eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6132. 1643 maart 14. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coninck om zijne gezontheit te herscheppen is gegaen nae Versail. Heeft den lieutenant civyl van dese stadt2 afgestelt ende gezonden nae Berry, omdat hij hem wat te zeer had gekant tegen de impositie op de huizen, zeggende dat hij de ses millioenen die den coning zoect wel zal vinden, zoo den coning hem wilde autorizeren, binnen zes huisen van Parijs. 's Conings broeder is wederom niet wel met den coning om eenige propoosten bij de zijne gehouden. 't Lichaem van 's conincx moeder is gebracht te Saint-Denys.3

    De Spaenschen verwacht men binnen weinigh dagen in 't velt. 's Conincx legers maecken haer oock gereedt. Den marescal de Guebrian heeft in verscheide rencontren verloren bij de vierduizent man.4 Men zent hem vierduizent anderen te voet, meest vremde regimenten, die om de besnoeing van haere proffijten wat zijn gemescontenteert. Men zal oock eenige ruiterie derrewaert doen gaen, ende nae Uberlingen achthondert man te voet, vijfhondert te paerd ende vijf brigantins, hoewel veelen oordeelen de plaets de costen niet waerd te zijn.

    Ick heb aen de ministres van den coning vertoont hoe noodigh het is dat het leger van dezelve heer mares[c]al gebruict werdt binnen in Duitschlant, dat andersins alle de trouppes van den keizer ende de ligue, die zeer groot zijn, geschapen zijn den marescal Torstensoon op het lijf te vallen, waeruit veel quaeds soude connen ontstaen, 'twelck in tijds dient verhoedt.5

    Men zegt dat La Motte eetensgebreck heeft.6 Men luistert hier nae de openingen die geschieden vanwegen hertogh Carel.7 Prince Thomas zoude garen Tortone wederbecomen.8 Na Nizze zijn over zee gezonden vierduizent Fransoisen ende gelt voor Casal. Den ambassadeur van Vrancrijck Fontaine de Mareuil gaat weder nae Rome. Den paus dispo-

    155

    neert zich beter als voordeze tot de vrede met den hertogh van Parme om met te meerder glimp anderen de vrede aen te prijzen.9 Consenteert aen den coning van Vrancrijck de nominatie tot de bisdommen in Catelagne10 ende geeft aen den broeder van den cardinal Mazarini 't amp[t] van Padre maestro del Sacro Palazzo in plaetse van het generalat van de jacobijns, dat bij hem was gepretendeert.11

    Men vint hier niet te seggen tegen het paspoort bij den coning van Spaignie gezonden voor de Staten-Generael de[r] Vereenigde Nederlandsche Provinciën.12 't Schijnt dat het hof van Spaignie door de verandering daer gevallen zich beter zal vougen tot reden.13 De vergadering van Francfort zal oock den keizer tot vrede doen comen door vrese dat anders de princen apart voor haerzelve zullen handelen.14

    Mijnheer den hertogh van Anguien comt mij daer adieu zeggen,15 zijnde bereidt om te gaen nae de frontieren, alwaer zijne Hoocheit over het beste leger zal commanderen. Dezelve heeft aengenomen bij den coning te helpen ten einde den marescal de Guebrian weder gezonden werde nae Duitschlant.16 De Spaenschen zijn afgeslagen, willende 't casteel van Miravet aentasten.17 Uit Engelant verstaen wij dat daer voorslagen geschieden van een bestant tusschen den coning ende 't parlement,18 ende van het licentiëren der trouppes; ondertusschen verscheide compaigniën van het parlement kiesen des conings partij, ende den grave van Essex,19 zijnde tot Windtsor, werdt buiten het casteel gehouden.

