eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6446. [1643 september 26]. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Wij hebben hier den hertogh van Anguien, die niet vertrecken en zal zonder geldt te hebben.2 De heer Ransau3 zal zijn lieutenant zijn, ende werdt gesproocken van denzelve te maecken marescal de France. Den hertogh van Angoulesme4 is wat van de Maescant

    574

    afgeweecken. De Beyerschen zijn ten deele in 't marquisaet van Durlach.5 Hertogh Carel heeft zijn volck uit Worms ontboden ende cingelt ontrent Homberg. Eenige van de zijnen werden gezegt Crutzenach gepasseert te zijn. De brugge van Spier werdt gebracht nae Drusenhem.6

    Tryn is op 't uiterste.7 Den marescal de Motte-Odincourt gaet zoo men zegt met vierduizent paerden, veerthienduizent man te voet tegen den coning van Spaignie, die met vijfendetwintichduizent man comt om Lerida te belegeren.8 De Switsers hebben eenigh gelt uit Vrancrijck ontfangen. Wij verstaen dat den marquis de Breszé9 heeft becomen zes schepen ende een chaloupe, alles met coren geladen, comende van Gennes.

    Lamboi10 is vrij, heeft gegeten bij de marescalle de Guebrian, aen dewelcke hij verzeeckering heeft gedaen van vijfendetwintichduizent croonen tot rantzoen. De ambassadeurs nae Italië,11 Munster12 ende Engelant13 zijn noch niet vertrocken, maer werden gezegt op haer reize te staen. Mijnheer den prins presenteert zonder nieuwe impositie te onderhouden hondertduizent man te voet, twintichduizent te paerd ende zes monstres te geven in 't jaer. Den marescal de Bassompierre is herstelt in het commandement over de Switsers die hier zijn.14 Crassy, die vooruit is gezonden in Engelant, heeft bij het parlement veel gediscoureert tegen de Spaensche factie, gevende oock te kennen dat hier in Vrancrijck iet ontdeckt is dat daeraen vast was.15

    Men meent dat den hertogh van Engoulesme sal succederen in de plaetze van den hertogh van Anguien, die hier is ende garen zoude hebben het gouvernement van Langue-

    575

    doc,16 zoo nochtans, dat den marescal de Schomberg van hetzelve gouvernement eerst zoude werden gerecompenseert. Men vougt daerbij dat den marescal de Chastillon in plaetze van den hertogh van Angoulesme de frontiere van Picardië zal bewaeren.17

