Mijnheer,
Den hertogh van Anguien is te poste vanhier gegaen om met zich te nemen het volck dat den hertogh van Angoulesme uit de quartieren bijeengebracht heeft,2 daermede te gaen tegen de Beyerschen die aen deze zijde zijn van den Rijn, ende dezelve te slaen, zoo zij niet en wijcken; zoo zij wijcken, 't leger van den marescal de Guebrian zoo te stercken dat hij moge trecken ende blijven over den Rijn,3 wenschende dat de Hessische4 ende Coningsmarck5 mede daerontrent waeren. Den marescal de Chastillon zal Picardië bewaeren.6 Den hertogh van Orleans ende den prins van Condé geven aen den Palsgraef
588
den tytel van churfurst,7 den cardinael Mazarini niet. Den vorst van Beyeren wilt dat de Paltsische zaeck niet te Munster ofte te Osnabrug, maer te Wenen zal werden gehandelt.8 Heeft in die termen geschreven aen den coning van Denemarcken.9 Isola, keiserlijcke resident in Engelant,10 hout dezelve tael.Uit Engelant hooren wij dat 's conings volck van Clocester zijn vertrocken, maer Excester zijnde van gheene minder importantie hebben becomen.11 Dat het concept van ligue bij de Schotten gemaect, is geapprobeert in het parlement met weinigh verandering, daerin de Schotsche commissarissen tot Londen zijnde hebben geconsenteert.12 Maer de Schotten voor ende aleer te marcheren willen een millioen op de hant hebben.
Men druckt hier een groote victorie van 't volck van den hertogh van Toscane tegen de Barbarynsche,13 van dewelcke wel duizent zouden zijn gevangen ontrent Montgiovin; andere twijffelen daeraen. Uit Spaignie werdt hier gezegt dat het leger van den coning van Spaignie is veertienduizent man te voet, vierduizent te paerd in Catalagne. Dat den coning verboden heeft de Catelans eenigen hinder te doen ende veele van dezelven eerlijcke ampten geeft in zijn leger, maer dat in Spaignie groot gebreck is van gelt, zoo den eedt die 't rijck van Arragon zoude gedaen hebben aen den infant van Spaignie14 is achtergebleven, omdat de costen van de solenniteit te groot zoude hebben gevallen. Dat den marescal de La Motte-Odincourt de Spaignaerden, tot twaelffhondert scheep over de Ebro zijnde gecomen om Flix aen te tasten, heeft geslagen, veele gevangen.15 Dat den
589
hertogh van Breszé16 bij Capo de Gatta niet verre van Carthagena17 ter zee heeft becomen 't admiraelschip van Naples, een galeon, twee schepen, alles met geschut. Dat den coning van Portugael ontrent Badagos heeft twaelffduizent man te voet, tweeduizent te paerd, ende in Galisse zesduizent met sobre wederstandt van de Castillanen.Van Francfort zijn vertrocken de Wurtzburgsche ende Norembergsche gedeputeerden.18 Men meent oock de Saxensche ende Brandenburgsche haer zullen gaen ververschen. Daerentuschen laet de vergadering van de resterende niet te continueren in haere besoigne.
3 Octobris 1643.
Wij crijgen hier de tijdinge dat Trin is in de Fransche handen19 ende dat nae de victorie becomen bij Capo de Gatta vier Duinkercksche schepen daerontrent leck geworden ende te gronde zijn gegaen. Boulei is hier wedergecomen vanwegen hertogh Carel.20 Monsieur de Chavigny is tweemael geweest bij den hertogh van Beaufort.21 Veele galeien van Naples ende Siciliën zijn gegaen nae Spaignie, voerende onder anderen vijftienhondert Duitschen ende eenige Spaignaerden uit de garnisoenen van Italië ende Sicilië.
Wij hooren dat boven de stadt van Excester, Biddeford, Appleford, Barnstabel22 de landen van Northumberland, Comberland, Westmerland, Durham ende heel Wales, oock de haven van Milford, zich verclaeren voor den coning van Engelant.23 Dat zijne Majesteit een leger heeft van twaelffduizent man te voet, zesduizent te paerd, boven 't volck onder den general Wilmoth.24 Dat den graef van Nieucastel25 noch belooft te brengen vijfduizent ende prince Mauris zevenduizent, met welcke macht den coning hoopt de trouppes der parlementarissen te omcingelen. Hier comt noch bij dat Hul gebloqueert is bij den voorzeide grave van Neucastel ende dat het bootsvolck van Warwyck meuten omdat het beloofde gelt haer niet en volgt.26 Wat alle van alle deze tijdingen in Hollant gelooft werdt, zal ick garen verstaen.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1643 uyt Paris.