Mijnheer,
Het schijnt de ambassadeurs vanhier haer vertreck zoolang zullen uitstellen als zij
499
connen, waertoe de doot van Saviedra haer occasie geeft.2 Daerentuschen zal hier niet verzuimt werden te doen dat oorboir is. Den hertogh van Lorraine heeft hier monsieur de Boulai3 ende stroit alrede door Duitschlant de tijding dat hij eensch is met Vrancrijck. Inderdaet, alle hostiliteiten houden op, ende oock het belegh van Longuy.4 't Volck van denzelven hertogh tot vierduizent onderhouden haer in den Nederpals, de Beyersche tot negenduizent bij Forshaim.5 Den marescal de Guebrian comt hier om te weten waer zijn volck den herfst ende winter zullen passeren.6Uit Spaignie hebben wij dat den coninck van Spaignie is bij Saragosse met vijftienduizent man ofte meer. Dat den marescal d'Odincourt te Barcelona zich rede maect om te belegeren off Taragone off Roses, alwaer secours is ingecomen, hoewel den marquis de Breszé, hertogh van Fronsac, breed hier uitgeeft dat hij van de Spaensche vloot daernaetoe zeilende vijf schepen heeft genomen, één verdroncken.7 Uit Italië dat Tryn bij den prince Thomas werdt beschoten ende dat een halve maen voor de stadt alrede is becomen,8 dat het belegh van Pont de Stura,9 waervan gesproocken is, noch onzeecker gaet, dat tusschen den paus ende die van de contrarie ligue het oorlogh voortgaet, dan met voordeel van d'eene, dan van d'andere zijde;10 dat monsieur de Valencé11 met tweeduizent paerden, zesduizent te voet de Po is gepasseert ten dienste van de paus.
Hier gaet alles noch wel, uitgenomen dat madame de Mombazon, omdat zij naebij de stadt zijnde teveel wierd bezocht, belast is bij de coninginne zich te vertrecken vijftich
500
mijlen vanhier12 ende dat den hertogh van Luine, broeder van den geweesde Luines,13 belast zijnde het gouvernement van Picardië te ontruimen ten behoeve van den hertogh van Espernon,14 die bij sententie van het parlement in zijn gebied is gestelt, niet alleen zulcx weigert onder pretext van eenige costen aen het gouvernement gedaen te hebben, maer oock vannieuws eenigh volck heeft gebracht in het casteel van Amiens. Andermael belast zijnde zich 't gouvernement afhandigh te maecken ende te hove te comen, werdt getwijffelt off hij zal gehoorzaemen.Lamboi werdt in vrijheit gestelt, gevende vijffendetwintichduizent rijcxdalers aen den marescal de Guebrian, aen denwelcke de coninginne dat rantzoen heeft geschoncken.15 De coninginne toont lust te gaen nae Fontainebleau. Heeft een edelman genaemt Boisivon16 gezonden nae Engelant, ende zoo men daer de humeuren ziet gedisponeert tot paix - waertoe men zegt den grave van Essex wel genegen te zijn ende veelen van de hooge ende lage camer, hoewel de stadt Londen zich opposeert,17 maer niet zonder contradictie van veelen in dezelve stadt -, zoo werdt den grave van Harcourt gedestineert om derrewaer[t] te gaen in extraordinaire ambassade. Wij hooren dat tot Nieuwcastel eenige Deensche schepen zijn aengecomen met amunitie. Voortaen zal den toevoer gemackelijcker vallen door Bristol.18
29 Augusti 1643.
De zaecke van den hertogh de Chaune zal geaccommodeert werden. Men geeft hem het gouvernement van Auvergne ende madame de Mombason zal weder te hove comen door d'intercessie van mijnheer den prins ende mevrouw de princesse. In Italië hebben die van des paus' volck Pieva19 belegert ende een inval gedaen in het Polesin met tweeduizent te paerd, zesduizent te voet.
501
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, nu ten huize van mijnheer den reekenmeester van Reigersberg,20 tot Middelburg. Port 2 st. 2. 116.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 23 [sic] Aug. 1643 uyt Paris.