Den coninck toont dat hij niet anders voor en heeft als in alle sincerité met de geallieerden te gaen, want alsoo e[e]n jacobijn ofte dominicaen hier was gekomen uyt den huyse van Erbestein, gesonden van Wenen met brieven niet van de kayser maer van de heer Trautmansdorff aen de cardinal de Richelieu - welcke brieven men meent nae 't advys van de doot van de cardinal te sijn geschreven - ende zich geaddresseert hadde aen de cardinal Mazarini, trachtende tot particuliere handelinge,2 is sulx plat afgeslagen ende geseght dat de coninck niet wilde doen sonder sijn geallieerden. Ende alsoo Erbestein daernae quam te spreecken van de generale handelingh, is getoont dat het hoff van Wenen gemancqueert hadde te ratificeren 'tgunt op de voorberijdingh van de handelingh met last was geaccordeert, ende op 'tgeen hij seyde dat niemant van 's coninckx wegen was te Hamburgh aen dewelcke men sigh soude kunnen addresseren, is geantwoort dat de coninck daer had een resident3 met genoegsaeme macht, die oock bij de coninck van Denemarcke was erkent. Den jacobin had hier seer gaeren in een clooster gebleven om te sien wat hier passeert, maer sulxs is niet goetgevonden. Vanwegen Beieren segt men dat hier ooc eenighe sijn geweest, maer zulx is seer bedeckt.
De coninck is te Versail, comt binnen wijnigh dagen weder te Saint-Germain ende, soo men meent, gaet in 't eynde van Februarius na Dijon om 't oorlogh te doen in Franche-Comté. Den graef van Guebrian hout sigh nu in Wirtenbergerlant,4 end sackt na Brisac in Svitserlant. Ende nae den Elsas is gelt gesonden tot lightingh.
In Catalogne bereiden haer beyde partijen om haest in 't velt te comen. In Italië is de trefves uyt met de paus ende de hertogh van Parma, ende werden veele desseings gemaeckt van wederzijde. Den cardinal Antonio5 heeft den volle last van den oorlogh ende de coninck van Spaegne doet aen de paus groote presentatie - hoewel hij noch gelt noch volck te over heeft -, soo de paus sich met hem wil voegen om Italië in rust te houden ende de progressen van de Françoisen te stuyten. De coninck, die wel siet dat de princen
61
van Italië jalours over hem beginnen te worden, segt dat hij alle conquesten die hij sal doen, wil overgeven aen Italiaensche princen, aen Vranckrijck niet dependerende.6Den prince Thomas wert hier verwacht.7 Den ambassadeur van Vranckrijck is met onlust van Rome vertrocken.8 Monsieur Lesdiguère hoopt haest te sijn duc ende pair de France.9
Men spreeckt van monsieur de Ferté-Imbaut10 weder te senden nae Engelant om 't accord te maecken tusschen den coninck ende het parlement, ende beyden te induceren om de Spaensche advysen te laten vaeren ende de saacken van de Palatinat te behartighen, dogh hooren wij dat de coninck tot geen vrede wil verstaen eer dat de maire ende eenighe schepenen van Londen hem overgelevert of in hechtenis zullen sijn gestelt,11 'twelck schijnt te strecken om de gemeente van Londen daerdoor tegen 't parlement te stellen, gelijc het parlement deselve tegens de coninck heeft gebruyckt.
Mijnheer de prince van Condé, hebbende vanwegen sijn soon die abt is van Sint Denys12 eenighe pretentiën op Ruelle,13 heeft in recht doen roepen madamoiselle Marie de Vignerot, vefve de Combalet, jadis capitaine au regiment de Normandie. Die naem geeft men nu aen degene die plach te sijn madame la duchesse d'Esguillon, ende dat omdat de coop van Esguillon haer mede wert gedisputeert.14
De gedeputeerde van de magistraet van Sedan sijn hier geweest ende hebben den eed simpelijck gedaen aen den coninck,15 dewelcke commissarissen derwarts sent om de justitie ende politie te stellen op sijn naem. De hertogh van Bouillon heeft sijn leven ende vrijhijt, ende sal noch gelt toe hebben.16 In de Bastille sijn noch 40 gevangenen; de coning sal 't getal minderen. Wij verstaen dat sesduisent Duytschen van Napels gaen nae Milaen, dat de heeren van Venetië maecken tien nieuwe galeyen, twee galiassen ende eenighe
62
andere schepen; dat hertogh Carel, op wegh geweest sijnde om sigh te vougen bij het Beyersche volck, terugge is gekeert nae Worms.17Bovenaan de copie staat: Paris, den 31 Januari 1643.