eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6234. 1643 mei 30. Aan J.A. Salvius.1

    Illustrissime domine,

    Ut respondeam ad quaesita Excellentiae vestrae, Vinariensibus intelligo postremum persoluta stipendia duorum mensium et dimidii, quae excurrunt ultra sedecies centena francorum nummorum millia2 de reliquis anteacti temporis. Iuramentum novum sine men-

    296

    tione Germaniae ab illis postulatum, non tamen a militibus praestitum.3 Sunt qui putant duces regi iurasse, sed haec Mockelius quanto est propior tanto noverit melius,4 De pecuniae regno Suediae solutione suo tempore non dubito;5 ut in antecessum detur sperandum non est, nam et ante mortem regis in assignationibus erat difficultas et novum regimen novas adfert moras.

    Qui legati ad pacis negotium ituri sint in obscuro adhuc est. Ante regis mortem placuerat eo mitti ducem Longavillanum, Davausium, Emeriacum. Habuisset dux Longavillanus ingentem commeatum forte ad quingentos, Davausius maiorem quam Hamburgi, nec ei cessisset Emeriacus.6 Nunc nova‹e› aulae facies novas deliberationes desiderat.

    Regina regens et per dominum Chavigniacum7 et suo ore mihi asseveravit perstituram se in omnibus consiliis a rege marito quondam suo institutis et in fide erga socios; pacem bonam a se optari, bellum non metui.8 Videntur tamen qui res temperant aliquid in foederibus immutatum velle,9 qua de re agent, ut puto, in Suedia per residentem suum.10

    Ego si quid de pecunia Gallica plus sumpsero quam fert salarium semestre, id fiet ob impensas extraordinarias, ob hos luctus maxime. Omnium acceptorum rationem exactam reddam regno Suediae, eroque semper, illustrissime domine,

    Excellentiae vestrae servire paratissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 30 Maii 1643.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Joanni Salvio.

    Bovenaan de copie te Den Haag: D. Salvio.

    Bijlage:11

    ... schreef hij aan den heere Salvius:

    Ik verheug mij ... dat 'tgeen ik aan de koninginne-weduwe tot troost gezegt heb, wel is opgenomen. Ik heb 't voor de vuist gezegt en daarvan geen aantekening gehouden.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 713 no. 1593. Afschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 84. Beantw. d. no. 6266.
    2 - Parijs maakte via Bazel 600000 schilden over ten behoeve van het onderhoud van het ‘Weimarse’ deel van het leger van maarschalk Guébriant (Episodes Guébriant, p. 321).
    3 - De officieren van het Frans-Weimarse leger vernamen het bericht van het overlijden van koning Lodewijk XIII in het hoofdkwartier te Heitersheim (Episodes Guébriant, p. 330-332). Zie voor hun eed, nos. 6198 en 6278.
    4 - Friedrich Richard Mockhel, resident in de Zweedse enclave Benfeld in de Elzas.
    5 - Grotius spreekt hier over de betalingen krachtens het Frans-Zweeds subsidieverdrag van 30 juni 1641.
    6 - Een definitieve beslissing was ten tijde van het overlijden van koning Lodewijk XIII († 14 mei 1643) nog niet gevallen. Op de voordracht stonden Henri d'Orléans, hertog van Longueville, de voormalige Franse ambassadeur te Hamburg, Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Michel Particelli, heer van Emery. De laatste zou weldra de functie van ‘contrôleur général des finances’ aanvaarden.
    7 - Donderdag 28 mei ontving Grotius bezoek van staatssecretaris Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny (no. 6238). De volgende dag werd hij toegelaten tot de regentesse Anna van Oostenrijk en haar zoon koning Lodewijk XIV.
    8 - Het verhaal gaat dat de Zweedse ambassadeur in zijn toespraak tot de koningin op dichterlijke wijze een toespeling maakte op de naderende geboorte van de koningsdochter ‘vrede’ (R. Pintard, La Mothe le Vayer, Gassendi-Guy Patin, p. 78).
    9 - Enkele dienaren van kardinaal Jules Mazarin hadden in de week van 17-23 mei al te sterk hun onkunde op het gebied van de Frans-Zweedse betrekkingen laten blijken; vgl. no. 6227.
    10 - Claude de Salles, baron van Rorté, tussen 1637 en 1643 Frans resident te Stockholm (Lettres Mazarin I, p. 236-237 en p. 294-297).
    11 - In de bijlage een tekst die in vertaling is afgedrukt in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 344.