    14 Maert 1643.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 14 Martii 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31b. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6131. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 14/24 maart 1643).
    2 - Isaac de Laffemas, ‘lieutenant civil’ in de ‘prôvöté’ van Parijs, werd begin maart van zijn functie ontheven (Tallemant des Réaux II, p. 1128, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 15-16).
    3 - Het stoffelijk overschot van Maria de' Medici (†3 juli 1642) moest van Keulen naar Saint-Denis overgebracht worden. In de vooravond van de 8ste maart bereikte het de laatste rustplaats (Gazette 1643, no. 32, dd. 14 maart 1643).
    4 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant had deze manschappen verloren tijdens de vele kleine schermutselingen met het Zwabisch-Beierse leger in het Wurtembergerland. Mettertijd verstreek de hoop op royale steun uit Parijs (Episodes Guébriant, p. 307-318).
    5 - Grotius wist dat de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson zijn campagne had afgestemd op de aanwezigheid van een sterke Franse troepenmacht aan het westfront; vgl. no. 5991 (dl. XIII).
    6 - Het lukte de Fransen niet het Lotharingse bolwerk La Motte (dep. Haute-Marne) binnen te dringen.
    7 - In Parijs begonnen de geldschieters van hertog Karel IV van Lotharingen zich te roeren (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 18-20).
    8 - In de omgeving van Ivrea werkte prins Tommaso Francesco van Savoye een krijgsplan uit om met een mars langs en over de Tanaro hulp te bieden aan het garnizoen van het door de Spanjaarden belegerde Tortona (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 27).
    9 - De terugkeer van de Franse ambassadeur François Du Val, markies van Fontenay-Mareuil, werd in Rome gezien als een teken dat paus Urbanus VIII zich wat inschikkelijker wilde opstellen in het conflict met Odoardo Farnese, hertog van Parma, over de rechten op het hertogdom van Castro.
    10 - Het zal hier waarschijnlijk de toestemming tot overplaatsing van de bisschop van Elne naar het bisdom Guadix betreffen (Gauchat, Hierarchia catholica IV, p. 182).
    11 - Paus Urbanus VIII weigerde de voordracht van Michel Mazarin voor de waardigheid van generaal der orde der dominicanen te aanvaarden; vgl. Bullarum, diplomatum et privilegiorum sanctorum Romanorum pontificum Taurinensis editio XV, p. 218-221 en p. 246-248. Van deze afwijzing maakte kardinaal Jules Mazarin op diplomatieke wijze gebruik om van de paus enkele concessies af te dwingen (Lettres Mazarin I, p. 83-89).
    12 - In de Republiek bestond grote bereidheid om het op naam van koning Philips IV uitgevaardigde formulier van de Spaanse vrijgeleidebrieven te aanvaarden.
    13 - ‘Conde-duque’ de Olivares was in januari in ongenade gevallen.
    14 - In Frankfort was op 11/21 februari de ‘Deputationstag’ hervat. Het vredesvraagstuk kwam aan de orde bij de bespreking van het door de keizerlijke delegatie voorgelegde ‘Pacificationspunkt’ (Urk. u. Act. I, p. 796, en Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 113-117).
    15 - In de tweede week van april vertrok Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, naar het Picardische front.
    16 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant begon zich te verschansen in het Zwarte Woud (Episodes Guébriant, p. 312-313).
    17 - De Gazette 1643, no. 36, bracht op 23 maart 1643 in een ‘extraordinaire’ verslag uit van de overwinning die de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, op 2 maart bij Miravet aan de Ebro had behaald.
    18 - Op 6/16 februari maakte koning Karel I zijn antwoord bekend op ‘The Parliament's propositions for peace, presented to the king at Oxford’ dd. 1/11 februari 1643 (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 72-74). 's Konings voorstel om tijd vrij te maken voor onderhandelingen kreeg een goede ontvangst in het Hogerhuis (CSP Ven. 1642-1643, p. 245-246).
    19 - Het leger van het Parlement stond onder bevel van Robert Devereux (1591-1646), graaf van Essex (DNB XIV, p. 440-443).