eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6131. 1643 maart 14. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Gelijck het in de zaecken van de algemeene kerck redelijcker is dat wij de kerck dulden dan dat de kerck haer vouge nae yders phantasiën, zoo is het oock gemackelijcker dat die mij willen bezoucken onse coustume volgen dan dat ick mij nae yders lusten zoude buigen, 'twelck oock quade consequentie met zich zoude brengen.2

    't Is mij lief dat de beletzelen van de vredehandel werden wechgenomen ende dat op de sauf-conduicten oock van Spaignie niet en valt te zeggen.3 Van Sweden ende van des landgravins wegen is geen swaericheit te maecken. Die in Vrancrijck naest den coning het hoochste bewint hebben, zijn van verscheide opiniën over het stuck van oorlogh ende vrede. Wie boven drijven zal, is onzeecker te gissen doordien des conincx humeur bedeckt ende veranderlijck is.

    Off de landgravinne de inlegering van Oost-Frieslant zal quitteren, twijffele ick.4 't Lang verbeiden van de coninginne tot Scheveling5 zal tijd gegeven hebben aen de schepen van 't parlement om de aencomste van haere Majesteit te passen. Ick hoope dat alles wel zal afloopen ende tot een goede vrede comen, daer ick garen toe zoude helpen, zoo ick conde. Zoo ick can zien dat die van Hollant ende Zeelant6 alle eigenbaet terzijde stellende op het gemeene beste letten, zal ick garen bijbrengen dat mij mogelijck is.

    XIV Martii 1643.

    154

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 29 [sic] Martii 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6132.
    2 - Nogmaals uitte Grotius de wens dat bezoekers uit de Republiek hem aanspraken met ‘Excellentie’; vgl. no. 6023.
    3 - De Staten-Generaal gaven op 17 maart te kennen dat het laatste uit Hamburg toegezonden formulier van de Spaanse vrijgeleidebrieven hun goedkeuring kon wegdragen (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 120).
    4 - In Den Haag waren besprekingen gaande over de kwestie van de inkwartiering van Hessische troepen in Oostfriesland. Op verzoek van Frederik Hendrik werd in de Staten-Generaal thans gesproken over de mogelijkheid om landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel persoonlijk over deze zaak te benaderen (L. van Tongerloo, in Hess. Jb. Landesgesch. 14 (1964), p. 251).
    5 - Koningin Henriëtte Maria verscheen de 23ste februari op het Scheveningse strand. Zij liet zich pas op 26 februari aan boord zetten van het vlaggeschip van de Staatse vlootvoogd Maarten Harpertsz. Tromp.
    6 - Op 26 februari werd in de Statenvergadering het woord verleend aan een delegatie uit de Staten van Zeeland. Onderwerpen die toen aan de orde kwamen, betroffen de beveiliging van de kustwateren, de benoemingen in de Hoge Raad en het Hof van Holland, de munt, de instructie voor de gedeputeerden ter generaliteit en tenslotte ook het vraagstuk van de verlenging van de octrooien van de Oostindische en Westindische Compagnieën (Res. SH, dd. 25-26 februari).