eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6488. 1643 oktober 20. Aan N. van Reigersberch.1

    Mon frere,

    Alsoo monsieur Gothefroi,2 die hier in groot aenzien is bij den cardinal Mazarini ende andere heeren alhier ende om de groote kennisse die hij heeft van de oude ende nieuwe historie ende van de Hoochduitsche taele is tot hulper bijgevoechd aen de ambassadeurs van Vrancrijck die nae de paix gaen, mij verzocht heeft brieven van recommendatie aen eene van mijne vrunden, heb ick hem aen niemant beter als aen uwe Ed. connen addresseren, wetende dat de onderlinge communicatie aen d'een ende aen d'ander vruchdbaer can zijn.

    Ick blijve, mon frere,

    uwer Ed. dienstwillige,
    H. de Groot.

    A Paris, 20 Octobre 1643.3

    Adres: A monsieur/monsieur de Reigersberg, conseiller au parlement d'Hollande.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 20 Octob. 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB, Pap. 2. Eigenh. oorspr. Voor de bevestiging van de ontvangst, zie no. 6540.
    2 - De historicus-jurist Théodore Godefroy zou de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers, begeleiden op hun reis naar Munster; vgl. no. 6468. Voorlopig hield hij zich echter bezig met de voorbereiding van de Frans-Staatse conferentie in Den Haag.
    3 - Théodore Godefroy benaderde diezelfde dag ook nog Rivets correspondentievriend Claude Sarrau (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 116 en p. 118).