eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6088. 1643 februari 14. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Hier is een post gecomen van Sint Gal met brieven aen den nuntius,2 denwelcke nuntius daetelijck nae den ontfanck is gegaen nae Saint-Germain, alwaer den coninck is ende zijne ministres. Veele meenen dat die brieven raecken den vorst van Beieren, tusschen dewelcken ende de Franschen, zijnde op twee mijlen bij den anderen geweest ontrent Heidelberg, niet zonderling is voorgevallen, ende nu heeft den graef van Guebrian zijne trouppes geretireert aen deze zijde van de Neckar, blijvende de Beierschen onder Wahl, Mercy ende de Waert aen d'andere zijde.3 Hertogh Carels volck, zoo wij hier verstaen, den Rijn gepasseert4 zijnde bij Mentz, zijn in Onderpals ende verwachten daer van de Moselcant de trouppes voordezen gecommandeert bij Lamboi.5

    In de Grisons is de desordre op het hoochste: geen authoriteit bij d'overheit, niet

    92

    dan oneenicheit onder de gemeente.6 Zoo de zaecke in Italië niet en werdt bijgelegt, zoo meent men dat den hertogh van Modene7 zich openbaerelijck zal verclaeren voor den hertogh van Parma ende tezamen een inval doen in het Boulognois ofte Ferrarois.

    Wij verstaen nu in 't zeecker dat Uberlingen door petards bij de Fransoisen is becomen.8 Dat d'heer Erlach9 met zevenhondert paerden zich gevoecht heeft bij den grave van Guebrian, ende hertogh Carel met zijn ende Lamboi's volck bij de Beyerschen, die nu ruim sterck zijn zesduizent te paerd, zesduizent te voet.

    Men zegt ons oock dat den keiser ende coninck van Spaegnie lichtinge doen bij Colen tot duizent paerden, sesduizent te voet,10 ende dat de Fransoisen de Duitschen willen lichten uit de steden van de Elzas om van haere natie daerin te leggen.11

    Den coninck heeft de gouttes. Men spreect hier van te stellen den dertichsten penning op de waerde van de huizen. Hier is gecomen uit Italië een regiment gelicht bij den cardinael Mazarini tot tweeduizent man.12 Een deel des conincx guardes ende andere trouppen gaen nu datelijck nae Atrecht, omdat des vijands trouppen zich daerontrent openbaeren. Voorts verstaen onsteltenisse van de gemeente van Londen tegen het parlement om het uitstellen van het accommodement,13 ende dat eenige van de heeren in 't parlement zich stellen tegen het afstellen van de bisschoppen in 't kerckelijck.

    14 Februarii 1643.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 14 Feb. 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 30k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6087. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 14/24 februari 1643).
    2 - Girolamo Grimaldi (†1685), nuntius te Parijs 1641-1644. In de laatste maanden van zijn verblijf in Frankrijk stond hij in regelmatige correspondentie met hertog Maximiliaan I van Beieren (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 57).
    3 - Eind januari lag het Beierse leger van Joachim Christian, graaf van Wahl, François de Mercy en Johan van Werth in de omgeving van Heilbronn. Iets zuidelijker, tussen Lauffen en Stuttgart bevonden zich de Frans-Weimarsen van maarschalk Guébriant (Gazette 1643, nos. 19 en 22, dd. 14 en 21 februari 1643).
    4 - Soldaten van hertog Karel IV van Lotharingen waren Heidelberg gepasseerd en zetten nu koers in de richting van Heilbronn (Gazette 1643, no. 22, dd. 21 februari 1643).
    5 - Restanten van het op 17 januari 1642 bij Kempen verslagen leger van de keizerlijke legeraanvoerder Willem, baron van Lamboy.
    6 - De protestantse ingezetenen van Graubünden verlangden meer politieke zeggenschap. Zij achtten de tijd rijp om nauwer contact met Parijs te onderhouden (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 470-474).
    7 - Francesco I d'Este, hertog van Modena, stond gereed om gemene zaak met Odoardo Farnese, hertog van Parma, te maken. Uit voorzorg had paus Urbanus VIII zijn neef kardinaal Antonio Barberini naar de oevers van de Po gezonden; vgl. no. 6061.
    8 - De aanval op Ueberlingen (28-30 januari) was voorbereid door Paul Le Prévost, baron van Oysonville, Frans gouverneur van Breisach.
    9 - De ‘Weimarse’ gouverneur van Breisach, Johann Ludwig von Erlach, zou op weg zijn naar het hoofdkwartier van maarschalk Guébriant nabij Stuttgart (Gazette 1643, no. 23, dd. 21 februari 1643).
    10 - Begin februari arriveerden in het Keulse Sticht commissarissen voor het lichten van manschappen ten behoeve van de keizerlijke en Spaanse legers (Gazette 1643, no. 19, dd. 14 februari 1643).
    11 - In Parijs rees het plan om van het gebied aan deze zijde van de Rijn een Frans protectoraat te maken (Der Dreissigjährige Krieg im Elsass III, p. 409-413; G. Livet, L'intendance d'Alsace sous Louis XIV, Parijs 1956, p. 84-89).
    12 - In deze tijd besteedde kardinaal Jules Mazarin betrekkelijk veel aandacht aan het onderhouden van een eigen regiment (Lettres Mazarin I, p. 34-35 en p. 62-65).
    13 - De vredesboodschap van koning Karel I (vgl. no. 6064) werd op 13/23 januari voorgelezen in de Guildhall. Na afloop verdedigden woordvoerders van het Parlement het standpunt dat 's konings verzoek om uitlevering van de ‘mayor’ en drie ‘aldermen’ volstrekt immoreel was. In de volgende dagen besloot het Parlement de koning tegenvoorstellen te doen. ‘The Parliament's propositions for peace’ werden de koning op 1/11 februari te Oxford aangeboden (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 49-66 en kol. 68-72; CSP Ven. 1642-1643, p. 234-238).