eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5054. 1641 februari 9. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De gemeente hout hier doot de coninginne-moeder van Vrancrijck.2 Te hoof wil men daervan niet weten; oock eenige brieven uit Engellant seggen alleenelijck dat sij sieck is. Ende daerentusschen gaen hier voort de magnificentiën ende vreuchden van ballets, bals ende alles wat daerbij dient, den coning ende de coninginne daerbij sijnde, alwaer monsieur d'Harcourt3 geen cleine recompense heeft gehadt van sijne diensten, dansende in figure van Hercules gevolgt bij de Victorie ende Fama. Turijn ende Arras sijn daer treffelijck gerepresenteert, met de strijden ter zee ende te lande. Mijnheer den cardinael vraegde aen den coning off dat alles sijne Majesteit wel behaegde ende alsoo den coning seide jae, seide den cardinael dat het dan wel was, dewijl dit alles nergens anders toe en was ingestelt als om te representeren 's conincx geluck. Dit is geschiet op de fiansailles. De bruiloft van den hertogh van Anguien ende maidamoiselle de Bressé4 sal gehouden werden Maenendagh toecomende. Daernae sal de coninginne-moeder misschien doot sijn ende haest vergeten. 's Conincx broeder5 is op dese vreuchd van de fiansailles niet geweest.

    D'heer Erlach werdt hier noch opgehouden met hoope van hem een clein leger te geven, waertoe ick garen soude helpen. Maer de principale intentie is in sijne absentie Ossenville6 vast te stellen te Brisac.

    Don Francesco de Melos7 seit overal in Duitschlant dat met de Sweden licht is te accorderen.

    In Italië is alles noch in stilte ende schijnt alles aldaer sich te stellen in een lang bestant in die quartieren, de princen van Savoie trachtende tot neutraliteit, de hertoginne van Mantua8

    94

    ende andere princen van Italië, hoewel bij Vrancrijck seer sijnde gesoll[i]citeert, blijvende geresolveert haer te houden bij gelijcke neutraliteit, den paus wel sijnde met Vrancrijck, niet quaelijck met Spaegnië.

    In 't rijck van Napels blijckt groot mescontentement van den adel. Veele landen werden verlaeten om de groote lasten, soodat daer licht een revolte soude connen vallen, gelijck in Catalogne, in Portugael ende, soo men hier ons wil doen geloven, in Andalousië onder de protectie van den hertogh de Medine Sidonie.9 Doch alle sulcke saecken hebben haere onseeckerheit, insonderheit in den beginselen. Want hoewel men uitstroit dat wij hier haest sullen hebben een ambassade10 van Jan de Vierde, coning van Portugael, ende dat Madera ende Tercera sich aen zijne zijde hebben verclaert, soo hooren wij, dat in Portugael noch groote oneenicheit is, dewelcke aen de Hollanders schoone occasie sal connen geven om haere saecken te verrichten in Brasyl, haer meester te maecken van de Baia de Todos los Sanctos ende van Rio Genero, ende daernae met de Portugesen in Oost-Indië, soo deselve de partij aennemen van dien nieuwen coning, limyten te maecken ende in vrede te leven.

    De Catelans die hier sijn,11 meenen dat Barcelona twee maenden sal connen tegenhouden. 't Sal veel sijn, soo in die tijdt het secours te land ende ter zee can daer comen. Eenige meenen dat hetselve werdt geretardeert om de Catelans te doen comen in meerder noot ende daerdoor tot grooter verbintenisse aen Vrancrijck.

    't Oorlogh schijnt vooralsnoch te gaen nae 't graefschap van Bourgogne. Die van 'tselve graefschap solliciteren seer in Switserlant om door de intercessie van de Switsers, die bij oude tractaten tot defensie van hetselve graefschap sijn geobligeert, te becomen de neutraliteit.12 Maer de Switsers ende Grisons sijn van seer cleine consideratiën in desen tijdt. De roomsche Switsers claegen seer over de Spaignaerden vanwegen het heenkeren van eenige haere trouppes, wanbetaeling van de anderen ende generalijck gebreck in 't onderhouden van de tractaten. De protestantsche Switsers sijn ten uiterste jalours van Vrancrijck ende oversulcx het mistrouwen soo groot sijnde is de vrundschap clein. In de Grisons is de Spaensche partij buiten twijffel de sterckste ende sal noch stercker werden, doordien Zambra die Planta had omgebracht,13 gevangen sijnde beschuldigt als complicen die van de reliquie [sic]; waeren van de Fransche partij, soodat de Fransche partij daer sal vaeren als te Luydick, waervan de meeste oorsaeck is, dat de Fransoisen meenen soo sterck te sijn, dat sij op cleine vrunden niet seer en hebben te letten; maer veel cleintges maecken een groote.

