eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    326

    6258. 1643 juni 13. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Alsoo d'heer Boutillier zich heeft geëxcuseert van de surintendance van de finances, zijn in zijne plaetze gestelt den president Bailleul ende monsieur d'Avaux, dewelcke den eedt hebben gedaen.2 Den hertogh van Espernon heeft becomen dat zijn proces weder zal werden overzien.3 Den hertogh van Elboeuf is hier.4 Een courier met brieven van de coning van Spaegnie is gecomen aen de coninginne-regente, dewelcke in 't stuck van de paix niet en sal [doen] dan met groot voorzichticheit.5 Die van de religie in de Cevennes nemen de wapenen ende willen door vrese becomen eenige explicatie ofte ampliatie op de edicten t'haeren voordeel.6 't Geruchte destineert vanhier tot de handeling van de vrede7 den marescal d'Estrée,8 Chasteauneuf, voordezen guarde des seaux,9 ende Servien, voordezen een van de vier secretaires d'Estat.

    Den hertogh van Anguien nae eenige casteelen heeft oock becomen Binche ende Maubeuge,10 treckt nu terugge nae de frontieren van Vrancrijck om niet omcingelt te werden. Heeft bij zich becomen eenige trouppes uit Bourgogne11 ende eenigh geschut.

    Den marescal de Guebrian verwacht nieuwe ordre.12 De keizerschen vrezen dat hij

    327

    zich zal vougen bij Coningsmarck, die contributie treckt tot onder Francfort,13 hebbende die van Wurtzburg van den vorst van Beieren hulp verzocht, maer niet meer becomen dan twee regimenten. Die van Costnitz zijn van Francfort vertrocken vol wanhoops.14 De princen die tot Francfort [zijn], hebben in faveur van de stadt van Hamburg geschreven aen den coning van Denemarcken, die apparentelijck nae die brieven niet veel en zal vraegen, maer de stadt perssen tot accord om dan voort den coninck van Engelant te assisteren,15 wiens gemalinne bij 't lage huis van Engelant verclaert [is] schuldigh aen hooghverraedt16 tot groote oneer van alle coningen ende coninginnen. Dezelve princen te Francford bij meerderheit van stemmen tegen 't advys van Oostenrijck, Bourgogne ende Beyeren schijnen te persisteren om die vergadering, die nu tot Francfort is, over te brengen nae de plaetzen van de generale tractaten van de paix,17 verstaende oock dat aldaer onder andere zaecken die van de Paltz zal werden gehandelt.18

    Aen den marescal de La Motte-Odincourt zijn gezonden vierhondertendetwaelffduizent gulden.19 Men zegt hij heeft twintichduizent man te voet, zes te paerd. 't Casteel van Tortona is gevallen in handen van de Spaegnaerden.20 Daerentegen heeft prince Thomas - wiens huisvrouw men zegt in Spaegnie gevangen te zijn21 - eenige van de vijanden geslagen ontrent Aste. Den keizer, zoo eenige zeggen, gaet nae Norimberg, zoo andere, nae Lintz.

    De coninginne-regente ende den coninck alhier gaen logeren in het palais dat den cardinael de Richelieu aen den coning heeft gelaeten.22 's Conincx wapenen werden daer

    328

    vóór gestelt. Oock heeft de coninginne aen den coninck gegeven de bibliotheque van den gewezene cardinael.23

    13 Iunii 1643.

     

    Wij verstaen dat den hertogh van Angoulesme24 gaet om in plaetze van den marescal du Hallier te zijn bij den hertogh van Anguien ende dat zij wel zouden mogen Thionville belegeren, dat den graef van Guebrian is in 't marquisat van Bade, dat de keisersche ende Lorrainsche een brugge hebben bij Spier, dat de Beyerschen zijn bij Tubingen,25 dat Olivares26 blijft in de handen van de inquisitie, dat Leganes27 is in peryckel van zijn hoofd te verliesen ende dat men meent dat de confiscatie van zijne goederen zal geven aen den coning van Spaignie vijf millioenen, dat de Spaensche ambassadeurs die gaen nae de handeling van de paix hier28 zullen passeren, dat de Spaensche trouppes die geweest zijn bij Fragues haer hebben geretireert in Arragon, dat de Portugezen een inval hebben gedaen in Castille Vecchia,29 dat den hertogh van Parma heeft ingenomen een fort in 't Ferrarois, genoemt Stellata.30

