eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    362

    6284. 1643 juni 27. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    De coniginne-regente heeft twee brieven ontfangen aen haere Maejestijt geschreven,2 den eenen bij den keyser in 't Latijn, d'andere bij de keyserinne in 't Spaensch, bijde inhoudende de condoleantie ende vertroosting passende op de tijt in seer goede termen, des keysers brief daerenboven aenmaening tot de bijeencomste tot vrede, daer sooseer nae werd verlanght, te vorderen, tot welcken eynde den keyser send aen de coniginne de paspoorten voor de ambassadeurs van Louis den Veertienden ende de coniginne-regente. De coniginne, hoorende dat de brieven van Weenen quamen, heeft die niet willen openen maer gesonden aen de cardinael Mazarini, dewelcke bij hem ontboden hebbende d'heeren d'Avaux ende Chavigny, den courier hebbende ondervraeght, de brieven gesloten heeft gebracht aen de coniginne-regente, dewelcke deselve in presentie van de voorseyde heeren heeft geopent, den Spaenschen brief gelesen ende de andere haer doen uytleggen. Heeft daernae belast aen de heeren d'Avaux ende Chavigny3 dat sij haer gereed souden maecken om met den eerste te vertrecken. Dat sal geschieden, meene ick, binnen drie weecken met seer goede trijn. Den hertoch van Longueville sal haer volgen, soo men verstaet dat de keyser eenighen prins sent tot de handeling.4

    De sententie, voordese bij commissarisen gewesen tegen den hertoch van Espernon, is bij 't parlement nul verclaert, ende belast vannieuws t'informeren. Den hertoch van Elboeuf heeft tot gelijcken eynde requeste gepresenteert, noemende den gewesen cardinael sijn hooftvijand.5

    Thionville is belegert,6 hoewel tweeduysent man daerbinnen is gecomen. Den hertoch van Anguien heeft daervóór, soo men seght, vijfentwintighduysent man, dertigh stucken geschut, achthondert carren, broot van Nancy. Beck7 is daerontrent met vijftienduysent man. Vanhier is gelt gesonden soo nae Italië8 als aen de marescal de Motte-Odincourt, besigh soo men sijt om Tortone9 te blocqueren. Van de marescal de Guebrian kan ick

    363

    niets zeecker seggen.10 Veele geloven hij gaet ofte nae Constance ofte nae de Donauw; ende dat hij gevolght wert bij hertogh Carel, sijnde nu generalissimo van de ligue ende onder sijn gebiet Mercy ende de Waert.11 Den hertoch van Angulesme12 blijft lettende op de bewaeringh van de frontieren van Champagne ende Picardië. De coniginne-regente heeft luytenanten gestelt binnen Havre de Grace, Brouage ende Blavet,13 die eedt hebben gedaen aen den coning ende aen haere Mayestijt. Hier is een extraordinarie ambassadeur van Florence14 ende wert eene verwaght van Venetië.15

    Wij verstaen dat duysent man van degeene die de paus dienden, sijn verslagen ofte verjaeght, dat die van Venetië ende de hertoch van Florence de redenen van haere wapenen hebben uytgegeven ende seggen dat soo de paus haer daerover excommuniceert, noyt d'absolutie te willen ontfangen.16

    Den president Coigneux heeft sijn oude plaetse in het parlement weder ingenomen.17 Men is hier qualijck tevrede over het parlement van Tolouze, omdat hetselve parlement arrest heeft gedaen tegen 't invorderen van eenighe tailles.18

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 27 Juny 1643.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 27 juni 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 7 juli 1643).
    2 - Zie het eerste fragment van Grotius' brief aan Nicolaes van Reigersberch, no. 6283.
    3 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux, was bijna zeker van een plaats in de Franse delegatie ter vredesconferentie. De aanwijzing van Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, kwam voor velen als een verrassing; immers het hardnekkige gerucht ging dat de gewezen staatssecretaris voor buitenlandse zaken binnenkort naar Rome zou gaan. In september maakte kardinaal Jules Mazarin een einde aan de verwarring: niet de graaf van Chavigny, maar Abel Servien zou de tweede onderhandelaar zijn; vgl. Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 14 n. 3, en Die Französischen Korrespondenzen I, p. LXIX.
    4 - Zie voor de motieven van Henri d'Orléans, hertog van Longueville, om zijn reis naar Munster uit te stellen, Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 17-20 en p. 23.
    5 - Het Parlement van Parijs onderzocht de stukken die in de jaren dertig gebruikt waren in de processen tegen Bernard de Nogaret de La Valette, hertog van Epernon, en Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf.
    6 - De belegering van Thionville werd de 18de juni ingezet. Op 26 juni kon Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, aan zijn vader de prins van Condé schrijven dat het werk aan de omsingeling van de stad bijna voltooid was (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 153-164).
    7 - Johan van Beck, de militaire gouverneur van Luxemburg, had op het laatste moment nog een versterking binnen Thionville kunnen brengen.
    8 - Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, kwam prins Tommaso Francesco van Savoye te hulp met twaalf Franse regimenten.
    9 - ‘Tortone’, lees: ‘Tortosa’. Aan de Franse wens om dit jaar Tarragona, Tortosa of Rosas te veroveren kon de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, niet voldoen (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 245).
    10 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant had in Engen goede kwartieren gevonden.
    11 - Hertog Karel IV van Lotharingen, die liever naar eigen inzicht op oorlogsavontuur wilde gaan, kreeg van de hertog van Beieren echter het niet te versmaden aanbod om voor de duur van deze campagne het opperbevel te voeren over het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy en Johan van Werth (Gazette 1643, no. 80, dd. 27 juni 1643).
    12 - Charles de Valois, hertog van Angoulême, schermde de grens ten noorden van Thionville af.
    13 - Deze plaatsen waren de toevluchtsoorden van de erfgenamen van Richelieu.
    14 - De buitengewone ambassadeur van Florence werd aan het hof geïntroduceerd door François, baron van Bassompierre (Gazette 1643, no. 81, dd. 27 juni 1643).
    15 - De Venetiaanse missie werd uitgevoerd door Angelo Contarini en Giovanni Grimani (Relazioni degli Stati Europei, Serie II, Francia II, p. 389-421).
    16 - Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, publiceerden de redenen van hun bondgenootschappelijk optreden tegen paus Urbanus VIII en de overige leden van de familie Barberini (26 mei 1643; zie no. 6270). Hierop reageerde de paus met een gerechtelijk onderzoek (Bullarum, diplomatum et privilegiorum sanctorum Romanorum pontificum Taurinensis editio XV, Turijn 1868, p. 273-276: ‘Commissio auditori camerae procedendi contra rempublicam Venetam, magnum ducem Hetruriae, ac Mutinae et olim Parmae duces nonnullarum terrarum sanctae Sedis Apostolicae invasores’ dd. 26 juni 1643).
    17 - De onder Richelieu verbannen president Jacques Le Coigneux herkreeg zijn plaats na resignatie van Noël Bullion, heer van Bonnelle (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 66 en p. 77).
    18 - Het Parlement van Toulouse had in een arrest de positie van de buitengewone belastinggaarders aan het wankelen gebracht (Lettres au chancelier Séguier I, p. 589).