    Uit Italië18 hebben wij dat Citerna, belegert geweest zijnde bij 't volck van den paus, is ontzet bij die van Toscana, ende dat deze gelogeert zijn bij Magiona, 't volck van den paus ontrent Perugia.19 Uit Engelant verstaen wij dat Glocester haest zal vallen in 's conings handen, dat de ridders Hottam, vader ende zoon,20 bij 't parlement gestelt werden onder rechters om haere zucht getoont tot den coning, waerom oock de magistraten van Douvre den gouverneur van dezelve stadt zouden hebben gevangen; voorts dat den admirael van het parlement Warwyck21 zijne beste meublen salveert te Calis.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den ... 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 34j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Mogelijk tezamen met no. 6445. Beantw. d. no. 6462. Copie, dd. 26 september 1643, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 5 oktober 1643).
    2 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, was op de 15de september in Parijs aangekomen. Prompt daarop vergat de overwinnaar van Thionville zijn belofte om naar het bedreigde front aan de Rijn te trekken (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 225-231).
    3 - Luitenant-generaal Josias Rantzau kreeg de leiding over het leger dat directe hulp aan het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant moest bieden (Lettres Mazarin I, p. 394-395).
    4 - Aan de hoogbejaarde Charles de Valois, hertog van Angoulême, werd op 27 september de order gegeven om het opperbevel te voeren over het Franse leger tussen Maas en Moezel (Lettres Mazarin I, p. 391). De order werd twee dagen later weer ingetrokken (infra, n. 17, en Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 228-229).
    5 - Het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy en Johan van Werth, thans weer eensgezind optrekkend met de troepen die hertog Karel IV van Lotharingen voor de strijd tegen de Franse legers beschikbaar had gesteld, verspreidde zich langs de oostelijke Rijnoever.
    6 - De bedoeling was om een verbinding te leggen tussen Greffern en Drusenheim in de Elzas.
    7 - Het garnizoen van Trino had het verzet tegen het Frans-Savoyaardse leger van prins Tommaso Francesco van Savoye op 22 september opgegeven. Vijf dagen later volgde de ontruiming (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 43).
    8 - Een treffen tussen het leger van de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, met het koninklijke Spaanse leger bleef voorlopig uit.
    9 - Vgl. no. 6390. In de eerste dagen van september bracht de vloot van Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, voor de kust van Cartagena 7 tot 8 Spaanse schepen tot zinken (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 223-228 en p. 398-412).
    10 - De tijdens de slag van Kempen (17 januari 1642) krijgsgevangen gemaakte keizerlijke legeraanvoerder Willem, baron van Lamboy, was voor zijn vrijlating uit de kerkers van Vincennes een bedrag van 25000 rijksdaalders verschuldigd aan maarschalk Guébriant. Na de dood van haar echtgenoot († 24 november 1643) mocht Renée du Bec-Crespin de Vardes, gravin van Guébriant, dit bedrag op haar naam innen (Episodes Guébriant, p. 391 en p. 425).
    11 - Melchior Mitte de Chevrière-Miolans, markies van Saint-Chamond (Chaumond), zou in Italië de missie uitvoeren die oorspronkelijk was toegedacht aan Abel Servien.
    12 - De gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux, werkte zijn nieuwe collega Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers, in.
    13 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, had van de ‘maître d'hôtel ordinaire de la Reine’ Cressi (Gressy) bericht ontvangen dat zijn aanwezigheid in Engeland op prijs werd gesteld. Op 27 september schreef kardinaal Jules Mazarin een aanbevelingsbrief voor de nieuwe ambassadeur (Lettres Mazarin I, p. 393-394).
    14 - Edme († 1645), graaf van La Châtre, markies van Nancey, kolonel van de Zwitserse garde, kreeg na de ontdekking van het complot tegen het leven van kardinaal Jules Mazarin te verstaan dat hij zijn aanstelling moest overdragen aan zijn voorganger François, baron van Bassompierre (Mémoires de La Châtre, p. 165-168 en p. 242-254).
    15 - Aan de invloed van de ‘importante’ Marie de Rohan, hertogin van Chevreuse, en haar pro-Spaanse factie maakte kardinaal Jules Mazarin op 2 september met de arrestatie van François de Vendôme, hertog van Beaufort, een abrupt einde.
    16 - Henri II de Bourbon, prins van Condé, verlangde voor zijn zoon Louis II een blijk van koninklijke erkenning. Hij opperde de begiftiging met het gouverneurschap over de Languedoc. Aan dit voorstel was wel het probleem verbonden dat voor de huidige gouverneur, Charles de Schomberg, hertog van Halluin, een ander gouvernement moest worden gevonden (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 225-227, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 147).
    17 - Maarschalk Gaspard III de Coligny, hertog van Châtillon, zou al in aantocht zijn ‘pour commander sur les frontières de Picardie et de Champagne ‹pendant l'incommodité du duc d'Angoulême›’.
    18 - Het laatste nieuws over de oorlog van Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, tegen de paus.
    19 - De campagne van prins Mattias de' Medici aan de oevers van het Trasimeense Meer; vgl. V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi III, p. 814-823.
    20 - Sir John Hotham had koning Karel I in mei 1642 de toegang tot de garnizoensstad Hull geweigerd. In de afgelopen maanden hadden hij en zijn zoon kapitein John Hotham hun mening herzien. Op 28 juni/8 juli 1643 werden zij door parlementsgezinden gearresteerd en per schip van Hull naar Londen vervoerd, waar zij zich moesten verantwoorden voor illegale uitvoer van geld. Hun onschuld konden zij niet bewijzen. In januari 1645 beklommen vader en zoon het schavot (DNB XXVII, p. 408-411).
    21 - Dover was bijna verrast door koninklijke troepen. Voor de parlementsgezinde admiraal Robert Rich, graaf van Warwick, was dit een goede aanleiding om zijn huisraad in veiligheid te stellen (Gazette 1643, no. 122, dd. 26 september 1643).