eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6194. 1643 mei 2. Aan N.N.1

    Monsieur,

    Je vous suis fort obligé à cause des instructions que [vous] me donnez sur mes demandes et les advis que [vous] adjoustez par la vostre du 26 d'Aougst 1642,2 estant seulement marry qu'elle m'est venue aux mains si tard, assavoir le 24 d'Avril de cette année.

    Nostre armée soubs le mareschal Torstenson est dans la Silesie belle et grande, renforcée des gens qui ont esté au service des ducs de Lunenburg3 et de ce qu'on a peu tirer des guarnisons de Pomeranie et d'ailleurs, et on attend un nouveau renfort de six mille hommes de Suede. Et si le marescal Torstenson continue à s'excuser sur ses gouttes, le marescal Horn viendra en sa place.4

    J'eus hier avecq moi un rithmaistre de la mesme armée, qui avoit esté passé en Sevenbergen et mesmes à Constantinople. Il semble que Ragoski se veut remuer.5 Si cela est, vous aurez des advis à la Porte.

    Parmy ces preparatifs de guerre on ne cesse point de songer à la paix. Les passeports sont tels qu'on se contente et le jour est pris du 20me de Juillet. Les François traitteront à Munster, les Suedois à Ossenburg.6 Tout va bien pour nous et rien ne nous afflige que

    237

    la maladie du roy et l'incertitude de ce qui pourroit arriver si Dieu retirast sa Majesté d'icy. Mais le roy ayant desja disposé à la regence, il faut esperer que Dieu fortifiera la reine, qui sera regente, par les bons conseils et fidels services tant de ceux de la maison royale que des autres ministres, estants personnes de grande experience.7

    Je suis, monsieur,

    vostre tres humble serviteur.

    2 May 1643, à Paris.

    Notes



    1 - Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 63. De geadresseerde zou wel eens de heer van Maison Blanche kunnen zijn; vgl. no. 5916 (dl. XIII).
    2 - De niet teruggevonden brief lijkt uit een afgelegen oord, vermoedelijk uit Constantinopel, te komen; vgl. no. 6187 n. 8.
    3 - De hertogen van Braunschweig-Lüneburg hadden in 1642 een verdrag met de keizer gesloten. Tegen de afspraken in lieten zij toe dat in hun landen manschappen werden geworven voor dienst in het leger van veldmaarschalk Lennart Torstensson.
    4 - De Zweden beraadden zich nog over de vraag of het wel in het belang van het land was dat veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn zijn zieke collega in Duitsland ging vervangen; vgl. Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 394.
    5 - Afgelopen najaar hadden de Zweedse hoofdofficieren Georg Derfflinger (Dörflinger) en Hieronymus von Plettenburg een bezoek gebracht aan het hof van de protestantse vorst György I Rákóczi van Zevenburgen (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 382-386 en p. 537-565, en Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 90-94).
    6 - Op 24 maart/3 april waren de Zweedse, Franse en keizerlijke gevolmachtigden in Hamburg bijeengekomen voor de uitwisseling van de documenten ter vredesconferentie. Gelijktijdig werd de aanvang van de onderhandelingen in Munster en Osnabrück definitief vastgesteld op 1/11 juli 1643 (en niet, zoals abusievelijk in de brief staat vermeld: le ‘20me de Juillet’).
    7 - Koning Lodewijk XIII had op 20 april zijn wensen met betrekking tot de samenstelling van de toekomstige regentschapsraad openbaar gemaakt.