eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6007. 1642 december 20. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    De saecken blijven hier in de voorgaenden staet, uytghenomen dat den coninck veell is in (den) raedt en dat de princen van 's coninx bloedt schijnen de preseance te sullen obtineren boven cardinaelen als sij beyde te hove sijn.2 Voorts is den coninck onderrecht dat sijne

    577

    Mayesteit gheene haestighe veranderinghe moet daen, opdat niet en schijne 'tgunt voor dese ghedaen is bij dwang gheschiet te sijn. Overzulx heeft den coninck madame de Vendosme acces gheweygert ende belast aen alle havenen ende steden ghene van de gherelegeerde princen ofte edelen in te laeten comen3 ende stelt uyt alle intercessie voor de ghevangenen. Geeft hoope aen sijn broeder van eenighe versachtinghe op de declaratie, soo hij sich wel draecht.4

    Den mareschal de Brezé spreeckt seer grof tegen den overleden cardinal ende de hertoginne van Esguillon, dewelcke proces sal hebben soo naer de coop van Eguillon als over de successie. Den mareschal de Bressé om het laetste testament teniet te doen5 souckt hulp van mijnheer den prins, beloovende te doen casseren uyt oorsaecke van minoriteyt de renuntiatie die sijn dochter de hertoghinne van Anguien heeft ghedaen aengaende de successie in des cardinaels goederen.6 Daer is oock querelle tusschen den grave Harcourt7 ende den maerescha(l) de La Millerai.8 Madame de Lansac versouckt haer afscheyt.9

    De heer Erlach is wederom ghecomen te Brisack niet hebbende connen wtrechten in Swaben door d'oppositie van Mercy.10 't Conings volck van Lutsenburg hebben eenighe Françoyse dorpen gheplondert. Den coninc van Spaignien is wederghekeert nae Madrid. Hier loopen gheruchten, doch onseecker, dat Serraville in Piedmont bij de Françoisen soude sijn belegert,11 dat de Spangaerden uyt Tortosa soude sijn uytghejaecht12 ende dat bij deselve natie Lerida van nieuws soude sijn belegert.

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 20 December 1642.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 20 december 1642, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna, dd. 20/30 december 1642). Het eerste fragment van deze nieuwsbrief wordt geciteerd in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 334-335.
    2 - De regels van het ‘brevet royal’ van 17 april 1642 werden verzacht. In het vervolg gaf kardinaal Jules Mazarin aan het hof préséance aan de prins van Condé en diens zoon Louis de Bourbon, hertog van Enghien; zie no. 6001.
    3 - Personen die bij Richelieu in ongenade waren gevallen, maakten zich op voor hun terugkeer aan het hof. Te vermetel was Françoise de Lorraine, hertogin van Mercoeur, echtgenote van César de Bourbon, hertog van Vendôme; zie no. 5921.
    4 - Gaston van Orléans en de gevangen gehouden maarschalken François de Bassompierre en Nicolas de l'Hospital, markies van Vitry, moesten nog enige weken geduld hebben (Mémoires de Montglat I, p. 401).
    5 - Richelieu's laatste wil miste de vereiste handtekening. In dit vormloze testament moet Marie-Madeleine de Vignerot, hertogin van Aiguillon, nog meer door haar oom zijn begunstigd dan al het geval was in het testament dat de kardinaal op 23 mei 1642 ten overstaan van een notaris te Narbonne had laten opmaken. Aan het laatste document hechtten de andere erfgenamen grotere waarde, vooral Urbain de Maillé, markies van Brezé, de vader van Jean-Armand de Maillé, hertog van Fronsac.
    6 - Claire-Clémence de Maillé-Brezé, die op 11 februari 1641 in het huwelijk was getreden met de hertog van Enghien; zie no. 5054 (dl. XII). Bij het huwelijkscontract had zij afstand gedaan van haar erfrechten.
    7 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, had in 1639 Richelieu's nicht Marguerite-Philippe du Camboust gehuwd (Tallemant des Réaux II, p. 1102).
    8 - Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, wiens vader een broer was van de moeder van Richelieu.
    9 - Françoise de Souvré (1601-1657), die in 1638 was gehuwd met Artus de Saint-Gelais, heer van Lansac, had hetzelfde jaar de benoeming tot gouvernante van de Dauphin aanvaard. Vanaf die tijd waakte zij in opdracht van Richelieu over het doen en laten van koningin Anna van Oostenrijk (Tallemant des Réaux I, p. 953-954).
    10 - Het plotselinge verschijnen van François de Mercy en zijn Zwabisch-Beierse leger in de omgeving van Tuttlingen zaaide verwarring onder de eenheden van Johann Ludwig von Erlach, gouverneur van Breisach (Gazette 1642, no. 161, dd. 20 december 1642).
    11 - Het bezit van Serravalle was van essentieel belang voor het openhouden van de toegangswegen naar Tortona.
    12 - In de Franse krijgsplannen voor het jaar 1643 werd het verlangen uitgesproken om Tortosa en Rosas op de Spanjaarden te veroveren (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 213).