in een brief aan de koninginne Cinq-Mars genoemt ‘traistre’. Voor al klaagt de koning over zijnen broeder, die hij zeid de vijfde foute gedaan en voornemens gehad te hebben tegen hem en zijne kinderen. De princesse Marie ondervraagt zijnde over den inhout van vele brieven die zij geschreven heeft aan monsieur Cinq-Mars, zeid dat het is geweest van liefde.