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 13 Juny 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 32f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6257. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 13/23 juni 1643).
    2 - Staatssecretaris (surintendant) Claude le Bouthillier, heer van Pont-sur-Seine, droeg het departement van financiën over aan Nicolas de Bailleul, president van het Parlement van Parijs en kanselier van koningin Anna van Oostenrijk, en de in geldzaken onervaren diplomaat Claude de Mesmes, graaf van Avaux (Gazette 1643, no. 74, dd. 13 juni 1643).
    3 - Bernard de Nogaret de La Valette, hertog van Epernon, verlangde revisie van het vonnis dat het Parlement van Parijs op 24 mei 1639 tegen hem had gewezen; zie Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 66-67.
    4 - Charles II de Lorraine (1596-1657), hertog van Elboeuf, was in 1633 bij verstek ter dood veroordeeld. Thans volgde hij het voorbeeld van de hertog van Epernon. Ook hij verkreeg bij arrest van 17 juli 1643 vernietiging van zijn vonnis (DBF XII, kol. 1184-1186).
    5 - De regentesse nam de boodschap van haar broer koning Philips IV van Spanje met ‘Franse’ waardigheid in ontvangst. Zie voor de argumenten van het nieuwe bewind om de strijd tegen het Habsburgse huis voort te zetten, Lettres Mazarin I, p. 311-312.
    6 - De protestanten maakten zich zorgen over het uitblijven van een bevestiging van hun privileges. Van een massale uitbarsting van godsdienstonlusten is in deze tijd echter geen sprake (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 123-134).
    7 - Grotius presenteert weer een nieuwe lijst met kandidaten voor de Franse delegatie ter vredesconferentie. Van de personen die hij in zijn brief van 6 juni aan Axel Oxenstierna (no. 6247) had genoemd, is er nog maar één overgebleven: de gewezen staatssecretaris Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers, markies van Sablé.
    8 - Maarschalk François-Annibal d'Estrées (1572-1670), markies van Coeuvres, buitengewoon Frans ambassadeur te Rome, 1635-1641. Bij het uitbreken van het conflict over het hertogdom van Castro moest hij vanwege zijn slechte gezindheid jegens de familie Barberini het pauselijke hof verlaten (DBF XIII, kol. 147-148).
    9 - De kandidatuur van Charles de l'Aubespine, markies van Chasteauneuf, kreeg zeker niet de onvoorwaardelijke steun van het hof. In het Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 67, werd in juni aldus over de voormalige grootzegelbewaarder gesproken: ‘Il nous dit encore que M. de Chasteauneuf estoit fort proche de Paris et qu'il faisoit grand peur au chancelier’.
    10 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, bedwong de 29ste mei de stad Maubeuge. Een dag later verscheen hij met zijn leger voor de muren van Binche (Gazette 1643, no. 74, dd. 13 juni 1643).
    11 - De ‘Bourgondiërs’ dienden tot voor kort in het leger van Charles de La Porte, markies van La Meilleraye; vgl. no. 6226.
    12 - Kardinaal Jules Mazarin gaf op 9 juni aan maarschalk Guébriant de order om voorbereid te zijn op een militaire actie van de hertog van Enghien in het noordoosten van het land (Lettres Mazarin I, p. 192-193, en Episodes Guébriant, p. 338-340).
    13 - Het expeditieleger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, stroopte de laatste tijd het Würzburgerland af (Doc. Boh. VI, p. 489 no. 1517, VII, p. 25, nos. 3 en 4, en Gazette 1643, no. 73, dd. 13 juni 1643).
    14 - De vertegenwoordiger van de bisschop van Würzburg nam het ‘votum’ van Konstanz (Costnitz) in de ‘Fürstenrat’ over (Urk. u. Act. I, p. 826). Zie voor de eigenzinnige politiek van deze twee bisdommen, Acta pacis Westphalicae; Die Beratungen der katholischen Stände I, p. XXVII en p. 34.