    Den comte Philippo14 blijft in de Bois de Vincenne ende sijn op desen tijdt bij de Fransoisen, die de sterckste sijn te Turijn, in het casteel gevangen gestelt oock den oom van deselve comte Philippo ende des ooms secretaris om alle de secreten van don Philippo te ontdecken, ende dat in weerwil ende met groote droefheit van mevrouw van Savoie, suster van den coning, in haeres soons15 eigen stadt, daer sij regente is ende om in die regence gemainteneert te werden de partij van Vrancrijck heeft aengenomen.

    Uit Turckie hooren wij dat daer verwacht werdt een gesante uit Polen; oock een uit Persiën16 om de paix vast te maecken, sijnde, soo men seit, den Persiaen in desen tijd seer considerabel als vrede hebbende met den mogor17 ende alle zijne naebuiren.

    95

    In Hongaren is wat misverstaat geresen door eenige coursen van de keisersche Hungaren op de Turcksche grentzen aldaer, waerover den bassa van Buda seer hooch heeft uitgevaeren tegen den keisersche resident die sich aldaer onthout.18 Doch sulcke saecken gebeuren seer veel in die quartieren ende werden door desadveu seer licht gerecht.

    Men spreect hier van de verandering van de oudste dochter van Engellant in plaetse van de tweede om te huwelijcken met den jongen prins van Orangië19 ende van de intentie van den graef van Soisson, die om Sedan ende den hertogh20 niet te langer lastigh te sijn sich retireert nae de Vereenigde Nederlanden, van sich te huwelijcken aen de dochter van den prins van Orangië.21

    Den hertogh van Vendosme22 is verduistert; off hij de wegh genomen heeft nae de Vereenigde Nederlanden off nae Engelant, werdt getwijffelt. 't Is beter in den vogelsanck te sijn als in den ijserclanck.23

    't Schijnt dat Hohentwiel weder gebloqueert werdt. In 't Barrois hebben de Fransoisen eenige van de vijanden geslagen. Jan de Waert24 is op 't casteel van Nancy ende drinckt alle dage op de gesontheit van den marescal Horn.

    9 Febr. 1641.

     

    Ick sal seer garen van uE. verstaen de Engelsche tijdingen ende die confronteren met hetgunt ick hier uit den ambassadeur25 sal connen verstaen, alsoo Blon26 op mij quaelijck tevrede sijnde aen mij niet en schrijft. Maer overal blijckt dat den coning van Engellant de procedueren van het parlement tegen sijne dienaers improbeert, maer niet en can beletten, 'twelck een seer dangereuse constitutie is voor den coninck, voor sijne dienaers ende voor het rijck. Wij hooren dat de roomschgesinden stout werden in Yrlant. De bischoppen connen sonder den staet t'onderste boven te keeren in Engelant niet afgestelt werden, maer wel besnoeit, daer den adel blijde om sal sijn door jalousie, ende de steden, die vol sijn van puritains, sullen haere lust daeraen boeten.

    De Oostindische Compaignie soude naer mijn advys best doen met de saecke te verblijven aen de justitie van Venetië,27 welcke presentatie soo redelijck is dat niemant binnen ofte buiten 's lands daer tegen can hebben. Soo dat niet vallen wil, dienen sij evenwel niet te accorderen anders als al wat tot desen tijdt disputabel is daerin besluitende. Soo den graef van Soissons in Hollant comt ende sich, soo men hier meent, wilt alliëren aen den prince van Orangië, soo soude met eens de questie tuschen den prins ende den hertogh van Longueville, swager van den graef van Soissons,28 aengaende de principauté van Orangië afgemaect connen werden. De pretensie is soo heel niet te verachten.

