eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    104

    6097. 1643 februari 21. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Nopende de eertitulen zal ick moeten volgen dat hier gebruickelijck is bij coninclijcke ambassadeurs.2 Dat ick daerentusschen de oude vrunden niet en veracht toone ick wel, alzoo ick voordezen anderen, nu monsieur Beuning3 in mijn huis heb genomen, oock de zoon van de heer burgemeester Verburg4 vriendelijck ontfangen.

    Ick heb last van Swede5 om den coning alhier te animeren tot continuatie van het oorlogh ofte eene gemeene vrede. Maer wat apparentie daertoe, inziende de zaecken van Portugal, Catelagne, Elsaz ende anderen, om dewelcke met eenigh pretext te behouden de Fransoisen dagelijcx nieuwe boecken maecken.6 Doch ick beken dat personen zijn ontrent de coning die nae de vrede wenschen, ende de zaecken van dit hof zijn veele veranderingen onderworpen.

    Op de sauf-conduicten zal de meeste dispute vallen op die van Spaignie aen de Staten der Vereenigde Nederlanden.7 Al apparentiën van handelingen in uEd. quartieren met Spaignie8 zullen niet dienen dan om wat meer gelden vanhier te crijgen.9 Want sijn Hoocheit magh myne maecken nae zijne geliefte, dat zij de vrede ofte bestant zoude zoecken gelove ick niet, zelf niet al waer het dat Vrancrijck ende Swede uit het oorlogh scheide. Ende daertoe zal zijne Hoocheit hulpe genoech vinden zoo door de officiën als door het gelt dat Vrancrijck tot dien einde zal geven zoo in 't publycq als in het particulier.

    Dat vanwegen Beyeren hier eenige opening is geschiet houde ick zeecker.10 Uit de daden van de legers ten wederzijde, die nu naebij den anderen zijn, zullen wij oordeelen ‘an colludant’.

    't Schijnt wel dat Godt de Engelsche trotsheit noch plaegen wil, dewijle de apparentie van de inlandsche vrede yder reize teruggetreckt. Aen de coninginne wensche ick beter

    105

    geluck.11 Zoolang het oorlogh duirt, zullen daer veele conspiratiën vallen ten wederzijde. Want dat is de natuir van zulcke oorlogen daer d'eene ende d'andere partie meenen dienst te doen aen het vaderlant.

    Dat de landgravinne goede quartieren zoect om haer volck te onderhouden is niet vremd.12 Den aenwas van Duinkercken is apparent, alzoo de groote proffijten veelen zullen doen overloopen, oock mettertijd heele schepen. Ende dienen die van Hollant ende Zeelant alle wijsheit ende middelen te gebruicken om dat te steuten, alzoo het lant aldaer van de zee hangt.13 'tGunt uEd. schrijft van graef Maurits14 gaet hooch ende dient voor een les, eerst voor de compagniën, daernae alle vrije stenden.

    Ick hoope dat onzen jongste haest weder bij het leger zal zijn.15 Ick hoor van hem goede rapporten ende ben blijde dat hij weder begint te schrijven. Zijne meninge [is] dat zijn brevet met de brieven mij weder terugge dient gezonden, opdat ick al hetzelve vanhier nae 't leger schicke wanneer hij daer zal zijn gecomen.

     

    Den coninck neemt groot plaisir om te zingen liedekens die tegen den cardinael de Richelieu zijn gemaect. Onder de principale regenten zijn partijen voor de paix ende voor 't oorlogh, voor de coninginne ende voor 's conincx broeder.16 't Capittel van Mentz17 sal hier gehoor crijgen zoo zij haer willen geven in de protectie van Vrancrijck ende plaetsen in handen. Schomberg wint credyt.18 Het teruggetrecken van de Beierschen nae de Donaucant versterct d'opinie van eenige secrete negotiatie alhier. De Duitsche ende Switsersche colonnellen dienende aen Vrancrijck zijn zeer te onvrede, omdat de staet van haere pensioenen is gemindert.