    15 - De boodschap van de Frankforter ‘Deputationstag’ kwam voor de Hamburgers te laat. Op 21 mei was een koninklijke Deense vloot met wapens en hulpgoederen voor de koning van Engeland in de monding van de Elbe verschenen. Tegen dit dreigement voelde het stadsbestuur van Hamburg zich niet opgewassen. Vier dagen later besloot de stad koning Christiaan IV een genoegdoening van 280000 rijksdaalders te verschaffen (H.-D. Loose, Hamburg und Christian IV. von Dänemark während des Driessigjährigen Krieges, p. 104-106).
    16 - Deze maand was een parlementaire commissie begonnen met het opstellen van de aanklacht tegen koningin Henriëtte Maria van Engeland (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 117, en CSP Ven. 1642-1643, p. 279-280 en p. 284).
    17 - Het voorstel van de protestantse keurvorsten en de ‘Fürstenrat’ om de ‘Deputationstag’ te verplaatsen naar Munster of Osnabrück stootte op bezwaren van de keizer, Beieren en Spaans Bourgondië (Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 113-117).
    18 - De kwestie van de Palts was naar de mening van de katholieke keurvorsten een interne aangelegenheid die niet thuishoorde op een internationale vredesconferentie (Dickmann, o.c., p. 377-379).
    19 - Het leger waarover Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, Frans onderkoning in Catalonië, het bevel voerde, had dringend versterking nodig. De financiële middelen daartoe werden echter via duistere kanalen overgemaakt (Lettres Mazarin I, p. 184, 213 en p. 410-411).
    20 - Het Frans-Savoyaards garnizoen van Tortona had op 27 mei de strijd opgegeven (Gazette 1643, no. 74, dd. 13 juni 1643). Dit bericht ging vergezeld van de mededeling dat de Spanjaarden spijt hadden dat zij de strategisch belangrijkere plaats Asti aan het leger van prins Tommaso Francesco van Savoye hadden moeten overlaten.
    21 - De koning van Spanje hield de echtgenote van de prins, Marie de Bourbon (1606-1692), gravin van Soissons, prinses van Carignano, in gijzeling (Claretta, Storia della Reggenza I, p. 834-838, en III, p. 194-195).
    22 - Het Palais-Cardinal (naderhand Palais-Royal) in de rue Saint-Honoré. Op de 7de oktober werd het voormalige paleis van Richelieu in gebruik genomen door de koninklijke familie (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 112).
    23 - Richelieu had zijn bibliotheek echter toebedacht aan zijn achterneef Armand-Jean de Vignerot du Plessis, hertog van Richelieu (A. Franklin, Les anciennes bibliothèques de Paris I, Parijs 1867, p. 221-317: ‘Collège de Sorbonne’).
    24 - Charles de Valois (1573-1650), natuurlijke zoon van koning Karel IX, graaf van Auvergne, vervolgens hertog van Angoulême, nam in het leger van de hertog van Enghien de plaats over van de bij Rocroi gewond geraakte onderbevelhebber maarschalk François de l'Hospital, graaf van Rosnay, sieur du Hallier (Tallemant des Réaux I, p. 94-97, en Lettres Mazarin I, p. 238).
    25 - De Gazette 1643, no. 73, dd. 13 juni 1643, plaatste een bericht uit Straatsburg van 30 mei waarin verslag werd gedaan van de troepenbewegingen aan de overzijde van de Rijn.
    26 - De in ongenade gevallen Gaspar de Guzmán, ‘conde-duque’ de Olivares, ontving de 24ste mei de order om Loeches te verlaten. Een maand later vestigde hij zich in het provincieplaatsje Toro (J.H. Elliott, The count-duke of Olivares, p. 661-663).
    27 - Diego Felipe de Guzmán, markies van Leganés, was na de overdracht van zijn bevelhebberschap over het Spaanse leger in Aragon aan don Felipe de Silva, naar Ocaña overgebracht waar hij verantwoording moest afleggen voor zijn beleid (Elliott, o.c., p. 652).
    28 - Op 5 juni ontving de gevolmachtigde don Diego de Saavedra y Fajardo een reglement waaraan hij zich had te houden tijdens zijn bezoek aan Parijs (Archivo de Simancas, Catálogo IV, Secretaría de Estado; Negociaciones con Francia I, p. 204; Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 466).
    29 - De Portugezen wonnen enkele schermutselingen met het Spaans garnizoen van Badajoz (Gazette 1643, no. 74, dd. 13 juni 1643).
    30 - Odoardo Farnese, hertog van Parma, hervatte zijn campagne tegen paus Urbanus VIII met de inname van de plaatsen Bondeno en Stellata; vgl. no. 6253.