    96

    Het desseing van die van Hollant tot beveiling van de zee is loffelijck, maer sal niet lichtelijck connen werden uitgevoert door het beletsel van deghenen die het oorlogh te land meest estimeren ende sooveel gelds haer mogelijck is derrewaert trecken.

    Dit heb ick hierbij gestelt noch eens herlesende uE. brief van den 21,29 alsoo wij dese mael geene en hebben gehadt apparentelijck door uE. absentie.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 9 Febr. 1641.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. Diederichs, 30 B 10. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 280, 288. Tezamen met nos. 5041-5043 antw. op no. 5023.
    2 - Maria de' Medici overleed pas in 1642.
    3 - Henri de Lorraine (1601-1666), graaf van Harcourt, Frans opperbevelhebber in Noord-Italië; vgl. NBG XXIII, kol. 339vv. Hij danste in het Ballet de la prospérité des armes de France, waarin ook de verovering door hem van Turijn (19 september 1640) werd uitgebeeld. Zie H. Prunières, Le ballet de cour en France, p. 161; J. Burckhardt, Richelieu III, p. 451. Zie ook supra no. 5005 n. 9. Grotius zond een beschrijving van het ballet aan Axel Oxenstierna, infra no. 5056 n. 21.
    4 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, de latere ‘Grand Condé’, en Claire-Clémence de Maillé-Brezé, nicht van Richelieu (no. 4994 n. 18).
    5 - Gaston d'Orléans.
    6 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville, adjunct van Johann Ludwig von Erlach, goeverneur van Breisach (no. 4994 n. 15 en 16).
    7 - Francisco de Mello, graaf van Assúmar, markies van Tor de Laguna, Spaans ambassadeur bij de keizer (no. 5041 n. 17).
    8 - Maria Gonzaga, hertogin van Mantua.
    9 - Gaspar Alonzo Pérez de Guzmán, hertog van Medina-Sidonia, Spaans goeverneur van Andalusië (no. 5041 n. 12).
    10 - Francisco de Mello en dr. António Coelho de Carvalho (no. 5028 n. 6) kwamen in maart 1641 in Parijs aan.
    11 - Llorence de Barutell, Francisco de Gravalosa en Jaume (of Francisco) Bru (no. 4994 n. 12).
    12 - Grotius ontleende deze berichten vermoedelijk aan de brief van C. Marin, no. 5015.
    13 - Zie no. 5035 n. 6.
    14 - Filippo d'Agliè, graaf van San Martino, vertrouweling van Christine de France, hertogin van Savoye (no. 5017 n. 3).
    15 - Carlo Emanuele II van Savoye (1634-1675).
    16 - Ibrahim khan kwam in de loop van 1641 naar Constantinopel om de in 1639 getekende vrede met Turkije te ratificeren.
    17 - Djahan sjah, keizer van het Noordindische Mogolrijk.
    18 - Noch de pasja van Boeda noch de keizerlijke resident aldaar is geïdentificeerd.
    19 - Willem II huwde inderdaad Mary Stuart, de ‘Princess Royal’, en niet haar jongere zuster Elizabeth.
    20 - Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon.
    21 - Louise Henriëtte, in december 1646 uitgehuwelijkt aan Friedrich Wilhelm van Brandenburg.
    22 - César, hertog van Vendôme, bevond zich sinds medio februari in Engeland.
    23 - Vgl. WNT XXII, kol. 599.
    24 - Johan van Werth (no. 5017 n. 4) was op 26 januari 1641 in Nancy aangekomen; de uitwisseling tegen Gustav Karlsson Horn (no. 5264 n. 1) vond pas in 1642 plaats.
    25 - Robert Sidney, graaf van Leicester, extraordinaris Engels ambassadeur te Parijs (no. 5003 n. 13).
    26 - Michel le Blon (1587-1658), goudsmid en graveur, trad op als Zweeds diplomatiek agent in Engeland; vgl. H. de la Fontaine Verwey, Wereld van het boek II, p. 103-128.
    27 - Het betreft de lopende kwesties met Engeland. Het hs. geeft: van van Venetië.
    28 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, was weduwnaar van Louise de Bourbon (1603-1637), zuster van de graaf van Soissons. Over zijn aanspraken op het prinsdom Orange zie men ook no. 5064.
    29 - No. 5023.