    21 Februarii 1643.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 21 Febr. 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 30m. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - Grotius moest tot zijn leedwezen constateren dat bezoekers uit de Republiek nog steeds niet wisten dat een koninklijk ambassadeur met ‘Excellentie’ aangesproken diende te worden.
    3 - De Amsterdamse regentenzoon Coenraed van Beuningen had zijn rechtenstudie in oktober 1642 afgerond met een promotie te Orléans. In januari 1643 ontving hij van Grotius de uitnodiging om voor hem secretariaatswerkzaamheden te verrichten.
    4 - Mr. Coenraed Burgh (1616-1699), zoon van de Amsterdamse koopman en diplomaat dr. Albert Coenraetsz. Burgh (1593-1647). In juni 1642 had de vader aan Nicolaes van Reigersberch verteld dat zijn zoon in Parijs de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de architectuur wilde bewonderen; vgl. no. 5737 (dl. XIII).
    5 - Het schrijven van koningin Christina van Zweden dd. 7/17 januari 1643 (no. 6044).
    6 - In opdracht van Richelieu hadden historici materiaal verzameld ‘touchant les droits du roi très chrétien sur plusieurs états et seigneuries possédées par divers princes voisins’. Verdienstelijk was het werk van Charles Hersent, Jacques de Cassan, Louis Chantereau-Lefèvre, Théodore Godefroy en Pierre Dupuy. Hun lijvige boekwerken werden ten behoeve van de Franse gevolmachtigden ter vredesconferentie samengevat in korte memoranda (Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 1-189, in het bijzonder, p. 159-189).
    7 - Een door de Spaanse gouverneur der Nederlanden uitgeschreven versie van vrijgeleidebrieven voor de aanstaande vredesconferenties werd bij voorbaat al afgewezen. Inmiddels waren andere brieven opgesteld die de keizer had ondertekend krachtens volmacht van koning Philips IV dd. 19 november 1642.
    8 - De besprekingen beperkten zich tot pogingen om enkele grensgeschillen in Brabant op te lossen; vgl. no. 6068.
    9 - Onderhandelingen waren gaande over de verlenging van het Frans-Staats subsidieverdrag. Op 30 maart werd een accoord bereikt (Correspondance d'Estrades I, p. 137-163).
    10 - Het gerucht werd gevoed door het feit dat ondanks de aanwezigheid van sterke Franse en Beierse troepeneenheden in het Wurtembergerland openlijke gevechtshandelingen tot nu toe waren uitgebleven.
    11 - De thuisreis van koningin Henriëtte Maria was door het slechte weer op de Noordzee op een mislukking uitgelopen.
    12 - De Staten-Generaal verlangden van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel dat zij een termijn stelde aan de inkwartiering van Hessische troepen in Oostfriesland.
    13 - Ook in Frankrijk maakte men zich zorgen over het uitblijven van een sterke Staatse blokkadevloot voor de haven van Duinkerken (Correspondance d'Estrades I, p. 143, 147-149 en p. 158).
    14 - Johan Maurits (1604-1679), graaf van Nassau-Siegen, was in 1636 op voorstel van Frederik Hendrik door de Westindische Compagnie benoemd tot gouverneur van Brazilië. In februari 1643 verlangden de bewindhebbers zijn terugroeping, maar dit besluit werd niet geaccepteerd door de Staten-Generaal. Uiteindelijk besloot de graaf zijn post in 1644 te verlaten (NNBW I, kol. 1222-1224, en Aitzema (fo) II, p. 899).
    15 - Dirk de Groot diende als commandant van een compagnie infanterie in het leger van Guébriant. Ten gevolge van een beenbreuk kon hij niet deelnemen aan de strijd in het Wurtembergerland; zie nos. 6060 en 6070.
    16 - Ingewijden aan het hof zagen dat koning Lodewijk XIII niet lang meer te leven had. Achter de schermen begon een strijd om de macht te ontbranden. Aan de zijde van 's konings broer Gaston van Orléans schaarden zich kardinaal Jules Mazarin en Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, terwijl anderen, zoals staatssecretaris François Sublet de Noyers en kanselier Pierre Séguier, hun trouw betuigden aan de koningin (Mémoires de La Châtre, p. 177-192).
    17 - Anselm Kasimir Wambold von Umstadt (†1647), keurvorst-aartsbisschop van Mainz, was een van de vele Duitse vorsten die hun heil begonnen te zoeken in afzonderlijke vredesbesprekingen met Frankrijk (Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 331-334).
    18 - Charles de Schomberg, hertog van Halluin, gouverneur-generaal van de Languedoc, was op zondag 15 februari aanwezig op een banket dat de koning zijn broer Gaston aanbood in het paleis van Saint-Germain-en-Laye (Gazette 1643, no. 23, dd. 21 februari 1643).